S, z, ß, sch: schrijf in je schrift
1. s/ß:
[s] --> s aan
einde van een woord, dubbele s, alle ß (midden en einde)
2. s: [z] --> s aan begin of midden van een woord
3. s: [sj] --> in combinatie met p, t of ch (sp, st, sch), begin/midden/einde van woord
4. z: [ts] --> Zirkus