In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Week 4
Uitleg examen spreken/gesprekken voeren
Hoe kan je je voorbereiden
Slide 1 - Tekstslide
Idiom of the week!
What do you think the idiom is about:
''Add insult to injury''
Slide 2 - Tekstslide
Idiom of the week!
''Add insult to injury''
Meaning:
Do something to make a bad situation worse
Example:
Learning she failed her test on the same day as her best friend moved away added insult to injury.
Slide 3 - Tekstslide
Spreken en gesprekken voeren
Examens
Niveau
Kennen/kunnen
Nu Engels
Slide 4 - Tekstslide
Instelling examens
2 Instellingsexamens
2 beoordelaars
Per examen twee onderdelen
10 min voorbereidingstijd + woordenboek
Spreken 2x 3 min
Gesprekken voeren 2x kort gesprekje met docent
Slide 5 - Tekstslide
Spreken A2
Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.
Slide 6 - Tekstslide
Gesprekken voeren A2
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Slide 7 - Tekstslide
Examen spreken
10 min voorbereiden met woordenboek > 10 steekwoorden
Jij spreekt twee keer 3 minuten alleen
Onderwerpen zoals: Jezelf, je omgeving, je werk/stage, Nederland.
Slide 8 - Tekstslide
Examen gesprekken voeren
10 min voorbereiden met woordenboek > 10 steekwoorden
Jij spreekt twee keer 2/3 min met de docent.
Onderwerpen zoals: Jezelf, je omgeving, je werk/stage, Nederland, de weg wijzen, social talk.
Slide 9 - Tekstslide
Waar word je op beoordeeld?
Hou je je aan de opdracht, alles genoemd?
woordenschat / woordgebruik / grammatica
Zijn de zinnen verbonden (and, but, because etc)
Vloeiendheid / Uitspraak
(GV) Interactie
Niet verstaanbaar/ te veel Nederlandse taal (niet accent) = geen cijfer!
Slide 10 - Tekstslide
Tips spreken/gesprekken voeren
Neem jezelf op
Mogelijke onderwerpen > verbreed je woordenschat
Oefen met grammatica
Als je een woord niet weet omschrijf het dan > GEEN NEDERLANDS!
Steekwoorden/ vertaling alleen gebruiken in een goed lopende zin
Slide 11 - Tekstslide
Hoe kan je ''de zorg'' omschrijven als je even niet op het woord kan komen?
Slide 12 - Open vraag
Hoe vertel je in het Engels waar je woont?
Slide 13 - Open vraag
Wat is ''stage'' in het Engels.
Slide 14 - Open vraag
Tips gesprekken voeren
Vraag om herhaling, dit geeft je meer nadenk tijd.
Herhaal een deel van de vraag, zo krijg je een langer antwoord.
Beantwoord vragen niet alleen met yes/no.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe kan je ''stage'' omschrijven als je het woord internship bent vergeten?
Slide 16 - Open vraag
Jezelf voorstellen
Hoe heet je?
Hoe oud ben je?
Waar woon je? Met wie?
Wat studeer je?
Waar werk je/ loop je stage?
Goede oefening om te kijken wat je wel/nog niet weet
Slide 17 - Tekstslide
Nu Engels
- Hoofdstuk 8 t/m 11 gaan over talking and presenting (spreken en gesprekken voeren). Je kan de exam exercises van elke paragraaf gebruiken om te oefenen voor het examen. (opnemen en opsturen naar de docent kan helpen)
- Je kunt uitleg vragen over een of meerdere grammatica onderdelen die je nog lastig vindt.
- Zorg kopje NU Engels
Slide 18 - Tekstslide
Hoe kan je oefenen?
Bereid de mogelijke onderwerpen voor
Schrijf eens een oefenexamen uit + laat controleren door je docent.
Woordenlijsten zorg/school
Oefenexamen uitvoeren bij docent aan het bureau
Oefenen met de tijd volmaken voor spreken
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag!
Ga aan de slag met je eigen planning voor deze les!