H4 Maatschappijleer toetsstof hoofdstuk 3

H4 Maatschappijleer toetsstof hoofdstuk 3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4 Maatschappijleer toetsstof hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsstof
- Leren 3.1 - 3.6 van je maatschappijleer boek. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Wat is democratie
  1. Democratie
  2. Directe democratie 
  3. Indirecte democratie 
  4. Referendum
  5. Autoritair regime
  6. Dictatuur
  1. Bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de democratie
  2.  Vorm van democratie waarbij burgers direct betrokken zijn bij het nemen van politieke beslissingen
  3. Volk neemt niet zelf beslissingen maar laat het over aan gekozen vertegenwoordigers
  4. Volksstemming over een bepaalde kwestie
  5. Wanneer alle macht in handen is van een persoon, familie of kleine groep mensen
  6. In een dictatuur heeft de leider (dictator) buitensporige controle over de regering en de samenleving.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Politieke stromingen
  1. Politiek links
  2. Politiek rechts
  3. Politieke midden
  4. Liberalisme
  5. Socialisme
  6. Sociaal democratie
  7. Christendemocratie
  8. Populisme
  9. Progressief
  10. Conservatief 
Opdracht: Geef voor elk vetgedrukt stroming aan wat de rol van de overheid is (Blz. 75)


timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Politieke Partijen
  1. Actiegroep
  2. Belangengroep
  3. Politieke partij

  1. Actiegroepen willen een bepaald doel halen zoals welzijn van dieren.
  2. Verdedigen belangen van een bepaalde groep.  
  3. Groep mensen met globaal dezelfde ideeen over een goede samenleving
Opdracht: 
Is Amnesty International een belangengroep, actiegroep of politieke partij? Leg je antwoord uit...
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Verkiezingen
  1. Lijsttrekker
  2. Evenredige vertegenwoordiging
  3. Districten- of meerderheidsstelsen

  1. Kandidaat die op nummer 1 staat op de kandidaten lijst van een politieke partij.
  2. Alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels.
  3. Land wordt verdeeld in districten en per district komt een afgevaardigde in het parlement.
Opdracht: 
Leg uit hoe in de Verenigde Staten het districtenstelsel wordt toegepast.
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.5 De regering regeert
  1. Kabinet
  2. Kabinetsformatie 

  1. Ministers en Staatssecretarissen
  2. Samenstellen van kabinet van Ministers en Staatssecretarissen die samen het land gaan besturen
Opdrachten: 
1. Wat zijn de drie fase van de kabinetsformatie?
2. Bij welke fase zijn we in Nederland nu?
3. Leg uit waarom Jesse Klaver geen minister zal worden?
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

De drie fase: Verkenning, Onderhandeling, Installation (ook wel informateur, formateur en beëdiging van kabinet genoemd)
3.6 Het parlement controleert
  1. Staten-Generaal
  2. Eerste Kamer
  3. Tweede Kamer
  4. Oppositie partij
  5. Trias Politica
  6. Recht van Initiatief
  7. Recht van amendement
  8. Recht om vragen te stellen
  9. Recht om een motie in te dienen
  10. Recht van interpellatie
  11. Recht van onderzoek en enquete
  12. Poldermodel


Opdracht: 
  • Hoe is de macht verdeeld in NL? 
  • Welke rechten horen bij de wetgevende en controlerende taak?
  • Welke vetgedrukte rechten heeft de Tweede Kamer wel, en de Eerste Kamer niet?

timer
5:00
Bestudeer de PowerPoint van 3.6 goed!!

Slide 8 - Tekstslide

De eerste kamer heeft...
Geen initiatiefrecht: De Eerste Kamer heeft geen initiatiefrecht en kan zelf geen wetsvoorstellen indienen.

Geen recht van amendement: De Eerste Kamer kan wetsvoorstellen aannemen of verwerpen, maar heeft niet het recht om deze te wijzigen door middel van amendementen.
Extra begrippen voor de toets......
Gedoogsteun: Informele steun van een partij aan de regering, ook al wordt deze niet formeel gesteund.
Campagneteam: Groep die samenwerkt om strategieën te plannen en uit te voeren voor een politieke campagne.
Burgerschapsparticipatie: Actieve deelname van mensen in maatschappelijke en politieke activiteiten.
Onderzoeksjournalistiek: Diepgaand journalistiek onderzoek om misstanden bloot te leggen.
Kabinetscrisis: Ernstige conflicten binnen de regering die kunnen leiden tot aftreden, een nieuw kabinet, of vervroegde verkiezingen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke actualiteiten......


1. Wie heeft een gevechtspauze gerealiseerd tussen Hamas en Israel?
2. Noem drie gevolgen van de gevechtspauze.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies