4BBL - Hoofdstuk 1: Paragraaf 4

Paragraaf 4: Het Nederlandse Rivierenlandschap
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4: Het Nederlandse Rivierenlandschap

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet/kunt:
- Nederlandse rivierenlandschap beschrijven.
- Je kunt beschrijven/verklaren waar en wanneer in NL je water- of tekort hebt.
- Je kunt de gevolgen op het landschap beschrijven en herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Wat zien we?

Slide 3 - Tekstslide

Rivierenlandschap
*Nederland heeft in het midden een Rivierenlandschap

= Deel van Nederland dat in de buurt van rivieren ligt en daar sterk door beïnvloed wordt. *

Slide 4 - Tekstslide

Rivierenlandschap
*Water vervoert grondsoorten, zoals zand en klei.

Zand is zwaarder dan klei en stopt sneller bij een overstroming.

Klei is lichter dan zand en stopt pas op het eind bij een overstroming.*

Slide 5 - Tekstslide

Oeverwal = Verhoging in het landschap langs de rivier, ontstaan door sedimentatie van zandkorrels.
Komgronden = Bodem die is ontstaan door sedimentatie van lichte kleideeltjes door een rivier.

Slide 6 - Tekstslide

Sedimentatie
(belangrijk!)
= Neerleggen van verweringsmateriaal, zoals zand, kleideeltjes of steentjes, wanneer de stroomsnelheid van het water afneemt.

Slide 7 - Tekstslide

Temperatuur
Koud --> warm = uitzetten
Water
Verwering is afbrokkelen van gesteente door de natuur

Slide 8 - Tekstslide

Polders
Gebieden omringd door dijken.
Je kan hier de waterstand regelen door te bemalen.

- Droogmakerijen
- Zeepolders
- Veenpolders

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide