Injecteren

Injecteren
Injecteren
PdJ
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Injecteren
Injecteren
PdJ

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van injecteren?

Slide 2 - Woordweb

Toedienen van een vloeibaar medicijn vanuit een spuit via een holle naald in het lichaam
Aan het eind van de les kun je in eigen woorden vertellen:
  • op welke manieren je kunt injecteren
  • waarom je injecties geeft
  • hoe je moet injecteren
  • waar je wel en niet mag injecteren 

Wat zijn je eigen leervragen over injecteren?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injecteren kan op verschillende manieren:
  • Intramusculair = i.m. = in de spier (musculair)
  • Subcutaan = s.c. = in het onderhuids bindweefsel (subcutis)
  • Intracutaan = i.c. = in de huid
  • Intraveneus = i.v. = in het bloedvat

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke injecties mag je als verzorgende-ig geven?
A
Alleen insuline s.c.
B
s.c. en i.m.
C
i.c. en i.v.
D
s.c. i.v. i.c. en i.m.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke injecties mag je als mbo-verpleegkundige geven?
A
Alleen insuline s.c.
B
s.c. en i.m.
C
i.c. en i.v.
D
s.c. i.v. en i.m.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

intramusculair
subcutaan
intraveneus
intracutaan
in de huid
in de ader
in de spier
onder de huid

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gaan medicijnen soms per injectie en niet als tablet?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nodig om te injecteren?
  • Spuit met conus en zuiger
  • Veilige naalden 
  • Ampul of flacon

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intramusculaire injectieplaatsen
Bovenbeen= max 5 ml
Bovenarm = max 2 ml
Bil: bovenste buitenste kwadrant

Slide 10 - Tekstslide

  • Buiten maagdarmkanaal om (braken/nuchter)​
  • Buiten maagdarmkanaal om i.v.m. afbreken medicijn​ (insuline)
  • Werkingsduur​ (depot)
  • Precieze dosering 
Voor een intramusculaire injectie gebruik je een:
A
blauwe naald
B
bruine naald
C
groene naald
D
roze naald

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je i.m. injecteren?
  • Rangeertechniek: huid opzij trekken, bij etsende medicatie
  • Loodrechttechniek of strechtechniek: huid strak trekken

  • Griepvaccin: bovenarm, luchtbel laten zitten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:16
Waar spuit je de medicatie bij een intramusculaire injectie?
A
In de ader
B
In de huid
C
In de spier
D
In het vetweefsel

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subcutane injectieplaatsen
Bovenbeen
Bovenarm
Bil: bovenste buitenste kwadrant
Buik

Slide 16 - Tekstslide

  • Buiten maagdarmkanaal om (braken/nuchter)​
  • Buiten maagdarmkanaal om i.v.m. afbreken medicijn​ (insuline)
  • Werkingsduur​ (depot)
  • Precieze dosering 
Hoe kan je s.c. injecteren?
  • Loodrecht
  • Huidplooi 
  • Loodrechte huidplooi 

Slide 17 - Tekstslide

Om te bepalen welke techniek je het beste kunt gebruiken, ga je het volgende na:
  • de dikte van het onderhuids weefsel. Bij magere cliënten pak je een huidplooi op om te voorkomen dat je in de spier injecteert.
  • de lengte van de injectienaald, om te voorkomen dat je in de spier injecteert.
  • het advies van de fabrikant.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar spuit je de medicatie bij een subcutane injectie?
A
In de opperhuid
B
In de lederhuid
C
In het onderhuids bindweefsel
D
In de spier

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar mag je niet injecteren?
  • De buurt van grote bloedvaten​
  • Littekenweefsel​
  • Plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn.​
  • Verlamde ledematen​
  • Ledematen met trombose of oedeem.​
  • Plaatsen met rode of blauwe verkleuringen








Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar mag je niet injecteren?
  • Een geopereerd of te opereren gebied​
  • Een hematoom​
  • Plaatsen die hard aanvoelen​
  • Een arm met een infuus of shunt









Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de nadelen/gevaren van een injectie?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er mis gaan bij injecteren?
  • Zenuw aanprikken (klapvoet)
  • Bloedvat aanprikken (hematoom)
  • Infectie
  • Lipohypertrofie (onderhuids littekenweefsel)
  • Lipoatrofie (verdwijnen vertweefsel)
  • Allergische reactie
  • Medicatiefout

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel van vijf
  • De regel van vijf:
  1. de juiste persoon;
  2. het juiste medicijn;
  3. op de juiste tijd;
  4. de juiste hoeveelheid en dosering;
  5. de juiste toedieningswijze.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet BIG
Injecteren = voorbehouden handeling

Voorbehouden handelingen zijn risicovolle, medische handelingen die alleen bevoegde zorgverleners mogen uitvoeren. In de Wet BIG staan de voorbehouden handelingen en wie ze zelfstandig of in opdracht mag uitvoeren.




Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over injecteren?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in eigen woorden:
  • op welke manieren je kunt injecteren
  • waarom je injecties geeft
  • hoe je moet injecteren
  • waar je wel en niet mag injecteren 

Wat zijn nu je leervragen over injecteren?
Volgende les: glucose bepalen en insuline toedienen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies