TW5 2HA oefenen voor PW lezen

Nederlands
2HA
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
2HA

Slide 1 - Tekstslide

Deze les

Leren voor proefwerk:
  • Bekijk het document theorie lezen jaar 1 (classroom)
  • Leer de theorie van lezen hoofdstuk 1-4

Slide 2 - Tekstslide

1. Wat zijn de twee aanleidingen voor het schrijven van deze tekst?

Slide 3 - Open vraag

2. In de inleiding lees je over het prestigieuze schaaktoernooi Tata-Steel, dat van 15-31 januari in Wijk aan Zee gehouden wordt. Welk woord betekent hetzelfde als prestigieus?
A
bescheiden
B
controversieel
C
gedateerd
D
toonaangevend

Slide 4 - Quizvraag

3. Wat weet je na het lezen van het tweede stukje (regel 10-23) over Beth Harmon, hoofdpersoon uit de Netflixserie The Queen’s Gambit?

Slide 5 - Open vraag

4. Wat geeft het signaalwoord omdat in regel 34 aan?
A
Ivar Smit noemt hier een gevolg van het succes van de serie The Queen’s Gambit.
B
Ivar Smit noemt hier een opsomming van de verschillende klanten die hij in zijn winkel heeft.
C
Ivar Smit noemt hier een reden waarom de serie The Queen’s Gambit zo realistisch is.
D
Ivar Smit noemt hier een verklaring waarom de serie The Queen’s Gambit zo’n succes is geworden.

Slide 6 - Quizvraag

5. Welk ander woord voor bolwerk (regel 43) vind je verderop in de tekst?

Slide 7 - Open vraag

6. Lees het tekstdeel over Eline Roebers (regel 51-66) nogmaals. Wat aan schaken spreekt Eline zo aan?
A
Het maakt niet uit hoe oud je bent.
B
Het maakt niet uit hoe slim je bent.
C
Het maakt niet uit hoe sterk of lang je bent.
D
Het maakt niet uit waar je woont.

Slide 8 - Quizvraag

7. Welk signaalwoord voor een opsomming vind je in het laatste tekstdeel?
A
om … te (regel 68)
B
ook (regel 70)
C
dus (regel 74)
D
waarmee (regel 76)

Slide 9 - Quizvraag

8. Wat hebben Beth Harmon (de hoofdpersoon uit The Queen’s Gambit) en de Nederlandse Eline Roebers met elkaar gemeen?

Slide 10 - Open vraag

9. Wat wordt er in dit stukje gezegd over schaken op school?

Slide 11 - Open vraag