Vraag aan iemand waar de bioscoop is -. ¿Dónde está el cine?
Vraag aan iemand of hij weet waar het park is -> ¿Sabe usted dónde está el parque?
Zeg dat het metrostation heel dichtbij is -> La estación de metro está muy cerca
Zeg dat er in Barneveld weinig supermarkten zijn -> En Barneveld hay pocos supermercados
Zeg dat de school links van de kerk is -> La escuela está a la izquierda de la iglesia
Zeg dat het museum dichtbij het ziekenhuis is -> El museo está cerca del hospital
Zeg dat het park naast de school is -> El parque está al lade de la escuela
Zeg dat de bibliotheek heel ver weg is -> La biblioteca está muy lejos