13-12-22

explication H2 Grammaire C
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

explication H2 Grammaire C

Slide 1 - Tekstslide

révision
- bijwoord/bijvoeglijknaamwoord
-  imparfait où passé composé

Slide 2 - Tekstslide

1 [T1] [1,5p] Wat is waar over Rosa?
  A O Ze kende Frankrijk al erg goed voordat ze er ging wonen.
  B O Ze was al een liefhebber van Frans eten voordat ze er ging wonen.
  C O Ze wist weinig over Frankrijk en de Fransen voor haar verhuizing.

2 [T1] [1,5p] Wat is grappig volgens Rosa?
  A O De clichés over Fransen zijn waar in haar geval.
  B O De eetgewoonten van Fransen zijn raar.
  C O De Fransen hebben een vreemd beeld van Nederlanders.

3 [T2] [1,5p] Hoe zou de ober in het restaurant gereageerd hebben?
  A O blij
  B O teleurgesteld
  C O verbaasd


4 [T1] [1,5p] Wat kunnen we afleiden over Rosa?
  A O Ze hoopt binnenkort weer terug te verhuizen naar Nederland.
  B O Ze is tevreden over de meeste dingen van haar leven in Frankrijk.
  C O Ze vindt het leven in Frankrijk veel prettiger dan in Nederland.




Slide 3 - Tekstslide


Lis les questions. Écoute le document sonore et choisis la bonne réponse.
1 [T1] [1,5p] Wat komen we te weten over Alice?
  A O Ze houdt van voetbal dankzij haar familie.
  B O Ze vindt voetbal pas sinds kort leuk.
  C O Ze woont ver van haar lievelings voetbalclub.

2 [T2] [1,5p] Waarom zegt Alice «Mission impossible»?
  A O Om te benadrukken dat voetbal moeilijk voor haar is.
  B O Om te benadrukken dat ze beter wil leren voetballen.
  C O Om te benadrukken dat ze zelf echt niet sportief is.

3 [T2] [1,5p] Waarom spreekt Marc over de positieve effecten van zwemmen?
  A O Om de negatieve ideeën over deze sport tegen te spreken.
  B O Om de negatieve kanten van deze sport te relativeren.
  C O Om mensen te stimuleren om deze sport ook te gaan beoefenen.

4 [T1] [1,5p] Wat is waar over Laure Manaudou?
  A O Ze is gestopt met sporten om zich te richten op een carrière als actrice.
  B O Ze is gestopt met sporten om zich te richten op haar gezin.
  C O Ze is van carrière gewisseld omdat ze meer talent heeft als actrice.








Slide 4 - Tekstslide

Lis le phrase, waar zegt het iets over?

Je voudrais MIEUX connaître les traditions françaises.
A
werkwoord
B
bijwoord
C
de hele zin
D
een bijvoeglijknaamwoord

Slide 5 - Quizvraag

Lis le phrase, waar zegt het iets over?

À Noël, les sapins de Noël sont vendus TRÈS rapidement.
A
een werkwoord
B
een bijvoeglijknaamwoord
C
een bijwoord
D
de hele zin

Slide 6 - Quizvraag

Plaats het woord correct in de zin.

On boit pendant les fêtes. (trop)

Slide 7 - Open vraag

Le passé composé
Gebeurtenis uit het verleden wat iemand heeft gedaan
Hier, je suis allé à Rotterdam avec mes amis
D'abord nous avons fait du shopping
Puis nous avons mangé une pizza

Geeft antwoord op de vraag: en toen?
Gaat om een afgesloten gebeurtenis

Slide 8 - Tekstslide

Imparfait
Beschrijft hoe het in het verleden was 

Toestand/beschrijving --> Ce jour-là, il pleuvait très fort
gewoonte/feit --> Avant je faisais du basket le lundi et le jeudi
handeling dat aan de gang is --> Aline préparait le dîner, pendant que Jean nettoyait la maison

Slide 9 - Tekstslide


passé composé

  • Geeft antwoord op de vraag ''En toen?''
  • Tijdsaanduiding
  • Afgesloten gebeurtenis/handeling; begin en eind zijn duidelijk
  • KORTE ACTIE!

imparfait

  • Vertelt hoe het in het verleden was
  • Toestand/beschrijving
  • gewoonte/feit
  • Handeling die aan de gang is (zitten te, bezig zijn te ..)
  • LANGE ACTIE!
Différences entre le passé composé et l'imparfait

