Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met mensen en activiteiten beschrijven
Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Chapitre 5
Voca F + PC G
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van
voca F en PC G
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Bienvenu(e)s!
Lesdoelen (buts)
Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met mensen en activiteiten beschrijven
Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Chapitre 5
Voca F + PC G
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van
voca F en PC G
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Heb ik het werkwoord avoir (hebben) & être (zijn) herhaald
- Heb ik de passé composé geoefend
- Weet ik dat dierengeluiden in het Frans anders zijn dan in het Nederlands
- Heb ik vragen gesteld over de toets leesvaardigheid op 24 februari
Slide 2 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden op -er
Kun je het hele rijtje opschrijven met de uitgangen?
Slide 3 - Tekstslide
Het regelmatige werkwoord op -er
Slide 4 - Tekstslide
Avoir = hebben | Être = zijn
Schrijf het hele rijtje van deze onregelmatige werkwoorden op in jouw schrift met de Nederlandse vertaling erachter.
Slide 5 - Tekstslide
AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00
Slide 6 - Tekstslide
Être = zijn
je suis = ik ben
tu es = jij bent
il est = hij is
elle est = zij is
nous sommes = wij zijn
vous êtes = jullie zijn, u bent
ils/elles sont = zij zijn
Slide 7 - Tekstslide
Zij heeft gegeven
A
Elle a donné
B
Elle a donner
C
Elle donné
D
Elle a donne
Slide 8 - Quizvraag
U heeft gedanst Kies de juiste zin
A
Vous avez danser
B
Vous avez dansé
C
Vous avez chanter
D
Vous avez chanté
Slide 9 - Quizvraag
Ik heb gevraagd
Slide 10 - Open vraag
Wij hebben gezongen.
Slide 11 - Open vraag
wij hebben gekeken
Slide 12 - Open vraag
Reflectie/evaluatie
Het vervoegen van werkwoorden op -er en de onregelmatige werkwoorden être en avoir worden vanaf nu als bekend verondersteld. (Zie ook de toetsinformatie van 26 mei)
Noteer in jouw agenda en/of Daltonplanner wat je nog moet herhalen/oefenen/leren/doen
Slide 13 - Tekstslide
Dierengeluiden
Open het werkblad "Dierengeluiden" bij Bronnen en vul dit in.
We gaan luisteren en kijken naar een liedje over dierengeluiden.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Dierengeluiden
Als je het werkblad "Dierengeluiden" bij Bronnen hebt ingevuld, ga je naar de volgende slide om deze opdracht na te kijken.
Slide 16 - Tekstslide
Les réponses
Le poussin = het kuikentje La poule = de kip Le coq = de haan
La dinde = de kalkoen Le pigeon = de duif
Le chat = de kat Le chien = de hond
La chèvre = de geit L'agneau = het lammetje
La vache = de koe le taureau = de stier
Slide 17 - Tekstslide
Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire