Oriëntatietoets jaar 2

Oriëntatietoets jaar 2


Je maakt deze toets zodat ik kan kijken waar je extra hulp bij nodig hebt. Je maakt de toets voor jezelf. 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oriëntatietoets jaar 2


Je maakt deze toets zodat ik kan kijken waar je extra hulp bij nodig hebt. Je maakt de toets voor jezelf. 

Slide 1 - Tekstslide

Geef antwoord op:
Hola, ¿qué tal?

Slide 2 - Woordweb

Geef antwoord op:
¿cómo te llamas?

Slide 3 - Woordweb

Geef antwoord op:
¿Dónde vives?

Slide 4 - Woordweb

Hoe vervoeg je:
SER

Slide 5 - Woordweb

El OVC (ser)______una escuela grande.

Slide 6 - Open vraag

Mis amigos (ser)____españoles.

Slide 7 - Open vraag

Carlos, ¿tú (ser)____francés o alemán?

Slide 8 - Open vraag

Steven y yo (ser)_____hermanos.

Slide 9 - Open vraag

Welke vervoeging hoort NIET bij het werkwoord SER?
A
es
B
están
C
soy
D
son

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vervoeg je:
ESTAR

Slide 11 - Woordweb

Mi madre y yo (estar)____en Madrid.
A
estoy
B
somos
C
soy
D
estamos

Slide 12 - Quizvraag

Anyssa y Djonna, ¿____(estar) en la biblioteca?

Slide 13 - Open vraag

Ivan y Noureen (estar)_____tocando el piano.

Slide 14 - Open vraag

Geef antwoord op
¿Cuántos años tienes?

Slide 15 - Woordweb

Welke vraagwoorden
ken je nog?

Slide 16 - Woordweb

Regelmatige werkwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Cada día yo (hablar)___por teléfono con mi abuela.

Slide 18 - Open vraag

Mi padre y yo (comer)______juntos el sábado.

Slide 19 - Open vraag

El profe de inglés (escuchar)________mucho la radio.

Slide 20 - Open vraag

treinta, cuarenta y ocho, cincuenta y cinco, ochenta y seis.
A
30, 48, 55, 86
B
30, 40, 56, 87
C
30, 58, 65, 68
D
30, 48, 65, 88

Slide 21 - Quizvraag

Mi amiga (tener)____un gato que se llama Pablo.

Slide 22 - Open vraag

Vervoeg:
TENER

Slide 23 - Woordweb

Mis tías (tener)______dos hijos que son mis primos.

Slide 24 - Open vraag

Mi amiga y yo (tener)_____muchos deberes para mañána.

Slide 25 - Open vraag

Bezittelijk vnw
(mijn, jouw, zijn)

Slide 26 - Woordweb

(mijn)____hermanas se llaman Eva y Karin.

Slide 27 - Open vraag

(jouw)_____hermano es muy guapo.

Slide 28 - Open vraag

(zijn)_____libros están en la mesa.

Slide 29 - Open vraag

Eliza is erg intelligent.
A
Eliza es muy inteligenta.
B
Eliza es muy inteligente.
C
Eliza es muy inteligento.
D
Eliza es muy inteligentes.

Slide 30 - Quizvraag

La clase de matemáticas es muy_____(leuk)
A
divertida
B
divertido
C
aburrida
D
aburrido

Slide 31 - Quizvraag

Mis abuelos son muy___(ouderwets)
A
graciosos
B
graciosas
C
anticuados
D
anticuadas

Slide 32 - Quizvraag

El parque al lado del ovc es muy____(mooi)

Slide 33 - Open vraag

Vervoeg:
IR

Slide 34 - Woordweb

Mañana yo (ir)_____a la playa.

Slide 35 - Open vraag

Este verano mis amigos (ir)____a Italia.

Slide 36 - Open vraag

Luca, ¿(ir)_____a la fiesta de Frey mañana?

Slide 37 - Open vraag

tiene
son
habla
bebo
va
1. Mi madre (praten)____con el profe.
2. Yo (drinken)_______un vaso de agua.
3. Mi hemano (hebben)_____tres bicicletas.
4. Hoy mi padre (gaan)_____al médico.
5. Mis compañeros (zijn)____muy simpáticos.

Slide 38 - Sleepvraag