thema 3 les 2

thema 3 les 2
Donker, regen, storm, mist en sneeuw!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

thema 3 les 2
Donker, regen, storm, mist en sneeuw!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
- Je leert hoe je veilig loopt en fietst als het donker of bijna      
   donker is. 
- Je leert ook wat je doet bij regen, harde wind, mist en gladheid

Slide 2 - Tekstslide

Doe je dit in het donker wel of niet?
Wel
Niet

Slide 3 - Sleepvraag

Goed zichtbaar zijn
Je moet goed zichtbaar zijn als het donker is of als het begint te schemeren. Je draagt dan felgekleurde kleding en je zorgt dat je lampen aanstaan.

Slide 4 - Tekstslide

Moet je je lampen aan doen als het regent?
A
Ja
B
Nee
C
Nee, maar is wel slim

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor kleren doe je aan als het regent?
A
Een zomer jas
B
Een regenjas met capuchon die je zicht vermindert
C
Een regenjas zonder capuchon
D
Een regenjas met capuchon die niet je zicht vermindert

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het nadeel van wind mee hebben?
A
Je moet dan harder trappen
B
Je waait om
C
Je kan dan te snel gaan
D
Je kan achterstevoren op je fiets zitten

Slide 7 - Quizvraag

Wind en regen
Bij regen moet je oppassen met gladheid en zicht. Je capuchon moet strak tegen je hoofd aan zitten, zodat je nog alles goed kan zien.
Bij wind tegen moet je je stuur extra goed 
vasthouden. 
Bij wind mee moet je optijd remmen, want 
je gaat sneller

Slide 8 - Tekstslide

Wat voor kleding moet je aan bij mist overdag?
A
Donkere kleding
B
Felgekleurde kleding
C
Je mooiste broek
D
Een pet

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor kleding moet je aan bij mist 's avonds?
A
Donkere kleding
B
Felgekleurde kleding
C
Je mooiste broek
D
Een pet

Slide 10 - Quizvraag

Stelling:
Bij mist hoef je je fietslampen niet aan te doen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wie hebben er nog meer last van de mist?
A
Automobilisten
B
Voetgangers
C
De juf of school
D
Iedereen op de weg.

Slide 12 - Quizvraag

Mist
Overdag draag je: donkere of felgekleurde kleding.
'S avonds draag je: lichte of felgekleurde kleding.
Je lampen doe je altijd aan.
Iedereen op de weg heeft last van 
de mist, dus pas op!

Slide 13 - Tekstslide

Wat is slim om te doen als het gesneeuwd heeft en je moet fietsen?
A
Je snelheid verminderen
B
Je snelheid verhogen
C
Niet gaan fietsen
D
Je lampen aandoen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is ijzel en is het dan slim om te gaan fietsen?

Slide 15 - Open vraag

Is het slim om met met sneeuw over te steken als er een auto aankomt
A
Ja
B
Ja, want de auto remt optijd
C
Nee
D
Ja, want jij bent toch sneller

Slide 16 - Quizvraag

Sneeuw
Bij sneeuw is het vaak glad. Bij ijzel zo glad dat je helemaal niet kunt fietsen. Je moet oppassen met gladheid, anders glijd je zo uit. Je moet daarom minder hard gaan fietsen.
Steek nooit zomaar over, want auto's doen er langer over om stil te staan.

Slide 17 - Tekstslide

Even kijken of je alles nog weet

Slide 18 - Tekstslide

Mist

Slide 19 - Woordweb

Regen en wind

Slide 20 - Woordweb

Sneeuw

Slide 21 - Woordweb

In het donker
(kleding)

Slide 22 - Woordweb

Hoe ging de les?
Goed
Beetje goed
Prima
Niet heel goed
Niet goed

Slide 23 - Poll