Spijsvertering stelsel

Spijsverteringsstelsel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spijsverteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de maag wordt voedsel omgezet tot chymus (half verteerde voedselbrij).
Welk proces is hierbij niet van belang.
A
mechanische vertering
B
Afgifte van enzymen
C
Productie van intrinsic factor
D
Afgifte van maagzuur

Slide 2 - Quizvraag

Chymus is de benaming voor een halfvloeibaar mengsel van halfverteerd voedsel. Dit ontstaat door een combinatie van mechanische vertering (kneden) en chemische vertering (door enzymen en maagzuur). Ook intrinsic factor wordt door de maag geproduceerd, maar dit is pas in de darm van belang, wanneer vitamine B12 wordt opgenomen.

Welke anatomische en histologische kenmerken zijn uniek voor de maag ten opzichte van de rest van het spijsverteringskanaal?
A
Microvilli
B
Twee in plaats van drie spierlagen
C
Omentum majus
D
Drie in plaats van twee spierlagen

Slide 3 - Quizvraag

De maag heeft een derde, schuin verlopende spierlaag zodat voedsel goed gekneed kan worden. Villi vindt men in de darmen. Het omentum majus is de vetschort die over onder andere de maag ligt, maar dit is GEEN onderdeel ervan
Waarom moet een patiënt nuchter zijn voor een gastroscopie?
A
vanwege aspiratie risico bij het kokhalsreflex bij inbrengen gastroscoop
B
Om voldoende zicht te hebben tijdens de gastroscopie
C
Beide antwoorden zijn juist
D
Men hoeft niet nuchter te zijn voor een gastroscopie

Slide 4 - Quizvraag

Bij een gastroscopie wordt met een videocamera op een slangetje in de slokdarm en maag gekeken. Hierbij kan, ondanks lokale verdoving, een kokhalsreflex optreden als de gastroscoop wordt ingebracht. Als iemand dan heeft gegeten, kan onverteerd voedsel naar boven komen en in de luchtpijp terecht komen. Dat kan dan zorgen voor een longontsteking. Daarnaast kan men in een lege maag het slijmvlies het best beoordelen
Hoe noemt men het deels verwijderen van een maag, bijv. als er maagkanker is gediagnosticeerd
A
Gastroscopie
B
Gastrectomie
C
Bariatrische chirurgie
D
Gastritis

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een patiënt wordt geopereerd omdat hij een maagcarcinoom heeft ter hoogte van de pylorus. Welke structuur loopt hierbij gezien de anatomische locatie, het minste risico om beschadigd te worden.
A
Duodenum
B
Milt
C
Vena cava inferior
D
lever

Slide 6 - Quizvraag

De milt ligt links boven in de buikholte, terwijl de pylorus meer aan de rechterzijde ligt. Deze sluit direct aan op het duodenum en heeft een nauwe relatie met onder meer de lever, v. cava inferior en rechter nier
Wat is geen onderdeel van de dunne darm?
A
Jejunum
B
Duodenum
C
Colon
D
Ileum

Slide 7 - Quizvraag

Het colon is de dikke darm, die ook weer uit verschillende delen bestaat. De dunne darm bestaat achtereenvolgens uit duodenum (twaalfvingerige darm), jejunum (nuchtere darm) en ileum (kronkeldarm).
In welk bloedvat komen opgenomen voedingsstoffen uit de dunne darm als eerste terecht, en wat is het nut hiervan?
A
Onderste holle ader, zodat het bloed vol voedingsstoffen direct naar het hart gaat en dan door het lichaam wordt verspreidt
B
Leverpoortader, zodat het bloed eerst langs de leve gaat om toxische stoffen eruit te halen
C
Aorta, zo kunnen de voedingsstoffen direct naar alle organen worden gebracht
D
Leverslagader, zodat het bloed eerst langs de lever gaat om mogelijk toxische stoffen eruit te halen.

Slide 8 - Quizvraag

Opgenomen voedingsstoffen worden door het netwerk van capillairen uit de darmvlok naar de leverpoortader gebracht, zodat de lever het bloed kan zuiveren voordat het naar de rest van het lichaam gaa
Een 70 jarige man heeft sinds een paar weken regelmatig last van obstipatie. Op welke andere darmklachten/aandoeningen heeft deze man een verhoogde kans
A
Aambeien
B
Diverticulose
C
Geen van allen
D
Zowel aambeien als diverticulose

Slide 9 - Quizvraag

Bij constipatie moet iemand vaak hard persen om ontlasting te krijgen. De druk in de darm wordt dan hoog, waardoor uitstulpingen van de dikke darm (diverticulose) en de zwellichamen rond de anale sfincter (aambeien) kunnen ontstaan. Deze kunnen bijvoorbeeld gaan bloeden, met de nodige gevolgen van dien
Op de afdeling ligt een vrouw met hevige diarree door een voedselvergiftiging. Welke behandeling pas je in principe niet toe.
A
Voldoende vocht toedienen via het infuus
B
Pijnstilling indien nodig
C
Diarree remmers, bijvoorbeeld loperamide
D
Alle bovengenoemde opties zijn van belang bij de behandeling van deze patiënt.

