Werksessie: observatie lessen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. Doel bijeenkomst -> hogere doel JdW
  2. Observeren vanuit eigen rol
  3. Kwaliteitskaart
  4. Hoge verwachtingen en lesobservaties
  5. Casuïstiek
  6. Terugblik 

Slide 2 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
     1. Doel bijeenkomst
Aan het eind van deze werksessie...
  1. weet ik wat er (werkend vanuit mijn rol) van mij wordt verwacht bij het uitvoeren van een lesbezoek.
  2. heb ik kennisgenomen van theorie, maar ook van praktijkervaringen, om het gesprek na een lesobservatie kansrijk te laten verlopen.
  3. heb ik bij beeldmateriaal het JdW-lesobservatieformulier gebruikt en een casus geoefend.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hogere doel
Verbeteren en bewaken van de leskwaliteit door gericht in te zetten op lesobservatie.

Slide 4 - Tekstslide

Verbeteren van de leskwaliteit --> instrument: lesobservaties!
Onze onderwijskundige bril: JDW-kijkwijzer 3.0


What high expectations leaders do...
  • Say it (communiceer het)
  • Organize it (organiseer het)
  • Model it (laat het zien of voordoen)
  • Protect it (bescherm het)




 (Saphier, 2017)

Slide 5 - Tekstslide

Say it: op alle mogelijke manieren, op ceremoniële momenten (bijv. begin schooljaar), op de website van de school, maar ook op standaard agenda/vergadermomenten gedurende het jaar en tijdens reflectiegesprekken na lesbezoeken (komt neer op: zeggen waar het op staat)

Organize it: Bied kansen om een school te zijn van hoge en positieve verwachtingen van alle leerlingen. Geef ruimte om fouten te maken, maar laat ook zien/horen hoe het anders kan (kwantitatief hebben we al vele scholingsmomenten georganiseerd, maar hoe staat het er kwalitatief voor?)

Model it: Biedt mogelijkheden aan waar leraren het goede voorbeeld kunnen zien bij andere collega’s. (moddeling is de krachtigste vorm van leren, good practices, collegiale consultaties met expertleraren ‘lesgeven vanuit hoge verwachtingen’)

Protect it: Verdedig leraren die werken vanuit de bouwstenen van hoge positieve verwachtingen en zich houden aan de denkkaders, maar zorg ook voor een duurzame inbedding (houd er rekening mee dat leraren ook een terugval (kunnen) krijgen, bescherm hen dus wanneer zij de intentie hebben om onderwijs te verzorgen vanuit hoge verwachtingen, ook op momenten waarin dit (nog) niet lukt.


2. Observeren vanuit eigen rol
WAT VERWACHTEN WIJ VAN COORDINATOREN?

EN VAN SCHOOLOPLEIDERS?

EKRAM AJB AANVULLEN


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesobservatieformulier

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesobservatie rubric

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het nagesprek: Welke rol neem ik in?
(Vass, 2016; Voerman & Faber, 2020)

Slide 9 - Tekstslide

Het coachingscontinuüm (Andy Vass, 2016)
Een mentor is iemand om VAN te leren: een putting-in activiteit.
Een coach is iemand om MEE te leren: een pulling-out activiteit.

Het stellen van vragen!
bedoeling? wat is je bedoeling? 
houding? welke houding vraagt dit?

Begeleidingsvormen binnen (didactisch) coaching 
(Visser, 2014; Voerman & Faber, 2020)

Slide 10 - Tekstslide

Didactisch coachen:
verhelderen en spiegelen
(categorie 2 + 3; op inhoud, werkwijze, strategie)
doel: vergroten van bewustzijn!

1. Overnemen: de interne expert weet welk onderwijsgedrag voor de leerkracht het effectiefst is en legt uit hoe, wat en wanneer de leerkracht moet doen.
2. Adviseren: de interne expert geeft op basis van zijn deskundigheid aanbevelingen voor wat de leerkracht zou kunnen doen.
3. Aanvullen: de interne coach luistert naar de mogelijke oplossingen van de leerkracht en geeft hierbij nog wat extra aandachtspunten en ideeën, zodat de oplossing van de leerkracht (nog) meer effect heeft.
4. Verhelderen: de interne expert uit veronderstellingen van de leerkracht die ten grondslag kunnen liggen aan problemen en ideeën van de leerkracht, zodat de leerkracht meer inzicht krijgt en zijn bewustzijn wordt vergroot.
5. Spiegelen: de interne expert koppelt de ideeën van de leerkracht terug en stelt allerlei vragen, zodat de leerkracht zelf tot een groter inzicht en bewustzijn komt.
6. Beschikbaar zijn: de interne expert maakt duidelijk dat hij beschikbaar is om de leerkracht te ondersteunen als hij daar behoefte aan heeft.


In het nagesprek wordt het verschil (niet) gemaakt
Tips:
1. Focus op vooruitgang en resultaatgerichtheid.
2. Wees specifiek en houdt het relevant.
3.  Wees objectief, respectvol en gericht op gedrag


Om te onthouden:
  • Een zo objectief mogelijke observatie is voorwaardelijk
  • We hebben weinig aan goede observaties, wanneer dit niet opgevolgd wordt door reflectieve nagesprekken.
  • Leraren kunnen een terugval krijgen, en leraren die het nu (nog) niet (voldoende) laten zien kunnen dit in de toekomst altijd ontwikkelen.
  • Coaching blijft dus altijd nodig!

Slide 11 - Tekstslide

Criteria nagesprek:
1. Inzetten op effect leraren en leerlingengedrag
2. Inzetten op ontwikkeldoelen adv de kijkwijzer
Lesbezoek

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Kwaliteitskaart Lesbezoeken
Alle betrokken collega’s die een lesbezoek uitvoeren:
  • gebruiken hetzelfde lesobservatieformulier op dezelfde wijze (volgens rubric).
  • bezitten kennis van de visie op leren en gedrag
  • bij startende collega’s, leggen de focus op de bouwstenen: startklaar, leerdoelgericht werken en/ of afsluiting. Al naar gelang de ontwikkeling worden er meer bouwstenen toegevoegd.
  • hebben een positieve grondhouding. Feedback wordt opbouwend geformuleerd en gedoseerd aangeboden. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Hoge verwachtingen en lesobservaties

Slide 14 - Tekstslide

Vanuit een moreel ethisch aspect (verbinden met kinderrechtenverdrag)
       Vanuit een onderwijskundig aspect (geen enkele factor heeft meer impact op de benutting van hun leerpotentieel.
2. Omdat onderwijs vanuit hoge verwachtingen gaat over een investering op groepsniveau (klaslokaal) en schoolniveau (professionals onderling)

Hoge positieve verwachtingen gaan over....

Verwachtingspatronen die ontstaan tussen docent en leerling (niveau: klaslokaal)
Bv. docent heeft hoge verwachtingen        leerling vormt hoge verwachtingen van zichzelf        positieve invloed op leergedrag en leerprestaties.

Maar gaat evengoed om verwachtingspatronen die bestaan of ontstaan tussen onderwijsprofessionals binnen de school (niveau: school)
Bv. Teamleider/ schoolopleider heeft hoge verwachting van docent         docent vormt hoge verwachtingen van zichzelf         positieve invloed op leergedrag en leerprestaties.



Slide 15 - Tekstslide

Vanuit een moreel ethisch aspect (verbinden met kinderrechtenverdrag)
       Vanuit een onderwijskundig aspect (geen enkele factor heeft meer impact op de benutting van hun leerpotentieel.
2. Omdat onderwijs vanuit hoge verwachtingen gaat over een investering op groepsniveau (klaslokaal) en schoolniveau (professionals onderling)

Verwachtingen
(Jacobson & Rosenthal, 1968; Weinstein, 1986; Saphier, 2017; Rubie Davies, 2015)

Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Vragen stellen
Laten we met elkaar inzoomen op de verschillende typen vragen die wij aan leerlingen stellen.

Slide 17 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 18 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Categorie I
- hoe heb je dit aangepakt?
- wat vond je goed gaan? Wat minder?
- wat zou je de volgende keer anders doen?
- wat was jouw doel?
- heb je het resultaat bereikt?
- wat zou je nog meer kunnen proberen?

Slide 19 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Categorie II
Denken en redeneren

- hoe zou je dit probleem op een andere manier kunnen aanpakken?
- welke stappen ga je nu ondernemen om jouw doel te bereiken?
- hoe ga je ervoor zorgen dat je deze vaardigheid verder ontwikkelt?
- wat zou een volgende stap kunnen zijn in dit proces?

Slide 20 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Categorie III
Vragen op zelfregulatie

- wat maakt het dat je voor deze aanpakt kiest?
- welke kwaliteiten van jezelf ga je inzetten om jouw doel te bereiken?
- waar komt die drive vandaan?
- wat houdt je tegen om het anders te doen?
- hoe ga je dit vasthouden?

Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 22 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

5. Casus 1
Casus 1: 
Hans, docent biologie
Doelgroep: VMBO
Fragment: lesopening


Opdracht:
1. Vul de kijkwijzer in voor de rubric 'startklaar'
2. Welke feedback en welke vragen noteer je onder de rubrics?

Slide 23 - Tekstslide

Vanuit een moreel ethisch aspect (verbinden met kinderrechtenverdrag)
       Vanuit een onderwijskundig aspect (geen enkele factor heeft meer impact op de benutting van hun leerpotentieel.
2. Omdat onderwijs vanuit hoge verwachtingen gaat over een investering op groepsniveau (klaslokaal) en schoolniveau (professionals onderling)

Welke feedback geef je?
En welke vragen stel je?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Casus 2
Casus 2: 
Douwe, 4e jaars student Engels (HBO)
Doelgroep: VMBO
Fragment: 'fuck you!'

Opdracht: 
1. Bij welk onderdeel van het observatieformulier 
past dit fragment?
2. Welke feedback en welke vragen noteer je onder de rubrics?

Slide 25 - Tekstslide

Vanuit een moreel ethisch aspect (verbinden met kinderrechtenverdrag)
       Vanuit een onderwijskundig aspect (geen enkele factor heeft meer impact op de benutting van hun leerpotentieel.
2. Omdat onderwijs vanuit hoge verwachtingen gaat over een investering op groepsniveau (klaslokaal) en schoolniveau (professionals onderling)

Welke feedback geef je?
En welke vragen stel je?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem ik mee voor de volgende lesobservatie?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Aan het eind van deze werksessie...
  1. weet ik wat er (werkend vanuit mijn rol) van mij wordt verwacht bij het uitvoeren van een lesbezoek.
  2. heb ik kennisgenomen van theorie, maar ook van praktijkervaringen, om het gesprek na een lesobservatie kansrijk te laten verlopen.
  3. heb ik bij beeldmateriaal het JdW-lesobservatieformulier gebruikt en een casus geoefend.



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies