Hoe maken we keuzes
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Ga met leerlingen in gesprek: waarmee kun je het gedrag van je broertje/zusje/vriend/vriendin beïnvloeden? Op welke manier gebruikt een ouder invloed om jouw gedrag te beïnvloeden. Op die manier beseffen ze dat ze zelf ook macht hebben en dat er macht over hen wordt uitgeoefend.
Door over deze vragen in gesprek te gaan, laat je de leerlingen al nadenken over verschillende machtsmiddelen.
Op welke manier gebruikt een ouder zijn invloed om jouw gedrag te beïnvloeden? (straf, positief benaderen)
Bruggetje naar machtsmiddelen
Slide 4 - Tekstslide
Een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Slide 5 - Tekstslide
Een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Slide 6 - Tekstslide
* lastige foto -
Een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Slide 7 - Tekstslide
Een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Slide 8 - Tekstslide
Een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Slide 9 - Tekstslide
Een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Slide 10 - Tekstslide
Een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Slide 11 - Tekstslide
Een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Van welke machtsbronnen kan een Nederlandse politicus gebruikmaken?
Van welke machtsbronnen kan
een Nederlandse politicus gebruikmaken?
een Nederlandse politicus gebruikmaken?
Slide 12 - Woordweb
Functie/beroep
Kennis en vaardigheden
Status/aanzien
Overtuigingskracht
Aantal personen (bij verkiezingen)
Welk machtsmiddel?
Een arts opereert een mevrouw aan haar knie
Een arts opereert een mevrouw aan haar knie
A
Aantal
B
Overtuigingskracht
C
Kennis
D
Functie / Beroep
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een belangentegenstelling?
A
Dat wat jij belangrijk vindt.
B
Het voordeel dat je ergens van hebt.
C
Belangen die niet kloppen.
D
Belangen die botsen.
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie hoort er niet bij je sociale omgeving?
A
Je teamgenoten
B
Je collega's op werk
C
Je klasgenoten
D
De medewerkers van de supermarkt
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een goed voorbeeld van een gedragsregel?
A
Handen schudden bij het voorstellen
B
Niet door rood lopen
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Eerlijkheid en gezondheid zijn voorbeelden van:
A
Waarden
B
Normen
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk begrip wordt omschreven als "een principe dat mensen belangrijk vinden"?
A
Een norm
B
Een waarde
C
Een belang
D
Een probleem
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een leraar maakt gebruik van het machtsmiddel ……….. als hij aan leerlingen strafwerk geeft.
Welk woord is weggelaten?
Welk woord is weggelaten?
A
Functie.
B
Geld
C
kennis
D
overtuigingskracht
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
