Year 1 lesson 39

Nice to see you
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nice to see you

Slide 1 - Tekstslide

To do:
Grammar
Watching


Slide 2 - Tekstslide

Grammar

Slide 3 - Tekstslide

What does THE mean in Dutch?

Slide 4 - Open vraag

The ( uitspraak)
The betekent in het Nederlands DE of Het
I am going to walk the dog

Where is the entrance?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil?
Begint het woord achter THE met een klinkerklank? 
Dan spreek je THE uit als 

Slide 6 - Tekstslide

Let's practise!
Wb page 84
Exercise 27

5 minutes
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Recap Articles

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Woordweb

Klinkers

Slide 10 - Tekstslide

Ezelsbruggetje : AU &

Slide 11 - Tekstslide

Oei

Slide 12 - Tekstslide

Klinkers
medeklinkers

Slide 13 - Sleepvraag

klinkers
medeklinkers

Slide 14 - Sleepvraag

Ax
A
a
B
an

Slide 15 - Quizvraag

Hammer
A
a
B
an

Slide 16 - Quizvraag

Phone
A
a
B
an

Slide 17 - Quizvraag

Aunt
A
a
B
an

Slide 18 - Quizvraag

Egg
A
a
B
an

Slide 19 - Quizvraag

Fairy
A
a
B
an

Slide 20 - Quizvraag

Elephant
A
a
B
an

Slide 21 - Quizvraag

Hour
A
a
B
an

Slide 22 - Quizvraag

Uniform
A
a
B
an

Slide 23 - Quizvraag

X-ray
A
a
B
an

Slide 24 - Quizvraag

Super hero
A
a
B
an

Slide 25 - Quizvraag

witch

Slide 26 - Open vraag

troll

Slide 27 - Open vraag

umbrella

Slide 28 - Open vraag

Let's practise!
Wb page 84
Exercise 28

5 minutes
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Watching & listening

Slide 30 - Tekstslide

7

Slide 31 - Video

00:34
What is a 'whisk' in Dutch?
A
lepel
B
vork
C
garde
D
mes

Slide 32 - Quizvraag

00:44
What are "free-range eggs"?
A
geklutste eieren
B
scharrel-eieren
C
vrij grote eieren
D
roereieren

Slide 33 - Quizvraag

00:56
What is "whole milk"?
A
volle melk
B
halvolle melk
C
soja melk
D
moedermelk

Slide 34 - Quizvraag

01:01
What is a "pinch of salt"?
A
een lading zout
B
een theelepel zout
C
een snufje zout
D
een eetlepel zout

Slide 35 - Quizvraag

02:06
What does the verb "preheat" mean?
A
voorverwarmen
B
aansteken
C
uitzetten
D
verhitten

Slide 36 - Quizvraag

02:42
What is "batter"?
A
bakpapier
B
bier
C
olie
D
beslag

Slide 37 - Quizvraag

03:35
What is "crispness and chewiness"?
A
knapperig en hartig
B
knapperig en taai
C
fris en taai
D
fris en knapperig

Slide 38 - Quizvraag

The end

Thank you for this lesson.
 I see you on Wednesday!
Bye!

Slide 39 - Tekstslide