Begeleiden van collega's 5

Planning module
22 april Zelfsturing, leerklimaat, werkklimaat
13 mei Begeleidingsstijlen van de werkbegeleider
20 mei 2e Pinksterdag
27 mei Leerstijlen van de student
10 juni Gesprekken met de leerling, feedback geven, Fixed/Growth-mindset, McClelland ijsbergmodel
17 juni Beoordelen als werkbegeleider
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning module
22 april Zelfsturing, leerklimaat, werkklimaat
13 mei Begeleidingsstijlen van de werkbegeleider
20 mei 2e Pinksterdag
27 mei Leerstijlen van de student
10 juni Gesprekken met de leerling, feedback geven, Fixed/Growth-mindset, McClelland ijsbergmodel
17 juni Beoordelen als werkbegeleider

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede werkbegeleider:

- is deskundig als verzorgende;
- heeft kennis van de organisatie;
- heeft inzicht in het hoe en waarom van een opleiding;
- past gesprekstechnieken op de juiste manier toe;
- herkent verschillende leerstijlen of leervoorkeuren;
- kan studenten begeleiden en beoordelen.





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke valkuilen kan je tegen komen bij examineren?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies wat jou op dit moment typeert als examinator
Zakelijk en vastberaden
Sturend en motiverend
Meelevend en behulpzaam

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Halo-effect en horn-effect

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen bij het examineren
  • Ontwikkelingsgericht feedback geven i.p.v. het beoordelen van een verworven kwaliteit
  • Beoordelen op de randvoorwaarden om het examen heen
  • Examinator heeft teveel empathie of juist antipathie voor een student/kandidaat
  • Net - als - ik: Examinator vergelijkt zich met de kandidaat. Je herkent jezelf in de kandidaat. 
  • Gebrek aan richting: examinator weet niet hoe te beoordelen
  • Geen roet in het eten willen gooien
  • Bang om de confrontatie aan te moeten gaan
  • Incident
  • Gemoedstoestand van de examinator 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met een examen


Voert verpleegtechnische handelingen uit (Zorgverlener) 
(B1-K1-W4)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1: Voorbereiden

  • Werk in twee of drietallen
  • Ga opzoek in de digibib naar: 
  1. Het examen van werkproces Adviseert en instrueert over preventie (B1-K1-W2)
  2. Lees samen het examen door. 
  3. Bekijk ook (onder kopje servicedocumenten) de documenten aan de rechterkant. Welke kun je gebruiken in welke fase? De fases voorbereiding, afname en beoordelen.

Slide 8 - Tekstslide

Examen fysiek uitdelen.


Als je de link opent kom kan je elk punt verder ‘uitklappen’.

FASE 1 voorbereiden
Examengegevens controleren
1.1 Check welk examen u gaat afnemen. Let hierbij op:
Welk kwalificatiedossier.
Welk profiel.
Welk niveau.
Welke kerntaak.
Welk werkproces.
Welke examinerende beoordelingsvorm.
- Lees het volledige examen door.
- Noteer de naam van de examenkandidaat op het beoordelingsformulier.
 
1.2 Criteria doornemen
Kom tot een eenduidige interpretatie van de criteria.
Lees het beoordelingsvoorschrift:
Welke beoordelingsmogelijkheden (naast voldoende) zijn er per criterium?
Welke voorwaarden zijn aan deze beoordelingsmogelijkheden verbonden?
1.3 Checken van de afnamecondities
Check de afnamecondities:
Tijd (tijdstip- en duur) en ruimte.
Middelen en materialen.
Vereiste mate van zelfstandigheid.
Vereiste mate van verantwoordelijkheid.
Vereiste uitvoeringsniveau (complexiteit van de situatie).

Fase 1: voorbereiden
Zelfde twee- of drietal
Bespreek samen de criteria van dit werkproces om tot een eenduidige interpretatie te komen
  • Wat willen jullie zien aan vaardigheden en kennis? Maak dit concreet.
  • Bij welke handelingen/gedragingen is het een G een V of O? Ook hierbij spreek je concrete voorbeelden af.

Slide 9 - Tekstslide

Uitdelen: Eenduidigheidsformulier.


Fase 2:  afname

Individueel:
1. zorg dat je pen en papier hebt om aantekeningen te maken;
2. bekijk de demo en beoordeel;
3. maak aantekeningen van concrete gedragingen en handelingen die je ziet.

Slide 10 - Tekstslide

FASE 2: AFNAME
Laat de werkbegeleiders deze video bekijken.
Zij gaan de dame in het zwart beoordelen als ware zij een student. Daarbij gebruiken ze de concrete criteria die ze afgesproken hebben.
Ze beoordelen individueel, maken aantekeningen en daarna bespreken ze de individuele beoordelingen en komen ze tot een gezamenlijk oordeel

Uitdelen: Formulier waarnemen en aantekeningen maken.

2.1 Waarnemen en aantekeningen maken
  • Noteer de begin- en eindtijd.
  • Noteer regelmatig de tijdswaarneming.
  • Noteer waarneembaar gedrag.
  • Noteer uitsluitend feiten (geen interpretaties).
2.2 Ordenen en waarderen van aantekeningen
Ordenen: welke criteria zag je terug. Heb je criteria gemist? 
Waarderen: wat je zag was dat een o, v of g? 

Situatie
Een student VIG gaat voorlichting geven over hygiënisch koken aan Dhr. Jansen. Dhr. Jansen is sinds kort weduwnaar en het is opgevallen dat hij producten lang buiten de koelkast laat staan. Ook zijn kookgerei wordt niet goed schoongemaakt na gebruik. 

