1HV Ch2 révision A t/m D

Révision A t/m D, lesdoelen:
  • ik ken woorden die te maken hebben met iets kopen
  • ik ken de stappen die ik moet nemen om een regelmatig werkwoord te vervoegen
  • ik ken de getallen t/m 69
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Révision A t/m D, lesdoelen:
  • ik ken woorden die te maken hebben met iets kopen
  • ik ken de stappen die ik moet nemen om een regelmatig werkwoord te vervoegen
  • ik ken de getallen t/m 69

Slide 1 - Tekstslide

eten/drinken
in het Frans

Slide 2 - Woordweb

Welk woord gebruik je niet in een restaurant?
A
tu peux
B
la carte
C
l'addition
D
je voudrais

Slide 3 - Quizvraag

Welke zin is negatief?
A
J'adore le pizza.
B
Elle préfère le poulet.
C
Le dessert est bon.
D
Ils détestent les frites.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het juiste meervoud
van "la table" ?
A
la table's
B
les table's
C
las tables
D
les tables

Slide 5 - Quizvraag

Welk werkwoord is onregelmatig?
A
avoir
B
arriver
C
téléphoner
D
manger

Slide 6 - Quizvraag

Welk onderwerp is géén enkelvoud?
A
tu
B
il
C
nous
D
je

Slide 7 - Quizvraag

Wat is géén betekenis van "vous" ?
A
jullie
B
men
C
u

Slide 8 - Quizvraag

vormen van avoir
(onderwerp+pers.vorm)

Slide 9 - Woordweb

Hoe maak je de stam van een
regelmatig werkwoord?
A
hele werkwoord
B
hele werkwoord - R
C
hele werkwoord - ER

Slide 10 - Quizvraag

Welke uitgang kan niet achter een regelmatig werkwoord op -ER?
A
+E
B
+ES
C
+ONT
D
+EZ

Slide 11 - Quizvraag

Welke uitgang hoort er bij "tu" ?
A
+ ENT
B
+ONS
C
+E
D
+ES

Slide 12 - Quizvraag

Welke uitgang hoort er bij "les parents" ?
A
+ ENT
B
+ONS
C
+E
D
+ES

Slide 13 - Quizvraag

Hoe zeg je "alstublieft" als je iets GEEFT ?
A
voilà
B
s'il vous plaît

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Ik ben dol op vis.

Slide 15 - Open vraag

Vertaal in het Frans:
Houd je van kip?

Slide 16 - Open vraag

Schrijf een Franse zin op die je in een restaurant zou kunnen zeggen.

Slide 17 - Open vraag

Reken uit: vingt-cinq =

Slide 18 - Open vraag

Reken uit: quatre + dix =

Slide 19 - Open vraag

Traduis: cinquante-neuf

Slide 20 - Open vraag

Traduis: quarante-trois

Slide 21 - Open vraag

lesdoelen:
  • ik ken woorden die te maken hebben met iets kopen
  • ik ken de stappen die ik moet nemen om een regelmatig werkwoord te vervoegen
  • ik ken de getallen t/m 69

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video