Periode 2 - week 48 - H. 4.8 Gedicht

Welkom!

Nederlands
periode 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Nederlands
periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       

- H. 4.8 Gedicht, p. 174: opdr. 1 t/m 5  

             - Recensie maken                
SCHRIJF IN JE AGENDA
Huiswerk woensdag

Slide 2 - Tekstslide

Donderdag 1 december


Wat gaan we doen: 
  • Mentorles morgen in hd2
  • Online recensie: lukt het?
  • H. 4.8 Gedicht - theorie beeldspraak: vergelijking en metafoor
  • Werktijd

Slide 3 - Tekstslide

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
Vorige keer

Slide 4 - Tekstslide

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
H.2.8+H.3.8 Gedicht

Theorie 'Enjambement'
Theorie rijm: 'Assonantie'

Slide 5 - Tekstslide

Rijm op het EIND (eindrijm)
Je hebt iemand nodig
stil en oprecht
Die als het erop aankomt
voor je bidt of voor je vecht

Slide 6 - Tekstslide

Rijm in het midden (assonantie/klinkerrijm)


Klinkers die hetzelfde zijn: 
ZIET - RIEM

Slide 7 - Tekstslide

Rijm aan het begin (alliteratie)
Medeklinkers die hetzelfde zijn 

WILLIE WORTEL

Slide 8 - Tekstslide

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
Nieuw

Slide 9 - Tekstslide

Beeldspraak 

Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik




Vormen van beeldspraak: 

vergelijking 
en metafoor

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg beeldspraak

Slide 11 - Tekstslide

Beeldspraak: vergelijking

Je vergelijkt de werkelijkheid met een beeld.


- Vergelijking met als (zoals, alsof)

- Vergelijking zonder als


Er is een overeenkomst tussen twee zaken.

Lachen als een boer die kiespijn heeft.

Je kamer lijkt wel een zwijnenstal!



Slide 12 - Tekstslide

Beeldspraak: metafoor
Een metafoor lijkt op een vergelijking, alleen wordt hier hetgene waarmee vergeleken wordt, niet genoemd.

Ruim die zwijnenstal nou eens op (bedoeld wordt: je kamer)

Spreekwoorden zijn vaak metaforen (er wordt iets anders gezegd dan bedoeld). 

Slide 13 - Tekstslide



 Oefenen met beeldspraak!

 

Slide 14 - Tekstslide

In de zin "Zij is een koele kikker"
is gebruik gemaakt van beeldspraak.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quizvraag

Beeldspraak is altijd figuurlijk.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 16 - Quizvraag

'Het leven is als een doos bonbons.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 17 - Quizvraag

'Dat uilskuiken weet niet waar hij het over heeft.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
vergelijking

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk de volgende video en let op de beeldspraak die gebruikt wordt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
H.4.8 Gedicht, p. 174: opdr. 1 t/m 5

 Wat?

Met wie?

Hulp?

Klaar?

Zelfstandig, in stilte
 Steek je vinger op
Maak een samenvatting van alle begrippen van Fictie&Gedicht

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video