Kookboek gebruiken - doe woorden

Taal
Toegepast lezen - recept lezen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taal
Toegepast lezen - recept lezen

Slide 1 - Tekstslide

Praat er samen over
Wat is jouw lievelingseten?

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?
Na vandaag weet je dat er in een recept veel doe woorden staan. 

Doe woorden zijn woorden die je vertellen wat je moet doen.

Kijk maar eens!  

Slide 3 - Tekstslide

Lees eerst samen het recept.
Iedere stap begint met een doe woord. 
Een doe woord is iets wat je kan doen. 

Bijvoorbeeld:

Stap 1: Pak een pan. 

Kan jij uitbeelden hoe je iets moet pakken?

Slide 4 - Tekstslide

Doe woorden
Bij stap 2 staat: 

giet het water in de pan. 

Kan jij uitbeelden hoe je water giet?

Slide 5 - Tekstslide

Doe woorden
Stap 3 is:

schep de groenten erbij. 

Wat is het doe woord uit stap 3?

Het goede antwoord vind je onder het vinkje.

Beeld het doe woord daarna uit.
schep

Slide 6 - Tekstslide

Doe woorden


Wat is het doe woord uit stap 4?

Het goede antwoord vind je onder het vinkje.

Beeld het doe woord daarna uit.
roer

Slide 7 - Tekstslide

Doe woorden


Wat is het doe woord uit stap 5?

Het goede antwoord vind je onder het vinkje.

Beeld het doe woord daarna uit.
schenk

Slide 8 - Tekstslide

Doe woorden
Samen ben je opzoek geweest naar de doe woorden in het recept voor fruitsalade. 

Valt het je op dat de doe woorden altijd aan het begin van de zin staan?

Kijk nog maar eens goed naar het recept! 

Slide 9 - Tekstslide

Doe woorden


Kijk goed:

De doe woorden staan, in een recept, altijd aan het begin van de zin.

Kan jij de doe woorden aanwijzen?

Slide 10 - Tekstslide

Een recept schrijven
Als je zelf een recept schrijft, dan begint jouw zin dus ook met een doe woord. 

Praat er samen over:

Wat is een doe woord?
Waar staat een doe woord in de zin? Vooraan of achteraan?

Slide 11 - Tekstslide