Slide 10 - Tekstslide


passé composé

  • puis   vervolgens
  • alors   dus
  • ensuite   daarna
  • après   erna
  • tout à coup plotseling
  • soudain plotseling
  • l'année dernière - vorig jaar

imparfait

  • souvent   vaak
  • toujours    altijd
  • quelquefois   soms
  • autrefois   vroeger
  • avant  eerst
  • depuis   sinds
  • d'habitude   gewoonlijk
  • tous les jours elke dag
Aanwijzingen voor p.c of imparfait

Slide 11 - Tekstslide

Een gewoonte
Een beschrijving
Een handeling van onbepaalde duur
Je brosse mes dents comme d'habitude.
Nous regardions un spectacle de feux d'artifice
Le chat était devant la porte

Slide 12 - Sleepvraag

Un jour j'/je ...... devant le roi Willem Alexander.
A
ai joué
B
jouais

Slide 13 - Quizvraag

Le jour que j'ai joué devant la reine, c'était la fête de l'école. J' ..... 12 ans.
A
ai eu
B
avais

Slide 14 - Quizvraag

Pendant que je jouais, la reine Maxima ..... dans la salle.
A
arrivait
B
est arrivée

Slide 15 - Quizvraag

Elle a applaudi. Tout le monde .....
A
s'est levé
B
se levait

Slide 16 - Quizvraag

Michael Jackson ... le 29 août 1958 à Gary (Indiana).
A
est né
B
naissait

Slide 17 - Quizvraag

Il ... le 25 juin 2009 à Los Angeles (Californie).
A
est mort
B
mourait

Slide 18 - Quizvraag

Il ... à chanter avec ses frères à l’âge de onze ans.

A
à commencé
B
commençait

Slide 19 - Quizvraag

Il ... pour surnom “le roi de la pop”.
A
a eu
B
avait

Slide 20 - Quizvraag

Il ... l’industrie du disque en créant des clips musicaux comparables à des films.

A
a révolutionné
B
révolutionnait

Slide 21 - Quizvraag

À Noël, ma mère (préparer) comme d'habitude.
A
à préparé
B
préparait

Slide 22 - Quizvraag

Le voix de cet homme (être) insupportable.

Slide 23 - Open vraag

Après une demi-heure, mon copain (décider) d'appeler ses parents.

Slide 24 - Open vraag

Freddy Mercury, (geboren worden) en 1946
A
était né
B
est né

Slide 25 - Quizvraag

Dans sa jeunesse il (être) plutôt timide.
A
était
B
a été

Slide 26 - Quizvraag

Heb jij nog een vraag?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Moet je hier de passé composé of de imparfait gebruiken? \
"Ik ben geboren in het ziekenhuis"
A
imparfait
B
passé composé

Slide 28 - Quizvraag

Moet je hier de passé composé of de imparfait gebruiken?
"Voor 10 jaar, fietste hij naar school"
"Pendant 10 ans, il ________ à l'école en vélo"
A
imparfait
B
passé composé

Slide 29 - Quizvraag

Moet je hier de passé composé of de imparfait gebruiken?
"Toen hij klein was, fietste hij iedere dag naar school."
Quand il _____ petit, il _____ tous les jours en vélo à l'école"
A
imparfait
B
passé composé

Slide 30 - Quizvraag

Een gewoonte
Een beschrijving
Een handeling van onbepaalde duur
Je me levais toujours à 7h.
Nous regardions un film à la télé.
La rue était vide, 
il faisait chaud.

Slide 31 - Sleepvraag

Dus wanneer de passé composé?
De pc vertelt de plotselinge actie of eenmalige gebeurtenis. Deze actie heeft een bepaalde duur. 
De pc duidt een verandering aan in de oude gewoontes of een verandering in de gegeven beschreven situatie. Exemples:
  • J'ai rencontré Paul ce week-end et on a pris un verre au café
  • On faisait un BBQ, quand il a commencé à pleuvoir
  • Il est né le 8 mars 2005

Slide 32 - Tekstslide

Kies in het volgende verhaaltje
tussen Imparfait en Passé Composé
Quand j'..... jeune, je jouais du piano.
A
étais
B
ai été

Slide 33 - Quizvraag

Un jour j'/je ...... devant la reine Maxima.
A
ai joué
B
jouais

Slide 34 - Quizvraag

Le jour que j'ai joué devant la reine, c'était la fête de l'école. J' ..... 12 ans.
A
ai eu
B
avais

Slide 35 - Quizvraag

Pendant que je jouais, la reine Maxima ..... dans la salle.
A
arrivait
B
est arrivée

Slide 36 - Quizvraag

Elle a applaudi. Tout le monde .....
A
s'est levé
B
se levait

Slide 37 - Quizvraag