Week 47

Week 47
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Week 47

Slide 1 - Tekstslide

                                              Hoy es martes 19 de noviembre del 2024
¡Hola!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat hebben we de laatste les gedaan?
Bespreek het met je klasgenoot/klasgenote
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

En la clase de hoy:
En esta clase aprendo (In deze les leer ik): 
  • Los meses del año/ los números
  • Hacer ejercicios (opdrachten maken)
Evaluatief:
  • Quiz
Lesdoel: Ik kan aan het einde van de les vertellen op welke data een evenement valt.

Slide 5 - Tekstslide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo los meses del año leer ik de maanden in he jaar
2. ...repaso los números 0-31 herhaal ik de getallen 0-31
3. ...repaso frases para presentarme herhaal ik zinnen om mezelf voor te stellen


Slide 6 - Tekstslide

Los números 0-31

Slide 7 - Tekstslide

1 uno          6 seis.     11 once.          16 dieciséis
2 dos         7 siete.    12 doce.         17 diecisiete
3 tres.       8 ocho.    13 trece.        18 dieciocho
4 cuatro   9 nueve   14 catorce.   19 diecinueve
5 cinco     10 diez     15 quince      20 veinte     
... 30 treinta

Los números

Slide 8 - Tekstslide

Los meses del año

Slide 9 - Tekstslide

La fecha De datum
el + [dag] + de + [maand]

> el 1 de enero

> el 23 de julio

Hoy es miércoles, el veintiuno de septiembre.

Slide 10 - Tekstslide

El calendario de la clase
1. Vertel wanneer jouw verjaardag is, in het Spaans. 

2. Werk in groepjes van 2. Maak een kalender met de verjaardag van de ander. 
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Vamos a hacer ejercicios...
  • Ejercicio 41 (blz 42)
  •  Ejercicio 42 (blz 43)
  • Ejercicio 43 ''           ''
  • Ejercicio 44  ''          ''
  • Ejercicio 45   ''          ''
  • Ejercicio 46    ''         ''

Slide 12 - Tekstslide

Presentarte Jezelf voorstellen
Me llamo Ik heet...
Tengo ... años Ik ben ... jaar
Mi cumple es el... Ik ben jarig op...
Soy de ... Ik kom uit...
Vivo en ... Ik woon in...
Mi número de teléfono es el... Mijn telefoonnummer is...
Mi correo electrónico es... Mijn e-mailadres is...

LT p 20

Slide 13 - Tekstslide

¡Un poco de español!
Begroeten
  • Hola
  • Buenos días
  • Buenas tardes
  • Buenas noches
Afscheid nemen
  • Adiós
  • Hasta luego
Je naam zeggen
  • ¿Cómo te llamas?
  • Me llamo [naam]
Je woonplaats zeggen
  • ¿Dónde vives?
  • Vivo en [woonplaats]
Je leeftijd zeggen
  • ¿Cuántos años tienes?
  •  Tengo [leeftijd] años.
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het werkwoord voor "zijn"?
Schrijf alle vervoegingen op

Slide 15 - Open vraag

SER - ZIJN
Yo Soy
Ik ben
Tú eres
Jij bent
Él/ella/Usted es
Hij/zij/U is
Nostros/as somos
Wij zijn
Vosotros/as sois
Jullie zijn
Ellos/ellas/Ustedes son
Zij zijn

Slide 16 - Tekstslide

¡Salida! Kies de juiste vervoeging bij elke zin.
timer
1:00
C.  Yo y Carlos..............estudiantes.
A. Yo............de México.
B. Carlos...........mi amigo.
E. Tú.....holandesa.
D. Ustedes..........de Holanda.
F. Vosotros.........amigos, ¿verdad?
G. Ella.......la profesora de español.
soy
es
sois
eres
son
somos
es

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is het werwoord voor "zich heten"?
Schrijf alle vervoegingen op

Slide 18 - Open vraag

LLAMARSE (heten)
yo me llamo
ik heet
te llamas
jij heet
él/ella/usted se llama
hij/zij/u heet
nosotros nos llamamos
wij heten
vosotros os llamáis
jullie heten
ellos/ellas/ustedes se llaman
wij heten

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het werkwoord voor "hebben"?
Schrijf alle vervoegingen op

Slide 20 - Open vraag

Tener= hebben
                                          e > ie

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen

Slide 21 - Tekstslide

Sleep de vervoeging van TENER 
timer
1:00
Lars y Thijs _____ (tener) un perro
Quirine y yo______(tener) amigas en Argentina.
Tú________ (tener) un perro muy bonito.
Yo _______ (tener) un apartamento en Madrid
Peter y tú _____(tener-vosotros) familia en España.

 tienen

tenemos
tienes

tengo

tenéis 

Slide 22 - Sleepvraag

timer
0:20
el apellido
hasta pronto
escribir
schrijven
de achternaam
tot snel

Slide 23 - Sleepvraag

timer
0:20
jij bent
hoe is het?
hoe gaat het?
ik ben Nederlands
soy holandesa
tú eres
¿qué tal?

Slide 24 - Sleepvraag

hoe zeg ik
'hoe oud ben je?'
A
¿Cómo te llamas?
B
¿Cuántos años tienes?

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video