2.1 Politiek en burgerschap in de Griekse Wereld

Grieken en Romeinen
Tijdvak 2

5 kenmerkende aspecten, 5 paragrafen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grieken en Romeinen
Tijdvak 2

5 kenmerkende aspecten, 5 paragrafen

Slide 1 - Tekstslide

2.1 Politiek en burgerschap in de Griekse wereld



KA: ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadsstaat
de vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je begrijpt hoe de Grieken dachten over burgerschap en politiek
  • Je begrijpt hoe het Griekse wetenschappelijk denken ontstond 

Slide 3 - Tekstslide

De Griekse polis (herhaling)
Een polis is een stadsstaat. Elke stad in Griekenland bestuurde zichzelf en elke stadsstaat had een eigen bestuurssysteem. 

De Grieken stichtten ook koloniën
langs de kusten van de Middellandse
en Zwarte Zee. Deze koloniën dreven
handel met elkaar. 
Later vestigden Grieken zich in de
veroverde gebieden. 
Hiermee verspreidde  de Griekse cultuur --> Hellenisme

Slide 4 - Tekstslide

Culturele eenheid, politieke verdeeldheid
De Griekse stadsstaten (en later de Romeinen) deelden een gezamenlijke cultuur. We noemen dit de klassieke cultuur  
  • Zelfde taal
  • Zelfde godsdienst
  • Zelfde valuta en munteenheid
  • Zelfde beeld- en bouwkunst
  • Olympische Spelen
  • Ontwikkeling wetenschappelijk denken

Slide 5 - Tekstslide

Culturele eenheid, politieke verdeeldheid
Wel verschilde de bestuursvorm per polis. 
  1. Monarchie
  2. Tirannie
  3. Aristocratie
  4. Democratie 

Slide 6 - Tekstslide

De democratie in Athene
Bedacht door Kleistenes
  • boulè: Een raad van 500 voor het dagelijkse bestuur
  • ekklesia: de Volksvergadering
  • Alleen mensen met burgerrecht waren betrokken bij de democratie
            - mannen
            - geen slaven
            - in Athene geboren
  • Directe democratie: om te kunnen stemmen moest een burger persoonlijk aanwezig zijn bij de vergadering. 

Slide 7 - Tekstslide

Schervengericht
Ter bescherming van de democratie --> invoer schervengericht.
Atheense volksvergadering kon een stemming houden waarbij elke burger de naam van een door hem ongewenste politicus in een potscherf kraste. Wie de meeste stemmen kreeg werd voor 10 jaar verbannen. 

Slide 8 - Tekstslide

Griekse Staatsvorm opdracht
1) Zoek in de paragraaf de betekenis van de volgende staatsvormen. 
- Monarchie   - Democratie   - Aristocratie   - Oligarchie - Tirannie
2) Schrijf op welke jij het fijnste zou vinden en waarom

Slide 9 - Tekstslide

Wetenschap en filosofie
Ontwikkeling wetenschappelijk denken = gebruik van ratio (=verstand)
  • Filosofie:  Socrates, Plato, Aristoteles
  • Wiskunde: Pythagoras
  • Geneeskunde: Hippocrates
  • Geschiedenis: Herodotus (Illias en Odyssee)

De Grieken maken wetenschap los van de praktijk

Slide 10 - Tekstslide

Atheense democratie
Politiek ontwikkelde zich door mensen te betalen om deel te nemen aan de volksvergadering. Zo werd de democratie beschikbaar voor een groter deel van de burgerbevolking. 

Maar.. er was ook kritiek op de Atheense democratie:
Vooral door filosofen (Socrates, Plato en Aristoteles): niet alle burgers hadden verstand van politiek!



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 13 - Tekstslide

In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 15 - Quizvraag

De naam van de persoon die het meest genoemd werd tijdens het schervengericht.....
A
Moest voor tien jaar in de gevangenis
B
Werd meteen vermoord
C
Werd voor tien jaar verbannen uit Athene
D
Mocht nooit meer in Athene komen

Slide 16 - Quizvraag

Achtergrond 
Paragraaf 2.1 eindigt met het benoemen van een aantal oorlogen die er uiteindelijk voor zorgden dat Griekenland van een verdeelde samenleving (met meer dan 200 poleis) overging tot 1 land. Onder heerschappij van Alexander de Grote.  
In de gele dia vind je de kern (aant.), in de rode dia's de achtergrond over deze oorlogen. 

