1. Ik herken levensvragen, verken deze en geef er betekenis aan voor het ontwikkelen van een eigen levensbeschouwing in relatie tot anderen.
Ik herken levensvragen.
Ik verken levensvragen en geeft er betekenis om je eigen levensbeschouwing te ontwikkelen.
Ik houd hierbij rekening met anderen.
3. Ik ken, herken en begrijp visies op de mens, wereld en God en uitingen daarvan in de Islam en weet deze te waarderen.
Ik kan het idee van de islam benoemen over ‘de mens’, de wereld en God.
Ik begrijp waar verschillende (persoonlijke) ideeën vandaan komen over ‘de mens’, de wereld en God en ik kan hier op een respectvolle manier mee omgaan.
.4. Ik benoem transcendente ervaringen en (eigen) drijfveren/grondslagen in het leven en durf hierover in gesprek te gaan. Ik benoem momenten waarop ik, of iemand anders, iets heb ervaren van dat wat verder gaat dan wat ik kan waarnemen.
Ik kan uitleggen waar mijn mening vandaan komt (opvoeding, karakter, theorie, ervaring) en waarom ik dit belangrijk vind.
Ik kan en durf voor mijn mening uit te komen in een gesprek met anderen. Hierbij kan ik ook mijn mening aanpassen als dit nodig is.
6. Ik ben mij bewust van wat waarden en normen zijn en ik weet waar mijn persoonlijke waarden en normen vandaan komen en waarom ik bepaalde handelingen doe.
Ik weet wat waarden en normen zijn.
Ik weet wat en wanneer ik iets goed of fout vind.
Ik weet hoe mijn persoonlijke waarden zijn ontstaan.
Ik kan uitleggen waarom ik een handeling doe of niet doe.
7.
a. Ik kan/durf een gesprek (te) voeren met iemand die lid is van een moslimgemeenschap.
b. Ik kan uitleggen waarom ik wel of niet zou kiezen voor lidmaatschap van een moslimgemeenschap.
Lesduur is: 50 min
