H3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)

Welkom allemaal!
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Pak alvast je spullen (chromebook, pen, schrift)
  • Telefoon uit en in je tas!!

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Pak alvast je spullen (chromebook, pen, schrift)
  • Telefoon uit en in je tas!!

Slide 1 - Tekstslide

Vraag van vandaag!
Waarom speelt Depay niet af en toe als verdediger en gaat de Jong niet af en toe in de spits?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • Weet je wat de voor- en nadelen zijn van arbeidsverdeling
  • Weet je wat het verschil tussen een voltijd- en een deeltijdbaan is

Slide 3 - Tekstslide

3.1 Hoe kom je aan werk?
Arbeidsverdeling
  • Elke baan zijn eigen taken. Dit noemen we arbeidsverdeling (taakverdeling)
  • Door arbeidsverdeling ontstaat specialisatie. Werknemers worden beter en sneller.

  • Nadeel = misschien saai. Mensen worden ongemotiveerd en gaan langzamer werken. Afwisseling kan dan goed zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag
Op welke manier zou er sprake kunnen zijn van arbeidsverdeling bij de McDonalds als jij een hamburger haalt?

Slide 5 - Tekstslide

Op welke manier zou er sprake kunnen zijn van arbeidsverdeling bij de McDonalds als jij een hamburger haalt?

Slide 6 - Open vraag

3.1 Hoe kom je aan werk?
Een volle werkweek of minder...
Voltijdbaan: 36 uren of meer per week.
  • Dan werk je 5 dagen x 8 uur          
  • Bijvoorbeeld van maandag t/m vrijdag van 08.30 uur - 17.00 uur

Deeltijdbaan: minder dan 36 uren per week
  • Dan werk je 1, 2, 3 of 4 dagen x 8 uur
  • Bijvoorbeeld op dinsdag, woensdag en donderdag van 08.00 uur - 16.30 uur



Slide 7 - Tekstslide

Wat noem je hetzelfde als een voltijdbaan?
A
parttimebaan
B
uitzendbaan
C
flexibele baan
D
fulltimebaan

Slide 8 - Quizvraag

Als je 24 uur wilt werken. Wat voor baan zoek je dan?
A
Deeltijdbaan
B
Voltijdbaan
C
Duobaan
D
Vrijwilligerswerk

Slide 9 - Quizvraag

Er zijn in totaal 160.000 baantjes.
Hoeveel jongeren bezorgen kranten?

Slide 10 - Open vraag

Bekijk de cirkeldiagram.

Uit welk land importeren we het meest?
A
Duitsland
B
België
C
China
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het totaal van de sectoren?
A
44
B
8
C
16
D
100

Slide 12 - Quizvraag

Bij een cirkeldiagram betekent een volle cirkel:
A
360 %
B
100 %
C
Hangt er vanaf

Slide 13 - Quizvraag

geschoold werk
ongeschoold werk

Slide 14 - Sleepvraag

Een baan waarvoor iemand wordt gezocht noem je een....
A
Werkgever
B
Sollicitatie
C
Vacature
D
Scholing

Slide 15 - Quizvraag

Aan het werk!!
Maken 
Wat: Opgaven 9 t/m 15
Hoe: In je schrift of op een blaadje
tijd: 15 min in stilte!!
Klaar: iets voor jezelf
Resultaat: antwoorden zelf nakijken




timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

§3.1
Hoe kom je aan werk?

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet waarom scholing nodig is.
  • Je weet wat de arbeidsmarkt is en hoe je op een vacature kunt solliciteren.
  • Je weet hoe je een cirkeldiagram moet aflezen
3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)

Slide 20 - Tekstslide

3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
  • Als een bedrijf mensen zoekt om voor hen te komen werken, dan hebben zij een vacature
  • Vacature:
  • een baan waarvoor iemand wordt gezocht

Slide 21 - Tekstslide

3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
  • Als (andere) baan zoekt kun je solliciteren.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

  • Bedrijven 
  • (die medewerkers hebben en/of zoeken)
3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
  • Mensen 
  • (die werken of op zoek zijn naar werk)
  • de arbeidsmarkt

Slide 24 - Tekstslide

3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
  • Ongeschoold werk
  • werk waar je geen opleiding voor nodig hebt
  • Scholing
  • beroepsopleiding of cursus waarin je leert voor een baan
  • Geschoold werk
  • werk waarvoor je een beroepsopleiding of cursus nodig hebt.

Slide 25 - Tekstslide

3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
Cirkeldiagram

Extra uitleg!
35%
25%
20%
12%
8%
In Lisse zijn 4500 mensen lid van een sportvereniging. Bereken hoeveel leden de tennis vereniging heeft.

Voetbal
Athletiek
Tennis
Hockey
Overig

Slide 26 - Tekstslide

3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
Cirkeldiagram

Extra uitleg!
35%
25%
20%
12%
8%
In Lisse zijn 4500 mensen lid van een sportvereniging. Bereken hoeveel leden de tennis vereniging heeft.

Voetbal
Athletiek
Tennis
Hockey
Overig

Slide 27 - Tekstslide

3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
Cirkeldiagram

Extra uitleg!
35%
25%
20%
12%
8%
In Lisse zijn 4500 mensen lid van een sportvereniging. Bereken hoeveel leden de tennis vereniging heeft.

Voetbal
Athletiek
Tennis
Hockey
Overig

Slide 28 - Tekstslide

Een baan waar een bedrijf iemand voor zoekt.
A
Sollicitatie
B
Vacature
C
Vakbond
D
Arbeidsovereenkomst

Slide 29 - Quizvraag

Een baan waar een bedrijf iemand voor zoekt.
A
Sollicitatie
B
Vacature
C
Vakbond
D
Arbeidsovereenkomst

Slide 30 - Quizvraag

'Solliciteren'
A
De beëindiging van een baan
B
Solderen op je werk
C
Een werknemer laten weten dat je een bepaalde baan wilt.

Slide 31 - Quizvraag

Is aardbeien plukken een voorbeeld van geschoold of ongeschoold werk?
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk

Slide 32 - Quizvraag

Rachida is verpleegkundige
A
geschoold werk
B
ongeschoold werk
C
Kan beide

Slide 33 - Quizvraag

Aan het werk!!
Maken 
Wat: Opgaven 1 t/m 8
Hoe: In je schrift of op een blaadje
tijd: 15 min in stilte!!
Klaar: iets voor jezelf
Resultaat: antwoorden zelf nakijken




timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide