1/11 recensie 3m

Recensie schrijven
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recensie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Recensie, waar denk je aan?

Slide 2 - Woordweb

Waarom zou je een recensie lezen?

Slide 3 - Woordweb

Hoe schrijf je een recensie
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan bijvoorbeeld een boek, een film, een game, een meubelstuk of een restaurant zijn)

Doel: De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keus maken. Wij gaan schrijven over een boek wat we hebben gelezen. 

Als je voorbeelden zoekt kun je kijken op:

Slide 4 - Tekstslide

Hoe schrijf je een recensie
De recensie bevat een aantal vaste onderdelen, maar het belangrijkste in een recensie is de mening van de schrijver over het boek, de film, het computerspelletje enz. 
  • Wat vond hij er van? 
  • Welke argumenten had hij om het een goed boek, een spannende film, een onwijs leuk spel te vinden? 
--> Daar ligt de nadruk op in een recensie! 
De recensie die je gaat schrijven bevat zeven alinea’s. 

Slide 5 - Tekstslide

Opzet recensie
Je begint met het maken van een mooi voorblad met daarop de volgende gegevens: fictieonderdeel 2, jeugdroman lezen en recensie schrijven; 
  • de naam en de schrijver van het boek; 
  • jouw naam en klas; het schooljaar 2019-2020;
  • de naam van de docent
  • je voorziet de voorkant van een toepasselijke illustratie

Op de bladzijden daarna volgt je recensie die uit zeven alinea’s bestaat. 
Je schrijft zes alinea’s tijdens de SE-week. 
In het bouwplan schrijf je alleen trefwoorden (je mag geen hele alinea’s uitschrijven, alleen de eerste alinea typ je wel helemaal uit!). 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat moet er in de recensie komen? 1, 2 en 3 (inleiding)

1. Een kort spannend stukje uit jouw boek. 
Het moet een stukje zijn dat de toekomstige lezer van jouw boek nieuwsgierig maakt. De lezer moet er zin in krijgen om jouw boek ook te gaan lezen. 

2. Feitelijke gegevens over jouw boek.
Wie is de schrijver/schrijfster van jouw boek? Wat is de titel van jouw boek? Wie is de uitgever? Wat is het aantal bladzijden van het boek? In welk jaar is het boek uitgegeven? Welke druk heb je gelezen? Je geeft ook wat extra informatie over de schrijver/schrijfster zelf.

3. Een korte samenvatting van het verhaal.
Maar ………. je mag alleen een korte samenvatting van het eerste gedeelte van het boek geven. Je vertelt niet hoe het boek afloopt, want dan hoeft de toekomstige lezer jouw boek niet meer te lezen. Hij weet dan al hoe het afloopt!

Slide 8 - Tekstslide

Bouwplan

Slide 9 - Tekstslide

4. De beoordeling (middenstuk)
Je kunt een boek beoordelen op basis van zes argumenten. Op de volgende bladzijde geven we de (soms moeilijke) namen en geven er ook uitleg bij.

Slide 10 - Tekstslide

4. De beoordeling 1/2
  • Realistisch argument – Het verhaal hoeft in werkelijkheid niet echt gebeurd te zijn, maar de schrijver moet het zo hebben opgeschreven dat het net lijkt of het echt gebeurd zou kunnen zijn. Je kunt een boek goed of slecht vinden als de werkelijkheid goed of juist niet goed is weergegeven.
  • Structureel argument – Dit argument gaat over de structuur (= de opbouw) van het verhaal. Een boek is goed of slecht als het verhaal goed of niet goed in elkaar zit. Het is een goed boek als alles met elkaar samenhangt. 
  • Stilistisch argument – Dit argument gaat over de manier (=de stijl) van schrijven. Het boek is in een goede of slechte stijl geschreven. Het boek bevat veel moeilijke woorden of is juist te makkelijk. De zinnen zijn te lang en je raakt steeds de draad kwijt. Of de zinnen zijn juist heel kort. Past de stijl die de schrijver heeft eigenlijk wel bij de inhoud van het verhaal en bij de leeftijd van de lezers voor wie het verhaal bedoeld is?
  • Vernieuwingsargument – Kan de lezer iets van het verhaal leren? Zitten er originele ideeën in het boek? Staan er gedachten in het boek die je aan het denken zetten, die je stimuleren over bepaalde zaken (anders) na te denken?

Slide 11 - Tekstslide

4. De beoordeling 2/2

  • Gevoelsmatig argument – De inhoud van het boek kan je emotioneel raken of de inhoud van het boek heeft je vermaakt, geamuseerd. Het verhaal kan je ontroeren, omdat je erg met de hoofdpersoon hebt meegeleefd. Het verhaal heeft je enorm geboeid; toen je eenmaal in het verhaal zat kon je bijna niet meer stoppen met lezen. 
  • Intentioneel argument – De schrijver heeft een bepaalde bedoeling gehad met dit verhaal. Hij wilde een bepaald idee bij je overbrengen. Is de schrijver volgens jou in die opzet geslaagd?

Let op: In je recensie hoef je niet alle zes de argumenten te gebruiken. Je kiest er DRIE waar je voor jouw boek het meeste over kunt vertellen. 

Slide 12 - Tekstslide

Beoordelingwoorden
Om een oordeel te geven over je boek, moet je daar beoordelingswoorden aan geven. 
Dus wat je van iets vindt je!

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk beoordelingswoorden op!

Slide 14 - Woordweb

Beoordelingswoorden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bouwplan

Slide 18 - Tekstslide

5. Je conclusie (slot)


Aan het eind van je recensie formuleert de recensent (jij dus) een conclusie en je geeft je eindoordeel over het boek dat je beoordeeld hebt. 

Slide 19 - Tekstslide

Bouwplan

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden
In boekje Google Classroom staan twee uitgewerkte voorbeelden.
Bestudeer die en oefen daarmee!

In het bouwplan schrijf je alleen trefwoorden (je mag geen hele alinea’s uitschrijven, alleen de eerste alinea typ je wel helemaal uit!). 

Slide 21 - Tekstslide

Beoordelingsmodel

Slide 22 - Tekstslide

Heb je nog geen boek in de lijst of wil je een ander boek?
Voor de volgende les moet je een D- boek (Young Adult boek) van een Nederlandse schrijver gekozen hebben en mee nemen om het goed te laten keuren door mij. 
--> Na goedkeuring noteer je het boek ik de lijst.
--> Je mag niet meer van boek wisselen als ik het goedgekeurd heb.
Elke les heb je het goedgekeurde boek bij je en lees je eruit - niet bij je  = schrijfwerk!
Niet goedgekeurd boek = SE onderdeel niet maken en in je eigen tijd op school alsnog een boek komen lezen en SE-onderdeel inhalen.

Slide 23 - Tekstslide

Ik snap de opdracht voor het schrijven van een recensie.


😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik weet wat een recensie is en hoe die opgebouwd is.


😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll