14 januari taal, spelling, rekenen
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het gezegde
Mijn moeder heeft haar sleutels gezocht.
Mijn moeder heeft haar sleutels gezocht.
Slide 2 - Open vraag
Maak de zin af
Ik heb de mal met sneeuw ....... (vullen)
Ik heb de mal met sneeuw ....... (vullen)
Slide 3 - Open vraag
Gerard heeft een lekkere
traktatie ........ (beloven)
Hoe schrijf ik vdw?
traktatie ........ (beloven)
Hoe schrijf ik vdw?
A
belovd
B
beloofd
C
belooft
D
gebeloofd
Slide 4 - Quizvraag
Mijn zus is de laatste tijd erg ......(veranderen)
Hoe schrijf je vdw?
Hoe schrijf je vdw?
A
verandert
B
geveranderd
C
veranderd
D
veranderde
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord is goed geschreven?
A
des woensdag
B
's woensdags
C
s'woensdags
D
'swoensdags
Slide 6 - Quizvraag
Schrijf de zin:
Slide 7 - Open vraag
Rekenen: Hoe bereken ik de inhoud van iets?
Slide 8 - Open vraag
De doos is 2,5 dm lang, 4 dm breed en
5 dm hoog. Wat is de inhoud?
5 dm hoog. Wat is de inhoud?
Slide 9 - Open vraag
Typ het rijtje van de inhoudsmaten
(schrijf het daarna in je gele schrift)
(schrijf het daarna in je gele schrift)
Slide 10 - Open vraag
Welke maat is hetzelfde als 1 liter?
A
1 dm3
B
1 cm3
C
10 dm3
D
1 m3
Slide 11 - Quizvraag
5000 dm3 = .... m3
10 m3 = .... dm3
6500 l = .... dm3
10 m3 = .... dm3
6500 l = .... dm3
Slide 12 - Woordweb
Sleep de maanden naar het juiste kwartaal
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
mei
januari
september
maart
april
februari
november
oktober
augustus
juni
december
juli
Slide 13 - Sleepvraag
Sleep de maanden naar het juiste aantal dagen
28/29 dagen 30 dagen 31 dagen 32 dagen
mei
januari
september
maart
april
februari
november
oktober
augustus
juni
december
juli
