W22 GPL klas 1

Bienvenue
Semaine 22 
Le 31 mai
GPL
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue
Semaine 22 
Le 31 mai
GPL

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
Chapitre 6:
  • aller en de futur proche

Maar eerst nog even herhalen:

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel woorden schrijf je op bij een passé composé?
(noteer een getal)

Slide 3 - Open vraag

Maak een passé composé van het volgende werkwoord:
tu (danser)

Slide 4 - Open vraag

Maak een passé composé van het volgende werkwoord:
nous (habiter)

Slide 5 - Open vraag

Zet het bijv. naamwoord in de juiste vorm:

La jupe est (petit).

Slide 6 - Open vraag

Zet het bijv. naamwoord in de juiste vorm:

Mes cousines sont (blond).

Slide 7 - Open vraag

Zet het bijv. naamwoord in de juiste vorm:

Elles sont (jeune).

Slide 8 - Open vraag

Zet het bijv. naamwoord in de juiste vorm:

Paris est ma ville (préféré)

Slide 9 - Open vraag

Zet het bijv. naamwoord in de juiste vorm:

La maison est (beau).

Slide 10 - Open vraag

Réviser
Het werkwoord aller                   -stampen!!!

Je vais        - ik ga                                                     Nous allons    - wij gaan
Tu vas         - jij gaat                                                 Vous allez        - jullie gaan, u gaat
Il va              - hij gaat                                                Ils vont              - zij gaan
Elle va         - zij gaat                                                 Elles vont         - zij gaan
On va          - wij gaan, men gaat

Slide 11 - Tekstslide

Vrai ou faux?

Je vais
A
vrai
B
faux

Slide 12 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Tu vais
A
vrai
B
faux

Slide 13 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Nous allez
A
vrai
B
faux

Slide 14 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Ils vont
A
vrai
B
faux

Slide 15 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Je vas
A
vrai
B
faux

Slide 16 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Elle vont
A
vrai
B
faux

Slide 17 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Elle va
A
vrai
B
faux

Slide 18 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Nous allons
A
vrai
B
faux

Slide 19 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Vous allez
A
vrai
B
faux

Slide 20 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Tu allez
A
vrai
B
faux

Slide 21 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Enzo va
A
vrai
B
faux

Slide 22 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Ma classe va
A
vrai
B
faux

Slide 23 - Quizvraag

Réviser
Le futur proche       - de toekomstige tijd

Vorm van aller + heel werkwoord

Slide 24 - Tekstslide

Vrai ou faux?

Je vais manger au restaurant.
A
vrai
B
faux

Slide 25 - Quizvraag

Vrai ou faux?

J'ai mangé une pizza.
A
vrai
B
faux

Slide 26 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Ali va aller au cinéma.
A
vrai
B
faux

Slide 27 - Quizvraag

Vrai ou faux?

Ali a regardé un film.
A
vrai
B
faux

Slide 28 - Quizvraag

Maak de futur proche:

La fille (inviter)

Slide 29 - Open vraag

Maak de futur proche:

Tu (faire)

Slide 30 - Open vraag

Maak de futur proche:

Ma classe (manger)

Slide 31 - Open vraag

Maak de futur proche:

Le prof (chercher)

Slide 32 - Open vraag

Maak de futur proche:

Vous (vendre)

Slide 33 - Open vraag

Maak de futur proche:

Ils (aller)

Slide 34 - Open vraag

En de laatste:
Maak de futur proche:
Les enfants (déménager)

Slide 35 - Open vraag

Zijn er nog vragen?

Slide 36 - Tekstslide