Medicatie deel 1

Medicatie deel 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Medicatie deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel voor vandaag
  • Je kunt vertellen welke medicatievormen en medicatiegroepen er zijn

  • Je kunt uitleggen hoe je gebruik kan maken van een bijsluiter van verschillende medicatie 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga jij om met medicatie?
Ik lees de bijsluiter
Ik lees de bijsluiter niet
Ik wil precies weten wat ik slik
Ik laat het aan de arts over wat ik slik
Ik ben erg terughoudend met het nemen van medicatie

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Maar wat is nou een medicijn?
Een medicijn is een chemische stof (of een combinatie van meerdere chemische stoffen) met een genezende werking op mens en/of dier

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor verschillende doeleinde:
- Het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn
- Het stellen van een geneeskundige diagnose
- Het herstellen, verbeteren of wijzigen van fysiologische functies in het lichaam


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benamingen voor medicatie
  1. Groepsnaam: tot welke groep het medicijn hoort
  2. Generieke of stofnaam: de benaming die wordt gegeven aan de werkzame stof in het geneesmiddel
  3. Merknaam: Gekozen naam vanuit de fabrikant met de werkzame stof erin



Slide 6 - Tekstslide

Groepsnaam: voorbeeld antibiotica
Generieke naam:
Merknaam: fabrikant kan de naam zelf verzinnen, vaak gekozen voor een naam die makkelijk in de mond ligt

VOORBEELD:
Groepsnaam: NSAID
Stofnaam: Diclofenac
Merknaam: Diclofenac, Voltaren, Cataflam, Diclofenacnatrium

Werking van medicatie
  • Symptoombestrijder
  • Causale werking
  • Tekort aanvullen
  • Profylactische werking
  • Placebo

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de uitleg en medicijn naar het juiste vakje
bijv. corona
vaccin
bijv.
paracetamol
Voorkomen van ziekte
Verminderen van klachten door suggestie
Bestrijden of verzachten van de gevolgen van een ziekte
Bestrijden van de oorzaak van een ziekte
profylactische werking
causale werking
symptoom-
bestrijding
Placebo
bijv. antibiotica

Slide 8 - Sleepvraag

causale werking = Werking gericht op de oorzaak van een ziekte of aandoening.

Symptoombestrijding = Middel (veelal medicatie) dat slechts de waarneembare verschijnselen van een ziekte of stoornis bestrijdt (en dus niet de onderliggende oorzaak).

Profylactische werking = om het ontstaan van een ziekte of ongewenste situatie te voorkomen. De werking is dus preventief.
Welke vormen van medicatie ken je?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Medicatievormen
  • Tabletten
  • Bruistabletten
  • Poeders
  • Dragees
  • Capsules
  • Dranken
  • Zetpillen rectaal
  • Zetpillen vaginaal
  • Zalven
  • Druppels
  • Inhalatie medicatie
  • Pleister
  • Injectievloeistof

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke medicatievorm heeft een glad laagje?
A
Tablet
B
Capsule
C
Dragee
D
Bruistablet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan verwerkt paracetamol in het lichaam?
A
De lever
B
De longen
C
De nieren
D
De maag

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opname en effect van medicatie
- Voldoende concentratie op plaats van het lichaam

- Twee hoofdgroepen: enterale en parenterale medicatie

Enteraal: alleen via het maag-darmkanaal
Oraal; sublinguaal; rectaal

Parenteraal: buiten het maag-darmkanaal om
Via de huid, oog/oor/neus medicatie, intraveneus



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere parenterale medicatie 
- Cutane toediening
              Zalven, crèmes, pleisters (altijd handschoenen aandoen)

- Oogdruppels en zalven
              Toedienen via het ooglid

- Neusdruppels en spray
               Opname via het neusslijmvlies

- Inhalatie medicatie
               Specifieke instructie voor de zorgverlener en zorgvrager




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enteraal
Parenteraal

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden medicijngroepen
  • Analgetica
  • Antibiotica
  • Anticoagulantia
  • Antidiabetica
  • Diuretica
  • Laxantia
  • Middelen tegen diarree
  • Middelen tegen bloedarmoede
  • Middelen voor hart en bloedsomloop
  • Psychofarmaca

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je als persoon aan medicatie komen?
  • Zelfzorg medicatie

  • Op recept via de arts

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie voor zowel zelfzorg gebruik als op recept moet beschikken over een bijsluiter. Wat kan hier op staan?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht bijsluiter 

Stap 1: Ga in een groepje zitten en bekijk de bijsluiter grondig. Zoek de woorden op die jullie groepje niet begrijpen die in de bijsluiter staan.
 

Stap 2: Herschrijf de bijsluiter om hem makkelijker te begrijpen in de vorm van een poster en haal de belangrijke punten die er voor jullie als groepje uitspringen. 

Stap 3: Geef een korte presentatie over het medicijn
timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide

en geef uiteindelijk de herschreven bijsluiter door naar een ander groepje. Geef feedback op de inhoud en/of het begrijpelijk is (minimaal 1 top en 1 tip). 
Evalueren 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een kleine samenvatting van de les van vandaag? Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies