3.2

Hoofdstuk 3

De Romeinen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3

De Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Van stad tot wereldrijk

Slide 2 - Tekstslide

3 fases van Rome
Romeinse Koninkrijk
Romeinse Republiek
Romeinse keizerrijk

Slide 3 - Tekstslide

Burgeroorlogen
Legeraanvoerders waren jaren met soldaten op pad en betaalden hen
Soldaten waren dan ook trouw aan hun aanvoerders
Legeraanvoerders werden dus steeds machtiger
Sommigen gingen zich verzetten tegen de senaat, dit leidde tot oorlog
Zo'n oorlog binnen een staat is een burgeroorlog

Slide 4 - Tekstslide

Octavianus als eerste keizer
De naam Octavianus herinnerde teveel aan de burgeroorlog
Hij gaf zichzelf een andere naam:
Princeps Imperator Caesar Augustus
Princeps betekent "de eerste burger". Zo leek hij deel van het volk.
Een imperator is iemand die een imperium bezit
Caesar werd gebruikt als eretitel. Hiermee eerde hij zijn stiefvader.
Augustus betekent "de verhevene" (boven het volk). Deze titel kreeg hij van de senaat.

Slide 5 - Tekstslide

De Pax Romana
Het keizerrijk was een groot succes voor Rome
De keizers zorgden voor rust en vrede binnen het rijk
Tijdens deze Pax Romana nam de welvaart enorm toe
Dit met name door de bouw van wegen, bruggen en steden

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je nog van 3.2?

Slide 7 - Open vraag

3.2 Samenleving en cultuur

Slide 8 - Tekstslide

Romeinse villa
Boerderij
Velden
Verblijfplaats van de slaven

Slide 9 - Tekstslide

Leven in de stad 
Geen bezit >>> Proletatiërs

Moeite met rondkomen.

 Hoe doen ze het dan?
Proles - Kinderen
Insulea

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Filmpje
De gladiatorenspelen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Romeinse godsdienst
De Romeinen namen de goden van de Grieken over, maar gaven deze andere namen. Daarnaast namen de Romeinen soms ook goden van andere volkeren over.

Een belangrijk verschil met de Grieken was dat de Romeinen hun keizers ook als goden vereerden. Dit wordt de keizercultus genoemd.

Slide 14 - Tekstslide

De Romeinse oppergod heette Jupiter
De Romeinse god Mars, was na Jupiter, de belangrijkste god voor de romeinen.
De Romeinse naam voor de Griekse godin Athena, was Minerva. Zij was de godin van de beheerste strijdkunst.
Diana was de Romeinse godin van de jacht. Ken jij haar Griekse naam nog?
Zowel bij de Grieken als de Romeinen heette de god van de muziek Apollo

Slide 15 - Tekstslide

Romanisering!

Slide 16 - Tekstslide

Verdraagzaamheid
De Romeinen hebben tientallen goden
Dit maakt hen polytheïstisch
Veroverde volken mogen hun eigen goden blijven aanbidden
Er is dus godsdienstige verdraagzaamheid
Poly = veel
Theos = god
Polytheïsme = godsdienst met veel goden
Het toestaan van andere ideeën en geloven
Als je de Romeinse goden en de keizer ook maar aanbidt

Slide 17 - Tekstslide

Filmpje
Als je de keizer maar vereert

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Maken:
Woensdag H3P2: deel 2! 

Nu maken: Opdracht 1 t/m 8

Slide 20 - Tekstslide

Wetten en rechtspraak
Overal gelden dezelfde wetten
Romeins burgers zijn goed beschermd, de rest niet.

Hoe krijg je burgerrecht?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video