Door het geven van voorlichting wordt zelfredzaamheid van Dhr. in het hygienisch koken vergroot.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordenen en waarderen van aantekeningen                
Individueel
Ordenen: 
Welke criteria zag je terug. Heb je criteria gemist?
Waarderen: 
Zag je een o, v of g? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 3: beoordelen
Bestaat uit:
  • Beoordeling
  • Beoordeling onderbouwen 
  • Rol van examinator evalueren
Zelfde twee/drietal
Ga in overleg met anderen die dezelfde eenduidige interpretatie gebruikt hebben als jij.
Vul samen de beoordelingsformulieren van het examen in. 

Slide 13 - Tekstslide

Beoordeling
  • Beoordeel criterium met O-V-G.
  • Baseer de beoordeling op de waardering van de aantekeningen.
  • Vul het beoordelingsformulier in

Beoordeling onderbouwen
  • Onderbouw de beoordeling schriftelijk
  • Maak duidelijk waarom deze kandidaat deze beoordeling ontvangt.
  • Doe dit op het niveau van het examen / de beoordelingsvorm.
  • Illustreer de beoordeling met enkele feitelijke waarnemingen
Evaluatie:
Dit komt niet terug in de onderbouwing van de beoordeling. 
  • Bekijk hoe de voorbereiding verliep.
  • Bekijk hoe de afname verliep.
  • Bekijk hoe de beoordeling verliep.
  • Check de eigen deskundigheid in de rol van examinator.
  • Noteer verbeterpunten met betrekking tot de voorgaande punten.
  • Communiceer de verbeterpunten met de onderwijsorganisatie.
onvoldoende/voldoende/goed
Heeft betrekking tot het werkproces (bijvoorbeeld begeleidt de zorgvrager)
Fout = mevrouw J. goed begeleid
Goed = De student heeft mevrouw J. op een positieve wijze betrokken bij de spelactiviteit door haar persoonlijk uit te nodigen mee te doen. Mevrouw J. deed enthousiast mee, ze praatte mee en deed mee met de activiteit door de bal over te gooien (voldoende)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onvoldoende/voldoende/goed
Heeft betrekking tot het werkproces (bijvoorbeeld begeleidt de zorgvrager)
Fout = mevrouw J. onvoldoende begeleid
Goed= De student heeft haar aandacht onvoldoende verdeeld  over de bewoners. Mevrouw J. werd niet betrokken bij de spelactiviteit waardoor mevrouw J. afdwaalde, van tafel opstond en riep dat ze naar huis wilde. (onvoldoende)


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onvoldoende/voldoende/goed
Heeft met betrekking tot het werkproces (bijvoorbeeld begeleidt een zorgvrager)
Fout = mevrouw J. uitstekend begeleid
Goed = Student heeft haar aandacht uitstekend verdeeld over de bewoners, door ze steeds persoonlijk aan te spreken. Mevrouw J. die zelden langer dan 5 minuten bij de activiteit betrokken blijft, bleef gedurende heel de activiteit enthousiast meedoen en bleef vrolijk, doordat de student haar steeds opnieuw bij het spel betrok en uitnodigde mee te doen (goed)



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit examen betrof gedrag.
Welke andere examenvormen zijn er?

Slide 17 - Open vraag

Goede antwoorden: 
  • Examengesprek
  • Verslag
  • Beroepsproduct.

Een verslag en/of een beroepsproduct wordt doorgaans op school beoordeeld. Docenten zijn dan de examinatoren. Het is nooit de SLB'er: ook dan is de onafhankelijkheid van de examinator belangrijk. 

Aan de BPV kan dan wel om een authenticiteitsverklaring gevraagd worden. Zo'n verklaring kan door een werkbegeleider getekend worden. Hij of zij leest het verslag/product en geeft met de verklaring aan dat het authentiek is. Ofwel dat het echt zo gebeurd is. 

Examengesprek= assessment gesprek.

Verslag. In een verslag wordt doorgaans gevraagd om verantwoording af te leggen. Daarvoor kan een student de STRAK methodiek gebruiken. Zie bijlage op IL. STRAK is overigens iets anders als STARR. De STARR is een reflectie instrument en wordt gebruikt om te groeien/ontwikkelen. Het is te gebruiken tijdens het leerproces. Bij de STRAK is er geen sprake meer van ‘terugkijken’ hoe het gegaan is: bij de STRAK er wordt het ‘waarom’ toegelicht. Er is sprake van bewust handelen.

Beroepsproduct bijvoorbeeld een voorlichtingsplan of zorgplan. Bij de bakker zou het om puddingbroodjes kunnen gaan.

Wat is belangrijk bij
terugkoppelen van beoordeling
aan student?

Slide 18 - Woordweb


  • Beschrijvend in plaats van waarderend of straffend
  • Concreet in plaats van algemeen. Wat heb je precies gezien? Beargumenteer waarom iets niet is gehaald
  • Wees niet uitsluitend negatief, geef ook positieve elementen aan
  • Bruikbaar: de ander moet er iets mee kunnen doen, moet wel tot veranderen in staat zijn
  • wees kort en bondig 

Examenbeoordeling terugkoppelen aan student
Beschrijvend in plaats van waarderend of straffend
Concreet in plaats van algemeen. Wat heb je precies gezien? 
Geef naast positieve ook negatieve elementen aan
Bruikbaar: de ander moet er iets mee kunnen doen, moet wel tot veranderen in staat zijn
Wees kort en bondig 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onvoldoende examenbeoordeling terugkoppelen aan student
Leidt het gesprek in en geef de boodschap direct
Vermijden bij een slechtnieuwsgesprek:
  • Je verontschuldigen
  • Doen of er nog een andere uitkomst mogelijk is
  • Het uitspreken van de beoordeling uitstellen
  • Verzachtende woorden gebruiken
  • Vragen wat de student ervan vond
Sluit af met afspraken over vervolgacties

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies