overzicht periode 6: doelen
Doel 1
1a ik kan de belangrijkste informatie verstaan en onderscheiden in korte opgenomen stukken over alledaagse zaken
1b ik kan in vertrouwde situaties feitelijke informatie begrijpen
1c ik kan het belangrijkste punt herkennen van nieuwsberichten op tv
1d ik kan het onderwerp herkennen van een discussie
Doel 2
2 woorden die te maken hebben met omgeving, reizen, vrije tijd, communicatie, gevoelens, werk, techniek, gezondheid en het lichaam correct vertalen (FN)
Doel 3 en 4
3 ik kan woorden/ zinnen die te maken hebben met het maken van een afspraak in een restaurant vertalen en gebruiken(FN/NF)
4a ik kan de ontkenning gebruiken
4b de werkwoorden kunnen en willen gebruiken in de présent, passé composé, imparfait en futur simple
4c ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken in een zin
4d ik kan de imparfait en de passé composé in een zin gebruiken
4e de conditionnel gebruiken om in het Frans beleefd dingen te kunnen vragen