Essay schrijven

Essay schrijven: 600-700 woorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Essay schrijven: 600-700 woorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt een eerste versie van je essay schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Richtlijnen essay schrijven 
  • Begin met een pakkende inleiding die de lezer handvatten geeft over de inhoud en tegelijk nieuwsgiering maakt naar de rest van de tekst.
  • Geef in de kern van je essay op een heldere en originele manier je  standpunt en argumenten weer. Ontkracht zo mogelijk tegenargumenten.
  • Maak een logische alineaverdeling in je tekst en zorg dat de verbanden duidelijk zijn.


Slide 3 - Tekstslide

Richtlijnen essay schrijven 
  • Eindig met een conclusie die logisch voortvloeit uit de afweging van alle argumenten en/of vragen en antwoorden die je aan de orde hebt gesteld.
  • Schrijf in een passende, actieve, levendige en aantrekkelijke stijl waarbij je jezelf in de lezer verplaatst.
  • Maak een duidelijk onderscheid tussen feiten en interpretaties van jou en van anderen.
  • Neem geen tekstdelen, behalve misschien een kort citaat, letterlijk over uit de achtergrondinformatie, parafraseren mag wel.

Slide 4 - Tekstslide

Richtlijnen essay schrijven 
  • Zorg voor correct taalgebruik, spelling en interpunctie.
  • Voorzie je essay van correcte en volledige bronvermelding.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

essay
hoe vermijd je de valkuilen?

Slide 7 - Tekstslide

Pas op met 'echter'
Echter gaat hij naar huis.
Hij gaat echter naar huis.
Echter, hij gaat naar huis.

Slide 8 - Tekstslide

vermijd de naamwoord-stijl
Schrijf niet:
Het hebben van haaruitval is een probleem.
Schrijf liever:
Het is een probleem als je haaruitval hebt.

Slide 9 - Tekstslide

vermijd de lijdende vorm
schrijf niet: 
We worden gecontroleerd door de belastingdienst.
schrijf liever:
De belastingdienst controleert ons.

Slide 10 - Tekstslide

vermijd absolute beweringen
Schrijf niet:
Fanatici reageren altijd onredelijk.
Schrijf liever:
Fanatici reageren vaak onredelijk.

Slide 11 - Tekstslide

tijd
Kies per alinea voor 1 tijd: alle persoonsvormen in de tt of vt

Slide 12 - Tekstslide

Komma's!
Plaats een komma:
-voor een voegwoord
-bij opsommingen
-tussen 2 pv's
Omdat het regent, blijf ik thuis.
Ik blijf thuis, omdat het regent.

Slide 13 - Tekstslide

STIJLFIGUREN

Je kunt stijlfiguren in taal vergelijken met een bepaalde manier van kleden of een bepaalde manier van muziek maken. Iemand kan opvallen door zijn kledingstijl of een popgroep kan opvallen door zijn muziekstijl. Zo is het ook met stijlfiguren. Door iets op een bijzondere manier te zeggen of te schrijven, vraag je aandacht voor je boodschap.

Slide 14 - Tekstslide

stijlfiguren
repetitio, hyperbool, retorische vraag, metafoor, alliteratie, trikolon
Kijk in NN

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag:-)
Werk je onderwerp uit a.d.h.v. het uitgedeelde bouwplan. 
Heb je dat al gedaan? Begin dan aan je eerste versie van je essay.
SUCCES!

Slide 16 - Tekstslide

Onderwerpen
-Wat/welk aspect is sterk in welk boek?
-Karaktereigenschappen: waar het beste uitgewerkt?
-Perspectieven: welke (vertel)perspectieven worden gekozen?
-Welke schrijver werkt het thema op een betere manier uit
-Verschillen/overeenkomsten
-Plot

Slide 17 - Tekstslide