12.3 Soorten veranderen

Huiswerk over 12.2
Vragen?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk over 12.2
Vragen?

Slide 1 - Tekstslide

Een man en een vrouw hebben allebei de ziekte van Huntington (dominante overerving). Ze hebben al een gezonde dochter samen gekregen. Hoe groot is de kans dat hun volgende kind ook gezond is?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 2 - Quizvraag


Twee witte Leghorns worden met elkaar gekruist.
De stamboom geeft de resultaten van deze kruising weer.
Wat is het genotype van de ouders?
A
Beide hebben genotype AA
B
Beide hebben genotype aa
C
Beide hebben genotype Aa
D
Eén van beide heeft genotype AA, de ander Aa.

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk de stamboom hiernaast voor de eigenschap links- en rechtshandigheid. De witte symbolen stellen linkshandige personen voor en de zwarte symbolen rechtshandige.
Kun je aan de hand van deze stamboom zeggen welk allel dominant is? Licht je antwoord toe.

Slide 4 - Open vraag

Twee ouders zijn drager van een recessief overervende ziekte. Zij zijn in verwachting van een kind. Hoe groot is de kans dat dit kind ook drager is?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer laten ouders een stamboomonderzoek doen?
Een stamboom geeft informatie over hoe een eigenschap overerft.

Erfelijkheidsvoorlichters gebruiken stambomen om een advies te kunnen geven aan mensen die een erfelijke aandoening in de familie hebben.

Slide 6 - Tekstslide

12.3 Soorten veranderen

Slide 7 - Tekstslide

Hoelang is er al leven
 op aarde?
- Aarde is ong. 4.5 miljard jaar oud 

-> Geen leven op aarde
-> Geen zuurstof in lucht, maar
-> mengsel van gassen uit vulkanen. 

filmpje 7 min. 'hoe is leven ontstaan?'

Slide 8 - Tekstslide

Hoelang is er al leven op aarde?
1e organismen: cyanobcterién (blauwalg)
- ontstonden 3,5 miljard jaar geleden in water
- kunnen (net als planten) zuurstof maken
daarna: 
algen en dieren in water (geen leven op land)
en toen:
UV-straling is te schadelijk voor het leven op aarde. Door zuurstof (van de cyanobacterien) ontstaat er ozon (door reactie met UV). Hierdoor bescherming tegen UV. Nu leven op aarde mogelijk!

Slide 9 - Tekstslide

Minder UV-straling
-> ook leven op land.
(400 miljoen jr. geleden)
1e planten:  algen, daaruit andere groepen.
1e dieren: ongewervelden; kwallen, zeesterren.
Later duizendpoten, insecten. Toen
-> 
mét wervelkolom; vissen,
-> amfibieën.
-> reptielen, vogels, zoogdieren (wij!)

Slide 10 - Tekstslide

Verwantschap
Verwantschapsschema:
schema met afstamming van verworven soorten en hun uitgestorven voorouders  

Gemeenschappelijke voorouder: soort waaruit verschillende soorten zich ontwikkeld hebben  
- soorten met recent gemeensch.voorouder staan dicht bij elkaar in schema: zijn verwant
Verwant:
Dieren die verwant zijn, tonen veel overeenkomstige kenmerken, door recente gemeensch.voorouder. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Waardoor veranderen soorten?
Evolutie = veranderen van soorten en ontstaan van nieuwe soorten
Evolutietheorie
 theorie die dit verklaart. Opgesteld door Charles Darwin 

'Hoe kan het dat soorten veranderen en de ene soort uit de andere soort is ontstaan?'

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Soorten kunnen veranderen als..
1. er variatie in eigenschappen als gevolg van mutaties in het DNA optreedt

2. de eigenschappen die variëren, erfelijk zijn
3. er natuurlijke selectie op deze eigenschappen plaatsvindt

<- filmpje 2.5 min. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe onstaan nieuwe soorten?
Survival of the fittest: de best passende varianten overleven en planten zich voort.

Door isolatie kunnen nieuwe soorten ontstaan.

filmpje
= 2 min. 

Slide 16 - Tekstslide

Welke vraag heb jij nog?

Slide 17 - Woordweb

12.4 Evolutie van de mens

Slide 18 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij 'evolutie'?

Slide 19 - Woordweb

1. Vul de tekst aan.
geloven dat de
afstammen van andere
Zo'n langzame
noemen we 
................................
..........................
....................
..................
................
ontwikkeling
diersoorten
evolutie
biologen
mensen

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe komt men aan de term 'Survival of the fittest'?
A
De sterkste wint
B
De fitste wint
C
De best aangepaste overleeft
D
De beste overlever is het fitst

Slide 21 - Quizvraag

Noem minstens één manier hoe soorten kunnen veranderen

Slide 22 - Open vraag

Doelen van 12.4
Je kan uitleggen hoe de 
voorouders van de mens 
eruitzagen en hoe zij leefden.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe veranderden onze voorouders
Mensapen: gibbons, orang-oetans, gorilla’s, mensen, chimpansees en bonobo’s

- duim is opponeerbaar (kan tegenover de vingers geplaatst worden)
- hebben geen staart

Slide 24 - Tekstslide

Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld?
(kies de beste uitleg)
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er door micro-evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan
D
Dat er veel apen zijn.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Waar komen wij vandaan?
Mensachtigen: Organismen die rechtop lopen:
Australopithecus en  Homo-soorten

- ruim 3.5 miljoen jaar geleden ontstaan in oosten van Afrika

- Schedel leek erg op chimpansee + zelfde hersenvolume.
'Meet' Lucy: 'Austraopithecus afarensis' : skelet gevonden in 1974 in Ethiopië: leefde 3.65 miljoen jaar geleden 

Slide 27 - Tekstslide

Dus.. even op 'n rij;
van mens naar aap
Leefomgeving:
eerst in het bos, later op de savanne



Veranderingen:
- hersenvolume nam toe
- wenkbrauwboog en kam op hoofd werden kleiner
- kaken werden kleiner en minder krachtig en de kin ontstond



Slide 28 - Tekstslide

Tot welke menssoort behoren wij?
A
Homo Habilis
B
Homo Erectus
C
Homo Neandertahalensis
D
Homo Sapiens

Slide 29 - Quizvraag

Evolutie van de mens
7 miljoen jaar geleden een gemeenschappelijke voorouder.

Autralophithecus afarensis - geen opponeerbare teen
Homo habilis - 'handige mens' - stenen werktuigen
Homo erectus - 'rechtopstaande mens' - jagers en vissers, vuur
Homo sapiens - 'denkende mens'-  plat gezicht, groot hersenvolume



Slide 30 - Tekstslide