In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Bodemdieren
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van deze les weet jij welke dieren bodemdieren zijn
Slide 2 - Tekstslide
Bodemdieren
Bodemdieren zijn diertjes die net boven of onder de grond leven. Ze zijn onder te verdelen in 10 hoofdgroepen: de regenworm, naaktslak, huisjesslak, spinachtigen, pissebed, miljoenenpoot, duizendpoot, kever, mier en de mol.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat doen bodemdieren?
Bodemdieren zijn erg belangrijk voor het gezond houden van de bodem.
Ze eten resten op van dode planten en dieren.
De resten die de bodemdiertjes niet kunnen gebruiken, worden door schimmels en bacteriën afgebroken tot voedingsstoffen voor planten.
Met hun gewoel en gegraaf maken regenwormen de bodem luchtig en mengen ze de aarde.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Wat eten bodemdieren?
A
Bloemen
B
Dode planten en dieren
C
Levende dieren
D
Grond/zand
Slide 7 - Quizvraag
Zijn bodemdieren functioneel zo ja, Hoezo?
A
Nee
B
Ja
C
Absoluut niet
D
Misschien
Slide 8 - Quizvraag
Welke dieren zie je het meeste?
Slide 9 - Tekstslide
WAAROM ZIJN DE BODEMDIEREN BELANGRIJK
EN HOE KUNNEN WE ZE HELPEN?
• Ze zijn echte opruimers: Bodemdieren verwerken al het natuurlijk afval dat op de bodem ligt, en zetten dit om tot voedsel voor planten en ander bodemleven.
• Ze maken de bodem vruchtbaar en veerkrachtig:
Bij de afbraak van materiaal wordt organische stof gevormd die de bodem beter beschermt tegen hevige neerslag of extreme droogte, en die werkt als opslagplaats van allerlei voedsel.
Slide 10 - Tekstslide
• Ze verluchten de bodem: Veel bodemdieren graven en wroeten in de bodem en brengen zo lucht, zuurstof én voedsel dieper in de bodem. Door het graven en wroeten wordt de bodem ook meer doorlaatbaar voor regenwater.
•
Slide 11 - Tekstslide
per vierkante meter 100.000 dieren!
Slide 12 - Tekstslide
Pissebedden zijn directe familie van krabben en kreeften
Hebben een belangrijke relatie met vocht: eitjes in vochtige buidel, water in tracheen op de rug voor ademhaling