In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H5 Reacties in beweging
H5.4 Beïnvloeding reactiesnelheid
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk 3, 4 en 5 paragraaf 5.3
Zijn er vragen over het huiswerk?
Slide 2 - Tekstslide
Deze les
Aan het eind van de les kan je met behulp van
- 5 factoren die de reactiesnelheid bepalen
- botsende deeltjes model
uitleggen hoe je de reactiesnelheid van een reactie kan beïnvloeden.
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je al? Hoe kan je de reactiesnelheid verhogen?
Slide 4 - Woordweb
Beïnvloeden van de reactiesnelheid
Vijf factoren zijn van invloed op de reactiesnelheid:
concentratie
verdelingsgraad
temperatuur
katalysator
soort stof
Slide 5 - Tekstslide
Botsende deeltjes model - microniveau
Een chemische reactie vindt alleen plaats als er een effectieve botsing is tussen de moleculen of deeltjes.
Een botsing is effectief als de botsing plaatsvindt met:
juiste energie
juiste oriëntatie
Effectieve botsing
Slide 6 - Tekstslide
Concentratie
Wanneer de concentratie omhoog gaat:
meer botsingen tussen deeltjes per tijdseenheid
meer effectieve botsingen
Slide 7 - Tekstslide
Verdelingsgraad
Wanneer de stof fijner is verdeeld:
--> het contactoppervlak is groter
meer botsingen tussen deeltjes per tijdseenheid
meer effectieve botsingen
Slide 8 - Tekstslide
Temperatuur
Wanneer de temperatuur omhoog gaat:
--> de moleculen bewegen met grote snelheid
meer botsingen tussen deeltjes per tijdseenheid
meer effectieve botsingen
--> de moleculen hebben een hogere energie-inhoud
het percentage effectieve botsingen gaat omhoog
Slide 9 - Tekstslide
Katalysator
Een katalysator is een hulpstof die de reactie sneller laat verlopen zonder zelf verbruikt te worden tijdens de reactie.
Een katalysator verlaagd de activatie-energie.
Slide 10 - Tekstslide
In welk diagram is de invloed van een katalysator juist weergegeven.
A
B
C
D
Slide 11 - Quizvraag
Katalysator
Een katalysator is een hulpstof die de reactie sneller laat verlopen zonder zelf verbruikt te worden tijdens de reactie.
Een katalysator verlaagd de activatie-energie.
Slide 12 - Tekstslide
Soort stof
Sommige stoffen reageren makkelijker met zuurstof dan andere stoffen.
IJzer roest makkelijk
Goud niet
Slide 13 - Tekstslide
Bij welke van de 5 factoren kan je het effect op de reactiesnelheid verklaren met het botsende deeltjes model?
Slide 14 - Woordweb
Botsende deeltjes model - microniveau
Vijf factoren zijn van invloed op de reactiesnelheid:
concentratie
verdelingsgraad
temperatuur
katalysator
soort stof
Effectieve botsing
Slide 15 - Tekstslide
Reactie snelheid vergroten
Meer effectieve botsingen per seconde nodig:
Concentratie verhogen: meer deeltjes om te botsen
Temperatuur verhogen: snellere én hardere botsingen
Verdelingsgraad (van vaste stof) verhogen: meer oppervlak
Katalysator toevoegen: maakt meer botsingen effectief
Meer reactieve stof: elke botsing effectiever
Slide 16 - Tekstslide
Reactiesnelheid - macroniveau
Verhogen van de temperatuur
Wanneer je de temperatuur verhoogt, verandert de reactiesnelheid.
Slide 17 - Tekstslide
Wanneer je de temperatuur verhoogt, verandert de reactiesnelheid. Leg met behulp van het botsende deeltjes model op microniveau uit hoe dit komt.
Slide 18 - Open vraag
Reactiesnelheid:
Verhogen van de temperatuur
Wanneer je de temperatuur verhoogt, verandert de reactiesnelheid (macroniveau). Op microniveau:
Door verhoging van de temperatuur gaan de deeltjes sneller bewegen en vinden er meer botsingen per tijdseenheid plaats.
Door de verhoogde temperatuur bevatten de deeltjes meer energie en neemt het percentage effectieve botsingen toe.
Slide 19 - Tekstslide
Reactiesnelheid: Verhogen van de concentratie
Wanneer je de concentratie verhoogt, verandert de reactiesnelheid.
De afname van de beginstof verloopt in het begin van de reactie sneller.
Op microniveau: meer botsingen tussen deeltjes per tijdseenheid
meer effectieve botsingen
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk 5 April
Leren Paragraaf 5.4 en maken opdrachten 3, 4 en 6
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht - wat zijn de juiste antwoorden?
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Vraag 26. Twee reacties hebben dezelfde activeringsenergie. Toch verloopt bij deze temperatuur de ene reactie 10x sneller dan de andere. Leg uit welke factoren hier een rol kunnen spelen.