Deze werkwoorden zijn volledig onregelmatig. Er zijn 3.
1. SER = zijn 2. IR = gaan
3. DAR = geven
*Er zijn 3 groepen onregelmatige werkwoorden.
Slide 11 - Tekstslide
El pretérito indefinido
verbos irregulares = onregelmatige werkwoorden
2. Onregelmatige stam/ irregular stem.
-Tener (hebben) -Hacer (doen) -Estar (zijn/ zich bevinden)
Slide 12 - Tekstslide
El pretérito indefinido
3. 3e en 6e persoon onregelmatige werkwoord/ 3rd en 6th person irregular verbs.
*Deze werkwoorden zijn alleen onregelmatig in de derde persoon (él/ ella, usted) en 6e persoon (ellos/ ellas/ ustedes). Bij deze werkwoorden verandert de klinker in de stam.
Slide 13 - Tekstslide
La biografía de Salvador Dalí.
Noteer de vormen van het Pretérito indefinido.
Nació (hij werd geboren)
Conoció (hij leerde kennen)
Se trasladó (hij verhuisde)
Volvió (hij keerde terug)
Murió (hij stierf)
Slide 14 - Tekstslide
Vul de zinnen in met de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes. Gebruik de pretérito indefinido.
1. Ayer, María __________ (hablar) con su amiga por teléfono.
2. La semana pasada, nosotros __________ (estudiar) mucho para el examen.
3. Tú __________ (caminar) por el parque el domingo pasado.
4. Ellos __________ (trabajar) en el proyecto juntos el mes pasado.
5. El año pasado, mi familia y yo __________ (viajar) a Argentina.
6. Vosotros __________ (comprar) muchos regalos para la Navidad.
7. Juan __________ (cocinar) una cena especial para su familia.
8. Yo __________ (vivir) en esa casa durante cinco años.