Week 5 2024 Formatieve toets Kapitel 1

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Tekstslide


  • jas uit
  • muts/pet/capuchon af
  • oortjes uit
  • boek/schrift/pen/ laptop op tafel 

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?


  • Wir machen einen Test ohne Note

Slide 3 - Tekstslide

Lernziele:
  • Je kent de woorden van hoofdstuk 1
  • Je kent de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
  • Je kent de vervoegingen van het hulpwerkwoord "Sein" en kunt deze in        een zin gebruiken
  • Je kent de vraagwoorden in het Duits
  • je kent de getallen van 1 tot en met 20 in het Duits

Slide 4 - Tekstslide

Aufgabe 1:

Vertaal het woord tussen de haakjes naar het Duits. 
Let op de Hoofdletters!

Slide 5 - Tekstslide

In welche ................... (straat) wohnst du?

Slide 6 - Open vraag

Ich wohne seit ein .......... (jaar) in Leeuwarden.

Slide 7 - Open vraag

Mein Freund wohnt in .......... (Duitsland)

Slide 8 - Open vraag

Wie .......... (heten) deine Eltern?

Slide 9 - Open vraag

Ich bin .......... (12 jaar) alt.
(vertaal zowel 12 als jaar!)

Slide 10 - Open vraag

Meine Schwester ist .......... (16) Jahre alt.

Slide 11 - Open vraag

Meine .......... (adres) ist Sänbank 12 in Leeuwarden.

Slide 12 - Open vraag

Willst du mir deine .......... (telefoonnummer) geben?

Slide 13 - Open vraag

Willst du mir deine .......... (telefoonnummer) geben?

Slide 14 - Open vraag

Wir wohnen schon .......... (20) Jahre in Berlin.

Slide 15 - Open vraag

Aufgabe 2:

Vertaal de woorden naar het Nederlands:

Slide 16 - Tekstslide

Ich spiele zwei Mal in der Woche Fußball.
Vertaal: Woche

Slide 17 - Open vraag

Ich bin heute in Amsterdam.
Vertaal: heute

Slide 18 - Open vraag

Wir fahren gerne Rad.
Vertaal: Rad fahren

Slide 19 - Open vraag

Wie oft tanzt du hier in der Tanzschule?
Vertaal: oft

Slide 20 - Open vraag

Nächste Monat gehen wir zum Konzert von Harry Styles.
Vertaal: Monat

Slide 21 - Open vraag

Tschüss, bis nächstes Mal!
Vertaal: Tschüss

Slide 22 - Open vraag

Was machen die Leute hier so in Leeuwarden?
Vertaal: Leute

Slide 23 - Open vraag

Aufgabe 3:

Vul het juiste vraagwoord in in de volgende opgaven:

Slide 24 - Tekstslide

.......... heißt du? Ich heiße Madelief.
A
Was
B
Wer
C
Wie
D
Wo

Slide 25 - Quizvraag

.......... hast du Geburtstag? Ich habe
Geburtstag am 25. Januar!
A
Wann
B
Was
C
Wer
D
Wohin

Slide 26 - Quizvraag

.......... kommst du? Ich komme aus Utrecht!
A
Wann
B
Wie
C
Woher
D
Wohin

Slide 27 - Quizvraag

.......... fährst du im Urlaub?
Wir fahren nach Spanien.
A
Wann
B
Wie
C
Woher
D
Wohin

Slide 28 - Quizvraag

Weißt du, .......... Erich wohnt?
A
Was
B
Wer
C
Wie
D
Wo

Slide 29 - Quizvraag

.......... kommst du? Ich komme aus den Niederlanden
A
Wann
B
Wo
C
Woher
D
Wohin

Slide 30 - Quizvraag

.......... war es bei deinen Großeltern?
Hast du Spaß gehabt?
A
Was
B
Wann
C
Wer
D
Wie

Slide 31 - Quizvraag

.......... ist dein Bruder? Ist er der Junge mit den blauen Augen?
A
Was
B
Wer
C
Wie
D
Wo

Slide 32 - Quizvraag

Aufgabe 4:

Vul de juiste vorm van het hulpwerkwoord 'sein' in en vertaal ook het persoonlijk voornaamwoord.
Let ook op de volgorde en de hoofdletters aan het begin van een zin!

Slide 33 - Tekstslide

.......... (Hij is) fünfzehn Jahre alt.

Slide 34 - Open vraag

Wer .......... (zijn jullie) ?

Slide 35 - Open vraag

.......... (Zij is) Verkäuferin.

Slide 36 - Open vraag

Wann .......... (ben jij) wieder zu Hause?

Slide 37 - Open vraag

.......... (Zij zijn) meine
Eltern, Paul und Ina Wolff.

Slide 38 - Open vraag

Hallo, .......... (ik ben) Marlinka.

Slide 39 - Open vraag

.......... (Bent u) Frau Müller?

Slide 40 - Open vraag

Gestern .......... (zijn wij ) im Zoo gewesen.

Slide 41 - Open vraag

Fertig!

Je bent klaar met de toets. Lever hem nu in! 

Slide 42 - Tekstslide