In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Les 6
Slide 1 - Tekstslide
Schoolopdrachten vorige week
* Tijdvak 9
Schrijf de belangrijkste informatie op over het tijdvak wereldoorlogen. Doe dit weer in kernwoorden en schrijf in je schrift.
Slide 2 - Tekstslide
Tijdvak 9 wereldoorlogen
In deze tijd vonden de eerste en tweede wereldoorlog plaats.
Veel mensen waren arm, hadden geen werk of stierven door geweld.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
De Eerste Wereldoorlog
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet je eigenlijk al
over de Eerste Wereldoorlog?
Slide 6 - Woordweb
De Eerste Wereldoorlog
1914-1918
Duitsland,Frankrijk en Engeland
Duitsland voelt zich de sterkste van Europa.
Frankrijk is jaloers en geïrriteerd door Duitsland
Engeland is alleen geïrriteerd door Duitsland
Dit gaat nog net goed totdat in 1914...
Keizer Wilhelm II was de baas in Duitsland en vond dat Duitsland iedereen kon verslaan.
Slide 7 - Tekstslide
De moord op Frans-Ferdinand in 1914
Oostenrijk is een vriend (BFF) van Duitsland.
De prins van Oostenrijk (Frans-Ferdinand) wordt vermoord
Start Eerste Wereldoorlog
Oorlog werd gezien als enige oplossing
Slide 8 - Tekstslide
De loopgraven
De oorlog loopt vast en soldaten gaan zich
ingraven. Dit noem je: Loopgraven
Hoe was dit:
Koud
Gevaarlijk
Doelloos
De oorlog stopt pas
in 1918
Slide 9 - Tekstslide
Einde van de oorlog
Duitsland geeft in 1918 de oorlog op
Te zwak
Amerika
Frankrijk, Engeland en ook Amerika geven een zware straf:
Gebied afstaan
Kleiner leger
Veel geld betalen
En wie komt hier uit gekropen....
Slide 10 - Tekstslide
Economische wereldcrisis
1929: economische wereldcrisis
Werkloosheid> geen geld> geen luxe dingen kopen> fabrieken failliet> werkloosheid etc.
Voor Duitsland was de armoede nog groter!
Slide 11 - Tekstslide
Na de 1e wereldoorlog
1929: economische crisis --> Duitsland had crisis+ schulden door Vredesverdrag --> Ze vonden dat ze te hard gestraft werden --> gevolg: onvrede + spanningen liepen op
Slide 12 - Tekstslide
Wanneer vond de Eerste Wereldoorlog plaats?
A
1910-1914
B
1914-1918
C
1914-1920
D
1940-1945
Slide 13 - Quizvraag
Hoe stond de Eerste Wereldoorlog ook wel bekend?
A
de Loopgravenoorlog
B
De koude oorlog
C
de hete oorlog
D
de grote oorlog
Slide 14 - Quizvraag
Wat zie je op de afbeelding?
A
Gevolg van de Eerste Wereldoorlog
B
Het begin van de Eerste Wereldoorlog
Slide 15 - Quizvraag
De Eerste Wereldoorlog duurde:
A
2 jaar
B
4 jaar
C
20 jaar
D
10 jaar
Slide 16 - Quizvraag
Het bondgenootschap van de Geallieerden tijdens de Eerste Wereldoorlog bestond uit
A
Rusland, Engeland en Frankrijk.
B
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië.
C
Duitsland en Rusland
D
Rusland, Frankrijk en Italië
Slide 17 - Quizvraag
Waar werd de vrede na de Eerste Wereldoorlog gesloten?
A
Versailles
B
Amsterdam
C
Londen
D
Berlijn
Slide 18 - Quizvraag
Welke straffen kreeg Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?
A
Ze moesten grondgebied inleveren.
B
Ze mochten niet meer naar andere landen reizen.
C
Ze mochten alleen nog maar werken als arbeiders
D
Ze mochten maar een klein leger hebben en moesten betalen voor de schade
Slide 19 - Quizvraag
Hoe begon het?
1933: Hitler werd dictator
--> ging bondgenootschap aan met Polen, Italië en Japan
1938: Hitler nam de macht in Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije
Slide 20 - Tekstslide
Hoe begon het?
1939: Hitler viel Polen binnen --> Frankrijk en Engeland verklaarden de oorlog --> 2e wereldoorlog is begonnen
1940: Hitler veroverde België, Frankrijk, Nederland 1941: Hitler viel Rusland binnen
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Rol van Nederland
-1e wereldoorlog: Neutraal -2e wereldoorlog: wilde neutraal blijven, niet gelukt
10 mei 1940: -Duitsland wilde Den Haag aanvallen: 3 dagen gevochten. -14 mei: bombardement op Rotterdam -Nederland geeft zich over, koningin vlucht naar Engeland
Slide 23 - Tekstslide
Tijdlijn
1938: Duitsland bezet Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije 1939: Duitsland bezet Polen 1939: Frankrijk en Engeland verklaren oorlog: Begin WOII 1940: Duitsland verovert Nederland, België en Frankrijk
1941: Duitsland valt Rusland binnen
Slide 24 - Tekstslide
Hoe ziet dit eruit voor Nederland?
1940/1941: Jodenverklaring tekenen *niet meer werken *niet naar school * niet in parken of theaters
1942: Jodenster dragen 1942: Alle Joden naar concentratiekampen *Ook alle homo's/ Jehova's/ gehandicapten * Eerst werken, later allemaal dood
--> 6 miljoen Joden stierven
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Gewone Nederlandse burgers
-Voor de meeste mensen veranderde er eerst niet veel -alle politieke partijen verboden behalve NSB --> koos kant Duitsland -avondklok -weinig eten: voedselbonnen 1943: mannen moesten naar Duitsland om te werken
Melkprotest: melk geven aan Duitsland --> boeren weigerden dit --> gevolg: kamp Westerbork
Werken in Duitsland --> Niet alle mannen wilden dit --> gevolg: onderduiken
Slide 29 - Tekstslide
D-Day: 6 juni 1944
200.000 soldaten kwamen Normandië binnen in Frankrijk --> Amerikaanse, Canadese, Engelse soldaten
-->Het begin van het eind
Slide 30 - Tekstslide
Werk je aantekeningen over
tijdvak 9 bij.
Slide 31 - Tekstslide
Tijdvak 10 televisie en computer
In Europa werden afspraken gemaakt om te voorkomen dat er weer oorlog zou komen.
Veel mensen kregen weer werk en werden rijker.
Ook kregen kolonies hun vrijheid terug.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Schoolopdrachten
* Tijdvak 10
Maak de aantekeningen van de les over het tijdvak televisie en computer af.
* Maak een plan:
Ontwerp een (papieren) tijdbalk met daarin informatie over de tien tijdvakken.
Maak een schets hoe de tijdbalk eruit komt te zien. Gebruik die informatie die je in je schrift hebt opgeschreven.
Je mag tijdens deze opdracht samenwerken. Wees zo creatief als jullie zelf willen, maar zorg ervoor dat de uitvoering van jullie plannen binnen één les haalbaar zijn.