Slide 17 - Tekstslide

Einde van zelfstandigheid
  • Ionische opstand
  • Perzische oorlog --> 'vrije Griekse burger'
  • Peloponnesische oorlog (431-404 v.C.)
  • Philippos en Alexander de Grote van Macedonie (338 v.C.)
  • Hellenisme = verspreiding van de Griekse cultuur

Slide 18 - Tekstslide

Perzische dreiging
Terwijl in Hellas (Griekenland) stadstaten ontstaan, ontstaat er in het Midden-Oosten een machtige staat als buurland: 
het Perzische rijk. 

Perzië heeft geen democratie, maar één man (de koning) had alle macht in handen. 

Slide 19 - Tekstslide

Perzische rijk 

Slide 20 - Tekstslide

Ionische Opstand
Ionische opstand (oorzaak Perzische oorlog):
  • Opstand van Griekse koloniën in het Perzische rijk
  • Grieken waren ontevreden over belastingen


Athene en Eretria bevrijdden de Griekse steden in het Perzische rijk >>
Koning Dareios van Perzië wilde wraak!

Slide 21 - Tekstslide

Perzische Oorlogen
Eerste oorlog (490 v.Chr):
  • De Perzen vielen Athene aan (wraak ionische opstand)
  • Athene wilde hulp van Sparta, hulp kwam niet (of te laat)
  • Athene won als nog!

>> Hopliet rende van Athene naar Sparta (42 km) om het goede nieuws te vertellen

Slide 22 - Tekstslide

Perzische Oorlogen
Tweede oorlog (480 v.Chr):
  • Perzen bouwden brug naar Griekenland onder koning Xerxes
  • Athene wordt geplunderd en in brand gestoken door de Perzen
  • Grieken winnen door samen te werken en hun snelle vloot (Hellenistisch verbond)



Slide 23 - Tekstslide

Perzische Oorlogen
Gevolgen van de Perzische Oorlogen:
  • De Grieken hadden meer zelfvertrouwen (Hadden als eersten het Perzische rijk verslagen)
  • De vrije burger (Griekenland) wint van de slaaf (Perzische onderdanen)



Slide 24 - Tekstslide

Perzische Oorlogen
Gevolgen van de Perzische Oorlogen:
  • De Grieken hadden meer zelfvertrouwen (Hadden als eersten het Perzische rijk verslagen)
  • De vrije burger (Griekenland) wint van de slaaf (Perzische onderdanen)



Slide 25 - Tekstslide

Theorie
Opschrijven:
De Perzische oorlogen tussen Perzië en de Griekse stadstaten lieten zien dat ondanks hun rivaliteit goed konden samenwerken. Ze lieten zien 'vrije Grieken' te zijn. Beter dan de rest (van de wereld). 

Slide 26 - Tekstslide

Herodotus
Vader van de geschiedschrijving 

Slag bij Thermoplyae 

Slide 27 - Tekstslide

2.3 De Grieken strijden onderling

Slide 28 - Tekstslide

Kenmerkend aspect 
(4) De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaten. 

Slide 29 - Tekstslide

Peloponnesische Oorlog (431 - 404 v.Chr)
Sparta:
  • Sterk op land
  • Platteland plunderen, olijfbomen omhakken. 



Athene: 
  • Sterk op zee
  • Kusten plunderen



Uit angst voor nieuwe aanval van de Perzen gaan de Grieken samenwerken in verbonden >> twee bondgenootschappen ontstaan - 1 onder leiding van Sparta en de ander onder leiding van Athene. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Peloponnesische Oorlog (431 - 404 v.Chr)
Na 15 jaar gaat het mis voor Athene:
  • Zilvermijnen geblokkeerd
  • Sparta gaat zelf een vloot bouwen

>> Gevolg: Athene verliest. 

Slide 32 - Tekstslide

Na de oorlog:
- Democratie opgeheven
- Oligarchie van 30 mannen >> al in 403 v.Chr. worden zij verdreven en wordt de democratie hersteld.
- Onderlinge oorlogen tot 338 v. Chr, dan verslaat Philippos (Macedonië) de Griekse legers.
- Periode van de zelfstandige Griekse poleis voorbij.

Slide 33 - Tekstslide



Verdeelde Griekse poleis


De Griekse poleis werkten gedwongen samen tijdens de Perzische oorlogen. Daarna begonnen zij in de Peloponnesische oorlogen (431-404 v. Chr.) elkaar te bestrijden.

Slide 34 - Tekstslide