Spieren niv 4 les 1

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Spieren niv 4 les 1

ZPO.3sc

	Les 1	Les 2
Week 1	Intro skelet 1	-
Week 2	Intro skelet 2	Opbouw en indelingen bot en gewrichten
Week 3	-	Botten schedel Wervelkolom, werken TM
Week 4	arm en been Luxatie, fractuur	Opbouw en werking spieren

Week 5	Spieren armen en benen	Spieren hoofd, hals en romp
Week 6	Osteoporose, reuma, artrose, jicht	Normale veroudering
Week 7	Oog en oor	Ziektebeelden oog en oor
Week 8	Casuistiek mobiliteits problemen	Casuistiek dementie
Week 9	Casuistiek delier	Casuistiek visusproblemen

Leerdoelen

Na deze les weet je

• Wat de functie is van spieren
• Hoe spieren zijn opgebouwd
• Welke type spierweefsel we hebben

Functie spieren

Belangrijkste functie:

• Delen van het lichaam laten bewegen
  
• Door samentrekken & ontspannen van spieren

• Willekeurige en onwillekeurige spieren
  

3 typen spierweefsel:

1. Dwarsgestreept spierweefsel
   
2. Glad spierweefsel
   
3. Hartspierweefsel

Zoek op en vul de tabel in

	Dwarsgestreept	Glad	Hart
Ziet er zo uit:
Waar in lichaam?
Snel of langzaam samentrekken
Snel of niet snel vermoeid
Willekeurig of onwillekeurig aangestuurd

Hartspier weefsel

• Alleen in het hart
  
• Veel kleinere strepen dan dwarsgestreept weefsel
  
• Kan snel reageren
  
• Kort uithoudingsvermogen
• Onwillekeurige spier

Dwarsgestreept spiervezels

• Onder de microscoop zie je dwarse strepen
• Kan snel samentrekken, hoge reactiesnelheid
  
• Raakt snel vermoeid = Skeletspieren
• Aangestuurd door animale zenuwstelsel = willekeurige spieren
  

Glad spierweefsel

• Trekken langzaam samen, trage reactie
  
• Vrijwel onvermoeibaar 
• In wand inwendige organen
  
• Aangestuurd door vegetatieve zenuwstelsel = onwillekeurige spieren
  

Opdracht

Delen van een spier zijn: ​

Spierbundel - Spiervezel​

Spierbuik - Actine​

Spierfibril - Myosine​

​

Maak een duidelijke, grote schematische tekening van een spier waarin je deze delen aangeeft. ​

Teken ook de pezen die bij deze spier horen. 

Algemene eigenschappen

Spierweefsel bestaat vooral uit spiercellen

   

Spiercellen zijn gevuld met langwerpige eiwitketens: myofibrillen

2 typen: actine en myosine

Aanspannen spier

Zenuwstelsel stuurt impuls naar spieren:

• Actinedraden & myosinedraden schuiven in elkaar
  
• Myofibrillen worden korter
  
• Spiercel wordt korter
  

Spier wordt korter = contractie

ATP en stofwisseling

• Samentrekken van spier kost energie (ATP)
  

Ontspannen kost geen energie

• Spierweefsel heeft hoge stofwisselingsactiviteit
  

Het is dus goed doorbloed

Antagonisten 

Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Synergisten

Spieren die samenwerken door tegelijk samen te trekken om dezelfde beweging tot stand te brengen