8.3 Ongelijkheid in Brazilië

Brazilië
Ongelijkheid in Brazilië
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Brazilië
Ongelijkheid in Brazilië

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugblik
Uitleg 8.2 afronden + uitleg 8.3
Maken opdrachten
Exit ticket

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Welke 4 oorzaken voor economische groei zijn er in Brazilië?

Slide 3 - Tekstslide

4 oorzaken
Globalisering
Export natuurlijke hulpbronnen
Veel jonge mensen (arbeidskrachten)
Goedkope energie



Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
Weet je dat er grote verschillen in welvaart zijn in Brazilië
Kan je de regionale ongelijkheid in Brazilië beschrijven en verklaren
Kan je de sociale ongelijkheid beschrijven en verklaren

Slide 5 - Tekstslide

Brazilië ongelijkheid
inkomensongelijkheid > niet iedereen 
           profiteert van de economische groei
- Veel mensen urbaniseren.
                        - verhuizen naar de stad

Slide 6 - Tekstslide

Ongelijkheid Brazilië
Met de Gini coefficient wordt de ongelijkheid in een land aangegeven. Het getal ligt tussen de 0 en 1. Hoe dichter de Gini Coefficient van een land bij het getal 0 ligt, hoe beter het is. Hoe dichter bij de 1, hoe meer armoede er is in een land.

Slide 7 - Tekstslide

Regionale Ongelijkheid

Slide 8 - Tekstslide

Regionale Ongelijkheid
  • Verschillen in welvaart en welzijn tussen gebieden.

  • Gevolg: Arme mensen trekken richting rijkere gebieden.

  • Ook in rijke landen > London salaris 40% hoger dan omgeving.




Slide 9 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
Rijk: kustgebieden -> handel (globalisering)
dienstensector & industrie
Grote steden

Arm: platteland
landbouwsector

Slide 10 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid NL
Regionale ongelijkheid Brazilië

Slide 11 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
Verschillen in welvaart tussen verschillende groepen mensen in een gebied


Slide 12 - Tekstslide

Lorenzcurve
Laat zien hoe groot inkomensongelijkheid in een land is

Hoeveel procent van de bevolking verdient hoeveel procent het nationaal inkomen?

Slide 13 - Tekstslide

Sociale Ongelijkheid
Sommigen hebben erg veel, andere bijna niets.

Slide 14 - Tekstslide

Sociale Ongelijkheid
> Sociale ongelijkheid is dus, 

Ongelijkheid in leefomstandigheden 
(welvaart, gezondheid, woonomstandigheden), binnen een groep mensen.



Schoon drinkwater, gezondheidiszorg, onderwijs, woning, etc.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Gated community
Favela

Slide 17 - Tekstslide

Maken opdrachten
Maken 1 t/m 5
Klaar? Samenvatten + leren begrippen

Slide 18 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid is
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden

Slide 19 - Quizvraag


Wat is regionale ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschil in welvaart tussen mensen.
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van globalisering?
A
De wereldhandel groeit.
B
Het is aantrekkelijk om in lagelonenlanden te produceren.
C
Je bent snel op de hoogte van wereldnieuws.
D
Westerse ideeën worden over de wereld verspreid.

Slide 21 - Quizvraag

De sociale ongelijkheid in Brazilië is:
A
normaal
B
klein
C
groot
D
goed te hebben

Slide 22 - Quizvraag

Globalisering
A
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld ect.
B
Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
C
Het maken van goederen met behulp van machines in een fabriek
D
Alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een BRIC-land
A
Snel groeiende economie
B
Steeds groter worden primaire sector (= landbouwsector)
C
BRIC-landen zijn landen die nu het rijkst zijn.
D
Binnen een BRIC-land is er geen regionale ongelijkheid.

Slide 24 - Quizvraag


Hoe goed heb je de les begrepen?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 26 - Woordweb

Welke vragen heb je voor de volgende les?

Slide 27 - Woordweb

Huiswerk
Maak van paragraaf 8.3 opdracht 1 t/m 4 + 6

Slide 28 - Tekstslide