Overige werkwoordsvormen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Overige werkwoordsvormen

Na deze les weet je hoe je de overige werkwoordsvormen moet schrijven.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm verleden tijd

Voltooid deelwoord

Onvoltooid deelwoord

Infinitief

Gebiedende wijs

Bijvoeglijk naamwoord

Werkwoordsvormen

Nena heeft haar boek wiskunde gebruikt tijdens de les Nederlands. VD

Lezend in haar natuurkundeboek kwam Jayla de les binnen. OD

Fenna wilde heel graag in haar natuurkundeboek lezen tijdens de les Nederlands. INF

Let op! Word wakker! GW

De vergrote stapel boeken natuurkunde baarde de docent Nederlands zorgen. BN

Van de ... (verbranden) spullen was niet veel meer over.

Youri ... (verlichten) het lokaal door de lichtknop in te drukken.

Krijn ... (vergoeden) de schade zonder moeilijk te doen.

Bij de ... (vergoeden) schade die Krijn moest betalen, ging het om een groot bedrag.

Ik hoor net dat de advocaat van Rosa de zaak niet meer ... (behandelen)

... (bevinden, geen hoofdletter) je je achter je bureau?

Nauwelijks ... (herstellen) van een zware griep, ging Floris alweer naar school.

... (worden, zonder hoofdletter) je vriendin nog voor dat baantje gevraagd?

Als alles ... (vertellen) is, mag je naar huis.

Wij ... (vermoeden) gisteren al dat hij een onvoldoende voor natuurkunde zou halen.