3V chap 3 deel D les 2

programme de la leçon
Chapitre 3
Partie 1 
Mes projets d'avenir
D- Phrases clés. 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programme de la leçon
Chapitre 3
Partie 1 
Mes projets d'avenir
D- Phrases clés. 

Slide 1 - Tekstslide

bienvenue à la leçon de français.
On va commencer..
Gaar naar lessonup.app
voer 6 cijferige code (links onderaan op je scherm) in.
Neem je werkboek A voor je. 
Houd een pen en je agenda bij de hand.

Camera's aan svp.

Slide 2 - Tekstslide

Cette semaine
  • Nous travaillerons au chapitre 3. (We werken verder met H3)
  • Fais tes devoirs! (Maak je werk, ik kan je werk checken om je werkboek te vragen (foto's), controleren d.m.v. een teams opdracht (formatieve controle) of via de quizz van deze lessen. 

DEELTOETS CHAP 3 op 
DONDERDAG 4 MAART  
(leerwerk? kijk naar Weekplanner tot TW3)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Cette semaine
À la fin de cette semaine......
vous savez (kennen jullie):
  • du vocabulaire sur l'école et l'enseignement.
  • les connecteurs (signaalwoorden) et leur relation (verband)
  • le futur simple et proche (toekomende tijd)
  • écrire un email à ton conseiller d'orientation.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
- Tu sais la différence entre le futur proche et le futur simple.

- Tu révises le futur proche et le futur simple en ligne.

- Tu vas écrire un mail à ton conseiller d'orientation.

Slide 9 - Tekstslide

                      En classe
Chapitre 3  'Le tour de la francophonie'

On révise le futur proche et simple

             
                                                

Slide 10 - Tekstslide

Vertaal :
le conseiller d'orientation
A
de wegwijzer
B
het oriëntatiepunt
C
de decaan
D
de raadgever

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal in het Nederlands:
faire des études

Slide 12 - Open vraag

Vertaal in het Nederlands:
la formation est complétée par un stage

Slide 13 - Open vraag

Kies de juiste vertaling:
la matière
A
het schoolvak
B
het beroep

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling:
le métier
A
het schoolvak
B
het beroep

Slide 15 - Quizvraag

Aujourd'hui
Hier
Demain
Présent
passé composé
Futur

Slide 16 - Sleepvraag

De futur...
Deze vorm gebruik je om te vertellen ...
A
wat er in de toekomst zal gebeuren
B
Hoe het in het verleden was.
C
Wat er in het verleden is gebeurd
D
Wat er vandaag gebeurt

Slide 17 - Quizvraag

De futur proche betekent de nabije toekomst in het Nederlands.
Hoe vorm je de 'futur proche'?
A
een vorm van gaan (aller) + hele werkwoord
B
Hele werkwoord + uitgangen (ai,as,a,ons,ez,ont)

Slide 18 - Quizvraag

Le futur simple is de tijd die je vormt door....
A
aller + hele werkwoord
B
hele werkwoord + uitgangen.

Slide 19 - Quizvraag

uitgang futur simple
Je
Tu
il
nous
Vous
ils
ons
a
as
ez
ai
ont

Slide 20 - Sleepvraag

Geef de juiste vorm van futur simple
Je (travailler)

Slide 21 - Open vraag

Geef de juiste vorm van futur simple
Tu (choisir)

Slide 22 - Open vraag

Vertaal:
Ils suivront des cours

Slide 23 - Open vraag

Vertaal:
vous achèverez les devoirs

Slide 24 - Open vraag

Geef de juiste vorm van futur simple
Vous (attendre)

Slide 25 - Open vraag

Le futur simple


Bij sommige werkwoorden is de stam van de futur onregelmatig.


zijn= être = ser

hebben= avoir = aur

doen/maken= faire = fer

gaan= aller = ir

kunnen/mogen=pouvoir =  pourr

willen= vouloir = voudr

moeten= devoir = devr

komen= venir = viendr





Slide 26 - Tekstslide

Basis futur simple onregelmatige workwoorden
viendr-
fer-
voudr-
pourr-
saur-
ir-
ser-
aur-
être
vouloir
pouvoir
venir
savoir
avoir
faire
aller

Slide 27 - Sleepvraag

Futur simple:
elle ..........(avoir)
A
elle avoira
B
elle aura
C
elle sera
D
elle fera

Slide 28 - Quizvraag

Futur simple:
elle ..........(faire)
A
elle avoira
B
elle aura
C
elle sera
D
elle fera

Slide 29 - Quizvraag

Futur simple:
elle ..........(être)
A
elle avoira
B
elle aura
C
elle sera
D
elle fera

Slide 30 - Quizvraag

nous ... (avoir, futur simple)

Slide 31 - Open vraag

vous ... (être, futur simple)

Slide 32 - Open vraag

elles ... (faire, futur simple)

Slide 33 - Open vraag

Tu ... (aller, futur simple)

Slide 34 - Open vraag

Doris Day zingt: "Que sera, sera.."
Luister even en beantwoord de vraag ...
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 35 - Tekstslide

Wat is de vertaling van de titel :
Que sera, sera?'
in het Engels?
A
What shall I do?
B
What will it be?
C
What shall I have?
D
Where shall I go?

Slide 36 - Quizvraag

whatever will be, will be...
zal zijn, zal zijn...

Slide 37 - Tekstslide

                      En classe
Chapitre 3  'Le tour de la francophonie'

OUVRE TES LIVRES :
Livre de textes p. 39  D- Phrases-clés 
Livre d'exercices p. 102-105

             
                                                

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht : Écrire/ schrijven
Tu écris un e-mail à ton conseiller d'orientation à propos des choses suivantes: 
1- je profielkeuze 
2- drie vakken die je volgend jaar wilt volgen.
3- je toekomstige beroep.
4- waarom je dat leuk vindt.

Maak gebruik van de Phrases-clés D p.39 + futur ! Geen vertaalmachine!

Slide 40 - Tekstslide

Les devoirs
Huiswerk voor volgende les : donderdag 18 februari (3)
Leren Phrases-clés F-N blz 39  TB + herhaal Grammaire C blz 38 
herhalen vocabulaire A  B blz. 126-127 WB (alles)
Afmaken: E-mail au conseiller d'orientation.
(foto als bewijs opsturen naar jlefur@nicolaas.nl)

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide