In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vervolg 10.1:
Anticonceptiemiddelen
Voorbehoedsmiddelen
Slide 1 - Tekstslide
Anti (=tegen) conceptie (=bevruchting)
Voorbehoedsmiddel (je ergens voor behoeden, zoals zwangerschap/SOA's)
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling Menstruatiecyclus
Slide 3 - Tekstslide
timer
1:00
vruchtbare periode
minder vruchtbare periode
menstruatie
eisprong
Slide 4 - Sleepvraag
Leerdoelen
Welke voorbehoedsmiddelen zijn er?
Hoe werken ze?
Wat is betrouwbaar en wat is onbetrouwbaar?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Het gebruik van het condoom stamt uit de oudheid. De Egyptenaren van 3000 v. Chr. gebruikten de darmen van schapen om zich te beschermen. Er zijn vroeger ook allerlei stoffen gebruikt om condooms te maken. Vervolgens gedrenkt in olie.
Slide 7 - Tekstslide
(Vrouwen)
condoom
Slide 8 - Tekstslide
De pil (de anticonceptiepil)
Slide 9 - Tekstslide
Spiraaltje
Slide 10 - Tekstslide
Pessarium
Inbrengen
Slide 11 - Tekstslide
Sterilisatie
Slide 12 - Tekstslide
Welk voorbehoedsmiddel voorkomt op welke manier een zwangerschap?
Slide 13 - Sleepvraag
Wordt arts in baarmoeder geplaatst.
De vrouwelijke versie van het condoom.
Brengt de vrouw zelf in en werkt drie weken.
Soort kapje. Past rond de baarmoedermond.
Meest permanente voorbehoedsmiddel
Slide 14 - Sleepvraag
Onbetrouwbare methoden
1. Periodieke onthouding
2. Voor het zingen de kerk uit (coïtus interruptus)