Politiek, les 2

Wat gaan we doen?
  1. Herhalen Les 1 politiek
  2. Uitleg Les 2 politiek
  3. Oefeningen
  4. Zelfstandig werken
  5. Afsluiten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  1. Herhalen Les 1 politiek
  2. Uitleg Les 2 politiek
  3. Oefeningen
  4. Zelfstandig werken
  5. Afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wie er in de regering en wie er in het kabinet zitten.
  • Je kent de taken van de koning.
  • Je weet wat er op prinsjesdag gebeurt en kent daarbij de begrippen: troonrede, miljoenennota en rijksbegroting.
  • Je weet wat het het parlement is en weet uit hoeveel leden de eerste en tweede kamer bestaan.
  • Je weet wat de taken van het parlement zijn  en wat de 1e en wat de 2e kamer doet. 
  • Je weet wat de coalitie en oppositie zijn en waarom het belangrijk is dat er een oppositie is. 
  • Je kent de belangrijkste kenmerken van de democratie.
  • Je kunt uitleggen hoe de gemeente en hoe de provincie worden bestuurd. 

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer je gebruik maakt van passief kiesrecht, dan…
A
ga je niet stemmen bij de verkiezingen.
B
denk je niet na over op wie je stemt bij de verkiezingen.
C
kunnen mensen op jou stemmen bij de verkiezingen.
D
ga je zelf stemmen bij de volgende verkiezingen.

Slide 3 - Quizvraag

Linkse partijen willen een:
A
Actieve overheid
B
Passieve overheid
C
Anarchie

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer alle partijen een beetje toegeven spreek je van een:
A
Gelijkstelling
B
Poldermodel
C
Compromis
D
Meeloper

Slide 5 - Quizvraag

Een partij die als rechts wordt beschouwd is:
A
PvdD
B
PvdA
C
50+
D
VVD

Slide 6 - Quizvraag

Welke partij is geen sociaal democratische partij?
A
PVDA
B
VVD
C
GroenLinks
D
SP

Slide 7 - Quizvraag

Van welke partij komt de volgende uitspraak: ‘christelijke normen en waarden moeten de politiek bepalen’.
A
VVD
B
SP
C
SGP
D
PVDD

Slide 8 - Quizvraag

Volgens welke politieke stroming moet de overheid de kloof tussen arm en rijk verkleinen?
A
Sociaal Democraten
B
Liberalisten
C
Christen Democraten
D
Populisten

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer je gebruik maakt van passief kiesrecht, dan…
A
ga je niet stemmen bij de verkiezingen.
B
denk je niet na over op wie je stemt bij de verkiezingen.
C
kunnen mensen op jou stemmen bij de verkiezingen.
D
ga je zelf stemmen bij de volgende verkiezingen.

Slide 10 - Quizvraag

De regering regeert
Regering: Ministers+ Koning 
Kabinet: Ministers + staatssecretarissen 

  • Na de verkiezingen wordt de regering gevormd (vaak door de grootste partijen).
  • De nieuwe regering schrijft het regeerakkoord: de plannen van de regering voor het komende jaar. 
Uitleg begrippen
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rijksoverheid/vraag-en-antwoord/wat-is-de-regering-en-wat-is-het-kabinet

Slide 11 - Tekstslide

Wat doet de koning?
Koning Willem-Alexander is ons staatshoofd, maar hij heeft vrijwel geen macht.
Taken van de koning:
  • Handtekening onder alle wetten.
  • Troonrede voorlezen op prinsjesdag.
  • Overleg voeren met de minister-president.
  • Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
  • Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Slide 12 - Tekstslide

Prinsjesdag
  • Iedere derde dinsdag van september
  • Koning leest de troonrede voor, daarin staat wat het kabinet het komende jaar wil bereiken.
  • Minister van financiën leest de miljoenennota voor, daarin staat de gedetailleerde plannen van het kabinet + de rijksbegroting. Dat is een overzicht van alle uitgaven en inkomsten van het kabinet het komende jaar. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Het parlement controleert
  • Het parlement bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer.
  • De 150 leden van de Tweede Kamer worden direct gekozen.
  • De 75 leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen.

De kamerleden zijn dus onze volksvertegenwoordigers

Slide 15 - Tekstslide

Taken van het parlement
Het parlement heeft twee taken en maakt gebruik van verschillende rechten om die taken uit te voeren. 
Taak 1: (Mede)wetgeving
  • Stemrecht (1e en 2e kamer)
  • Recht van Amendement (2e kamer)
  • Recht van initiatief (2e kamer)
Taak 2:Controleren van het kabinet
  • Vragenrecht (1e en 2e kamer)
  • Motierecht (1e en 2e kamer)
  • Recht van interpellatie (1e en 2e kamer)
  • Enquêterecht (1e en 2e kamer)

Slide 16 - Tekstslide

Coalitie en oppositie
De partijen die samen de regering vormen noem je de coalitie.
  • De coalitiepartijen hebben samen de meeste zetels.
De andere partijen in de Kamer noem je de oppositie.
  • De oppositiepartijen zijn vaak kritisch op de plannen van de coalitie. 

Slide 17 - Tekstslide

Belangrijke kenmerken democratie
  1. Er is een grondwet
  2. De politieke macht is in drie onderdelen verdeeld
  3. Het parlement heeft de hoogste macht

Slide 18 - Tekstslide

De grondwet
In de grondwet staan de belangrijkste rechten en plichten van alle burgers. Bijvoorbeeld:
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Discriminatie is verboden
  • Recht om te stemmen
  • Plicht om naar school te gaan

Slide 19 - Tekstslide

Scheiding van de machten
Er moet niet teveel macht in handen van 1 persoon of partij komen. Daarom wordt de macht verdeeld; de Trias Politica:
  1. Het parlement beslist over de wetsvoorstellen van de regering.
  2. De regering voert de wetten uit.
  3. Rechters beoordelen of overheid en burgers zich aan de wet houden. 

Slide 20 - Tekstslide

Macht van het parlement
  • De volksvertegenwoordigers in ons parlement hebben dus de meeste macht. We noemen Nederland daarom een parlementaire democratie

  • De combinatie van parlementaire democratie, de grondwet en de trias politica maken Nederland een rechtsstaat. --> Een land waarin de rechten en plichten van burgers én van de overheid in de grondwet zijn vastgelegd. 

Slide 21 - Tekstslide

De gemeente
Het bestuur van de gemeente bestaat uit:
  • Het collega van burgemeester en wethouders (B en W): het dagelijks bestuur.
  • De gemeenteraad mag stemmen over belangrijke besluiten en controleert het B en W.

Slide 22 - Tekstslide

De provincie
  • Provincies vormen de tussenlaag tussen de regering en de gemeenten. Ze regelen zaken die te groot zijn voor een gemeente, maar te klein om landelijk te regelen. 
  • Leden van de provinciale staten worden elker vier jaar via getrapte verkiezingen gekozen. 
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ahmed_Marcouch

Slide 23 - Tekstslide

Hoe kun je dit leren?
  • Proeftoetsjes op de methode site (zie content It's Learning)
  • Invulsamenvatting en begrippenlijst
  • Filmpjes en uitleg in Lesson-Up
  • Je eigen aantekeningen!

Slide 24 - Tekstslide