K1: 5,2 + 5,3

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling
  • Lesdoelen
  • Werken in de stad
  • Een leven voor god 
  • Opdrachten
  • Afsluiting  

Slide 3 - Tekstslide

Benoem één voordeel en één nadeel van het leven in een middeleeuwse stad.

Slide 4 - Open vraag

Voordelen en nadelen








  • Het leven in een middeleeuwse stad had zo zijn voor- en nadelen.
  • Voordelen: veiliger dan dorpen, meer activiteiten, meer werk, inwoners waren ''vrij''
  • Nadelen: brandgevaarlijk, vies, ziektes, doelwit voor aanvallen
De Franse stad Carcasonne, 2022

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Uitleggen waarvan men in de stad leefden.

  • Uitleggen hoe je een meester van een gilde kon worden.

  • Uitleggen waarom het geloof zo belangrijk was voor mensen in de middeleeuwen. 


Slide 6 - Tekstslide

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht

Welke historische vaardigheid komt hier duidelijk aanbod?
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 7 - Tekstslide


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Halsjuk

Slide 8 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit waarom nieuwe steden ontstaan.

Slide 9 - Open vraag


Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 10 - Tekstslide

Noem een aantal voorbeelden van ambachten in de middeleeuwen

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 13 - Tekstslide


Hoger, beter, mooier


De bouw van de dom (latijn: domus, huis) in Keulen is begonnen in 1248, maar de kerk was pas in 1880(!) klaar. De bouw lag vaak jaren stil omdat het geld op was, of omdat delen van de kerk tijdens de bouw instorten. De beide torens van de kerk zijn ongeveer 160 meter hoog.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Hoger, beter, mooier



  • In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen.
  • Mensen wilden erg graag na hun dood in de hemel komen.
  • Om hun God te eren bouwden ze hoge kerken.
  • Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.
  • Het geld voor de bouw kwam van de gilden, of van de handel in aflaten.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer mag iemand zelf een bedrijfje starten in een stad?
A
Als diegene van adel is.
B
Als deze lid is van de gilde in de stad.
C
Alleen de burgermeester mag een bedrijf beginnen.
D
Als er genoeg handel is in de stad.

Slide 18 - Quizvraag

Waarom boouwden mensen in de middeleeuwen grote kerken?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 21 - Tekstslide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 22 - Tekstslide

Welke voordelen had het samenwerken in de Hanze?
A

Slide 23 - Quizvraag

Video
Canonclips: De Hanze

Slide 24 - Tekstslide

1

Slide 25 - Video

00:21-00:26

Slide 26 - Tekstslide

Controle
Paragraaf 5,1 - Nieuwe steden
Opdrachten: 1, 2, 5, 10
LB blz. 72 en 73
WB blz. 94 t/m 97



timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Opdrachten
Paragraaf 5,2 - Werken in de stad
Opdrachten: 1, 2, 3, 7
LB blz. 74 en 75
WB blz. 97 t/m 99

Paragraaf 5,3 - Een leven voor God
Opdrachten: 2, 3, 5, 6, 8
LB blz. 76 en 77
WB blz. 100 t/m 102

Lees paragraaf 5,5 - kruitochten. 



timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Gildenopdracht 
  • In individueel
  • Op een A4
  • Online kun je de opdracht vinden in het geschiedenis uur, magister

  • Wat moet je doen? (lees de opdracht goed door!)
  1. Naam van je gilde
  2. Logo van je gilde
  3. Regels van je gilde
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Nabespreken
Aan het eind van deze les:

  • Uitleggen waarvan men in de stad leefden.

  • Uitleggen hoe je een meester van een gild kon worden.

  • Uitleggen welke voordelen het samenwerken in de Hanze met zich meebracht.

Slide 30 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 31 - Tekstslide


Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.

Slide 32 - Quizvraag


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag


Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag


Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag


Een zilversmid is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 39 - Quizvraag