- Een zin eindigt met een .?!
- een komma gebruik je:
1. tussen twee persoonsvormen (Als Karin wint, mag ze door naar de finale)
2. voor verbindingswoorden: doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra.
3. in opsommingen die uit meer dan 2 delen bestaan.
De grijze, dikke kat eet veel.
4. twee bijvoeglijke naamwoorden die bij hetzelfde zelfstandig naamwoord horen.
5. aan het eind van een citaat wanneer er nog een stuk zin achteraan komt.
“De sommen zijn best moeilijk”, zei Bram tegen zijn meester.
Zet in het algemeen geen komma voor en en of.