Slide 10 - Quizvraag

Een voedselvergiftiging berust op een bacterie of ander micro-organisme. Het lichaam moet die bacterie zo snel mogelijk verwijderen. Diarree is daarvoor ‘functioneel’, ook al is het vervelend voor de patiënt. Daarom geef je in principe géén diarreeremmers, tenzij het NIET anders kan (bijvoorbeeld als iemand een lange reis moet maken).
Wat kan worden weergegeven volgens de Bristol Stool Chart?
A
Consistentie van de ontlasting
B
De kleur van de ontlasting
C
Frequentie van de ontlasting
D
Hoeveelheid ontlasting

Slide 11 - Quizvraag

De Bristol Stool Chart geeft zeven mogelijke consistenties (‘diktes’) van ontlasting weer. Dit kan worden gebruikt om een patiënt te vragen hoe zijn ontlasting er meestal uit ziet (en om dus bijvoorbeeld te bepalen of er sprake is van obstipatie of diarree), en om in een verpleegkundige overdracht aan te geven hoe de ontlasting van een patiënt is. Dan kan bijvoorbeeld worden bepaald of er laxantia moeten worden gestart of niet.
Van welke aandoening is bekend dat deze ook vaak klachten kan geven, bijvoorbeeld van de ogen of gewrichten
A
Collitis ulcerosa
B
Prikkelbare darmsyndroom
C
Voedselvergiftiging
D
Ziekte van Crohn

Slide 12 - Quizvraag

De ziekte van Crohn lijkt een systemische ontstekingsziekte te zijn, die in het hele lichaam klachten kan geven. Zo kunnen bijvoorbeeld ontstekingen van de gewrichten en de ogen optreden. Dergelijke klachten worden vaak in eerste instantie gemist, maar het is wel belangrijk om deze goed te behandelen.
Bij een patiënt is de aanmaak van gal verstoord. Welke maaltijd zal hij moeilijker kunnen verteren?
A
Een patatje oorlog
B
Groentesoep
C
Een boterham met appelstroop
D
Een banaan

Slide 13 - Quizvraag

Gal is met name van belang bij de vertering van vetten. Het zorgt ervoor dat vet in kleinere druppeltjes wordt verdeeld, waardoor enzymen er gemakkelijker op kunnen inwerken. Een patatje oorlog bevat het meeste vet, en zal deze patiënt dus NIET goed kunnen verteren
Wat is het verschil tussen een ulcus (zweer) duodenum en een ulcus pepticum
A
De anatomische locatie
B
De pathogenese (verloop v.d. ziekte)
C
De oorzaak
D
De ernst van de aandoening

Slide 14 - Quizvraag

Een ulcus pepticum is een maagzweer, een ulcus duodeni is een zweer van de twaalfvingerige darm. Het ontstaansmechanisme is in hoofdlijnen hetzelfde: een disbalans tussen de productie van zuur en productie van het beschermende, basische slijm
Julian komt op de SEH met klachten die passen bij een maagzweer. Hoe wordt hij behandeld?
A
Operatief
B
Maagzuurremmers
C
Antibiotica
D
Maagzuurremmers en antibiotica

Slide 15 - Quizvraag

Een maagzweer wordt in minimaal 80% van de gevallen veroorzaakt door een Helicobacter Pylori infectie. Deze wordt met antibiotica behandeld. Daarnaast dient de disbalans tussen maagzuur en basisch slijm hersteld te worden. Dit kan door maagzuurremmers te geven. Er zijn GEEN operatieve behandelmogelijkheden bij een maagzweer. Een operatie is juist af te raden, omdat de kans op complicaties groot is.
Wat is geen mogelijke complicatie van een maagzweer?
A
Maagperforatie
B
Maagbloeding
C
Maagkanker
D
Alle bovengenoemde antwoorden kunnen een complicatie van een maagzweer zijn

Slide 16 - Quizvraag

Een maagbloeding en maagperforatie kunnen het gevolg van een maagzweer zijn, omdat de integriteit van de wand van de maag door het ulcus is aangetast. Soms komt het voor dat, met name bij H. pylori gerelateerde maagzweren, een ulcus de aanleiding is tot het ontstaan van een maagcarcinoom.