Unit 3, lesson 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Today

1. StudyGo
2. Homework check
3. Grammar: some & any, present simple <> present continuous
4. (home) Work!
5. Looking back

Aan het einde van deze les..

1. .. heb je kennis gemaakt met de Cornell methode en hiermee geoefend.
2. .. is je geheugen opgefrist met betrekking tot some & any en oefen je hiermee.
3. .. kun je uitleggen wat het verschil is tussen de present simple en de present continuous. 

2. Homework check

Homework was:

• Exc. 10 & 11 

Check together:

10,11

Please, open your book: p.61

Some & any | present simple <> present continuous

Please, take out your notebook

De Cornell methode

Wat betekenen  some & any ook alweer?

Some & any = een paar, een beetje

Hoe weet je dan welke je nodig hebt?

Dat heeft te maken met het SOORT zin. Welke 3 soorten zinnen zijn er ook alweer?

Bevestigende zin (+)

Altijd some

I have some homework to do

Ontkennende zin (-)

Altijd any

I don't have any homework to do

Vragende zin (?)

Verwacht je het antwoord JA, dan some.

Would you like some water?

Verwacht je het antwoord NEE, dan any

Is there any milk left?

Samenstellingen 

Voor alle samenstellingen die je met some & any kunt maken, gelden dezelfde regels. 

• (+) some
• (-) any
• (?) JA: some
• (?) NEE: any

Werk in tweetallen.

5 minuten. 

Nakijken met random beurten. 

Vul in: some of any

Schrijf de volledige zin in je schrift. 

1. I didn’t see ______ friends at the park today.
2. Can I borrow ______ sugar for my coffee?
3. She has ______ interesting books in her collection.
4. Is there ______ cake left for us?
5. We don’t have ______ time to waste.
6. They need ______ help with the project.
7. Do you know ______ good restaurants nearby?
8. He didn’t make ______ mistakes on his test.
9. There are ______ new students in our class this year.
10. Are there ______ questions about the homework?

Gebruik je overlegstem. Ik hoor je, maar kan niet verstaan wat je zegt. 

Als je de beurt krijgt, moet je uit kunnen leggen waarom je 'some' of 'any' hebt ingevuld.

Present Simple vs Present Continuous

Werk in tweetallen.

5 minuten. 

Nakijken met random beurten. 

Vul in: present simple of present continuous

Schrijf de volledige zin in je schrift. 

1. She usually (go) to school by bike, but today she (take) the bus.
2. Look! The children (play) in the park.
3. My dad (not/work) on weekends.
4. What (you/do) right now?
5. They (visit) their grandparents every Sunday.
6. We (not/like) spicy food.
7. He (watch) a movie at the moment, so he (not/answer) his phone.
8. The teacher (give) us a test every Friday.
9. Why (you/run) so fast? Are you late?
10. I (think) you are right, but I (still/consider) other options.

Gebruik je overlegstem. Ik hoor je, maar kan niet verstaan wat je zegt. 

Als je de beurt krijgt, moet je uit kunnen leggen waarom je de 'present simple' of 'present continuous' hebt gebruikt.

Homework, Friday Nov. 8th:

Maken: 

• Exc. 21 t/m 24 (p.71 -p.73)
  

Leren:

• Checkbook unit 1, 2 & 3

      (p.162 t/m p.173)

• Voor jezelf
• In stilte
• Vragen? Steek je vinger op. 
• Tijd tot aan de afsluiting van de les.
• Klaar? StudyGo, Read Theory óf Write & improve.

Looking back:
Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen de present simple en de present continuous. Welke aandachtspunten zijn er?