Ik Hou van Hollands

Ik hou van Hollands
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Ik hou van Hollands

Slide 1 - Tekstslide

Teams:
  • Twee teams per klas
  • Per team drie mensen naar voren
  • Na elke vraag mogen er drie nieuwe mensen naar voren

Slide 2 - Tekstslide

Opbouw
  • Na elke vraag mogen jullie op de bel drukken als jullie het antwoord (denken te) weten
  • Soms zijn er introfilmpjes

Slide 3 - Tekstslide

Ronde 1: Vragen bij filmfragmenten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Ronde 1, vraag 1
Welke stijlfout(en) hoor je? 

(Het gaat zeg maar natuurlijk om 'zeg maar' maar welke stijlfout is dit precies? Zeg maar.)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Ronde 1, vraag 2
'Het moment U', wat probeert deze man te zeggen?

Let op: het filmpje wordt zo herhaald

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Ronde 1, vraag 3
'De handschoen in de ring te gooien'
Wat gaat hier mis?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Ronde 1, vraag 4
Hoe noem je de stijlfout die ontstaat door ‘de verengelsing van Nederlandse woorden’? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Ronde 1, vraag 5
Welke stijlfout maakt Bas van Werven hier? 

Slide 14 - Tekstslide

Ronde 1: vraag 6
Hoeveel fouten hoor je in dit fragment?
Let op: het team met de hoogste schatting moet ze allemaal kunnen benoemen!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Ronde 2: spelling
Ieder team krijgt telkens één woord. Dit woord moet gespeld worden. Elke leerling noemt telkens één letter op totdat het volledige woord is gespeld. 

Slide 17 - Tekstslide

Tussendoor: welke stijlfout zie je hier?

Slide 18 - Tekstslide

Ronde 3
Rijtjes

Slide 19 - Tekstslide

Regels
Overleg in je team het antwoord op de vraag. Er wordt een inschattingsvraag gesteld. Het team dat het hoogst inzet, mag raden. Je verdient zo veel punten als je inzet. Redt het team het niet, dan gaan alle punten naar het andere team.

Slide 20 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
Noem zoveel mogelijk automerken:
Team 1 zegt dat ze er 10 kunnen opnoemen
Team 2 kan er 12 opnoemen
Lukt het team 2 om 12 merken te noemen? Dan krijgen ze 12 punten. Lukt het niet --> krijgt het eerste team 12 punten.

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 1: 
1. Rijtje: In welke gevallen kun je een liggend streepje gebruiken?

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 2:
Noem zo veel mogelijk stijlfouten op zinsniveau

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 3
Noteer zoveel mogelijk uitdrukkingen met het woord 'hand'

Slide 24 - Tekstslide