Cellen

 Cellen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Cellen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken.
Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken.

Cellen zijn de bouwstenen van organismen. Je lichaam bestaat uit verschillende typen cellen.


Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Uitleg cellen en opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.
Waarom zijn er veel verschillende vormen?

Slide 4 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving

  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven

  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA

Slide 5 - Tekstslide

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)

  • Bladgroenkorrels, voor fotosynthese

  • Celwand: stevig laagje om cel heen.

Slide 6 - Tekstslide

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 7 - Tekstslide

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 8 - Quizvraag


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 9 - Quizvraag

Welke soort cel is dit?
A
plantaardige cel
B
dierlijke cel
C
schimmel cel
D
bacterie

Slide 10 - Quizvraag

Zet van klein naar groot
A
Weefsel, cel, orgaan
B
cel, weefsel, orgaan
C
orgaan, cel, weefsel
D
cel, orgaan, weefsel

Slide 11 - Quizvraag

Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noem je de cellen van een mens?
A
Dierlijke cel
B
Menselijke cel
C
plantencel
D
plantaardige cel

Slide 13 - Quizvraag



Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 14 - Quizvraag

Welke cel is dierlijk?
A
Links
B
Rechts

Slide 15 - Quizvraag

Heeft een dierlijke cel cytoplasma?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 17 - Sleepvraag

Dierlijke cellen (wangslijmvlies)

Slide 18 - Tekstslide

uiencellen
wangslijmvlies

Slide 19 - Tekstslide

Verschillen uiencellen en wangslijmvliescellen

Slide 20 - Woordweb

Hoe heet het vlies om een dierlijke cel heen?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celorganel

Slide 21 - Quizvraag

Een dierlijke cel heeft een celwand
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Opdrachten 2.3
1 tot en met 6 vanaf blz 110

Slide 23 - Tekstslide

Practicum
Uien en waterpest
wangslijmvlies
evt  zetmeel / kleurstofkorrels

Slide 24 - Tekstslide

Practicum Wangslijmvlies
Een preparaat maken van je wangslijmvlies:
1. druppel op je objectglas een druppel jodium (gekleurde stof)
2. ga voorzichtig met het lepeltje langs de binnenkant van je wang
3. bekijk de cellen onder de microscoop. Welke onderdelen kan je benoemen?
4. maak een schematische tekening in je bio-schrift.

Slide 25 - Tekstslide