3.1 Hoe kom je aan werk?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

3. Aan het werk?

3.1 Hoe kom je aan werk?

3.1 Hoe kom je aan werk?

• Ik kan in eigen woorden uitleggen wat de arbeidsmarkt is.
• Ik kan beargumenteren waarom scholing belangrijk is.
• Ik kan informatie uit een diagram aflezen.
• Ik kan een voordeel opsommen van een goede arbeidsverdeling.
• Ik kan aan de hand van werktijden bepalen of er sprake is van een deeltijd- of voltijdbaan. 

Heb jij momenteel een baantje?

ja

neen, maar ik ben op zoek

neen, ik ben ook niet op zoek

Vacature?

3.1 Hoe kom je aan werk?
Arbeidsmarkt

zij solliciteren

zij hebben vacatures

3.1 Hoe kom je aan werk?
Arbeidsmarkt

aanbod van arbeid

vraag naar arbeid

Wat bedoelen we met de arbeidsmarkt?

1. Alle banen die er zijn bij bedrijven.
2. Alle mensen die werken of werk zoeken.
3. Alle mensen die werk zoeken.
4. Antwoord A en B samen.

Wat is een vacature?

1. Een vacature is een manier om te solliciteren
2. Een vacature is een baan die niet mee beschikbaar is
3. Een vacature is een baan die vrij is
4. Een vacature is een manier om te solliciteren

3.1 Hoe kom je aan werk?
Vacature

• De werkgever geeft een vacature uit als hij op zoek is naar personeel.
• Een vacature is een soort advertentie.
• Als de vacature jou iets lijkt dan kan je solliciteren.

Waarom is het belangrijk om na het vmbo verder te leren?

baan zonder opleiding?

Kan jij het loonverschil verklaren?
- Technisch tekenaar: € 2000 - € 10000
- Glazenwasser: € 1750 - € 2500

3.1 Hoe kom je aan werk?
Werk en opleiding

• Werk waar je geen opleiding voor nodig hebt, noemen we ongeschoold werk.
• Werk waar je wel een opleiding voor nodig hebt, noemen we geschoold werk. 
• Met een diploma heb je meer kans op een goedbetaalde baan.

Met een kaderdiploma kan ik op het MBO in hetzelfde niveau instromen dan met een T-diploma.

1. Waar
2. Niet waar

1. Welk beroep zou jij later willen uitvoeren?
2. Welke opleiding heb je daarvoor nodig?

I: Voor geschoold werk heb je een diploma nodig.

II: Een vakkenvuller is een voorbeeld van ongeschoold werk.

1. 1 is juist, 2 is juist
2. 1 is juist, 2 is onjuist
3. 2 is onjuist, 1 is juist
4. Beide antwoorden zijn onjuist

Welke beroepen
bij het bedrijf Morres?

Arbeidsverdeling is belangrijk omdat:

1. Het werk dan in balans is.
2. Het salaris dan beter wordt verdeeld.
3. De werknemer kan doen waar hij/zij goed in is.
4. Er meer aanbod van werk is.

3.1 Hoe kom je aan werk?
Arbeidsverdeling

• In een bedrijf heeft elke baan zijn eigen taken. Dit noemen we arbeidsverdeling. 
• Dankzij een goede arbeidsverdeling stijgt de productie: werknemers kunnen specialiseren.

3.1 Hoe kom je aan werk?
Een volle werkweek of minder...

• Voltijdbaan: 36 uren of meer per week.
• Deeltijdbaan: minder dan 36 uren per week.

Hoeveel uur in de week werk je minimaal als je een voltijdbaan hebt?

1. 34
2. 36
3. 38
4. 40

3.1 Hoe kom je aan werk?

• Ik kan in eigen woorden uitleggen wat de arbeidsmarkt is.
• Ik kan beargumenteren waarom scholing belangrijk is.
• Ik kan informatie uit een diagram aflezen.
• Ik kan een voordeel opsommen van een goede arbeidsverdeling.
• Ik kan aan de hand van werktijden bepalen of er sprake is van een deeltijd- of voltijdbaan. 

Wat noem je hetzelfde als een voltijdbaan?

1. parttimebaan
2. uitzendbaan
3. flexibele baan
4. fulltimebaan

Wat is solliciteren?

Een baan waarvoor iemand wordt gezocht noem je een....

1. Werkgever
2. Sollicitatie
3. Vacature
4. Scholing

geschoold werk

ongeschoold werk

Als je 24 uur wilt werken. Wat voor baan zoek je dan?

1. Deeltijdbaan
2. Voltijdbaan
3. Duobaan
4. Vrijwilligerswerk

Bij een cirkeldiagram betekent een volle cirkel:

1. 360 %
2. 100 %
3. Hangt er vanaf

Cirkeldiagram. Hoeveel procent hoort bij de sector katten?

1. 44
2. 8
3. 16
4. 100

Wat is het totaal van de sectoren?

1. 44
2. 8
3. 16
4. 100

Bekijk de cirkeldiagram.

Uit welk land importeren we het meest?

1. Duitsland
2. België
3. China
4. Verenigd Koninkrijk

Er zijn in totaal 160.000 baantjes.
Hoeveel jongeren bezorgen kranten?

3.1 Hoe kom je aan werk?

• Ik kan in eigen woorden uitleggen wat de arbeidsmarkt is.
• Ik kan beargumenteren waarom scholing belangrijk is.
• Ik kan informatie uit een diagram aflezen.
• Ik kan een voordeel opsommen van een goede arbeidsverdeling.
• Ik kan aan de hand van werktijden bepalen of er sprake is van een deeltijd- of voltijdbaan.