HAVO Herhaling

Wat is de formule voor de oppervlakte van een rechthoek?
A
Opp=LengteBreedte
B
Opp=ZijdeHoogte
C
Opp=21ZijdeHoogte
1 / 47
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is de formule voor de oppervlakte van een rechthoek?
A
Opp=LengteBreedte
B
Opp=ZijdeHoogte
C
Opp=21ZijdeHoogte

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule voor de oppervlakte van een driehoek?
A
Opp=LengteBreedte
B
Opp=ZijdeHoogte
C
Opp=21ZijdeHoogte

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte driehoek
ABC is?
A
12 cm2
B
6 cm2
C
10 cm2
D
7,5 cm2

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte driehoek GHI is?
A
520
B
546
C
504
D
480

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte driehoek
ABC is?
A
12
B
6
C
10
D
7,5

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte driehoek PQR?
A
5 x 12 : 2
B
21 x 13 : 2
C
21 x 12 : 2
D
5 x 20 : 2

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oppervlakte driehoek KLM

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte driehoek = ...

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte driehoek

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte driehoek = ...

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte driehoek PQR is?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de oppervlakte
met inlijsten?

A
driehoek 1 +driehoek 2 +driehoek 3
B
lengte x hoogte : 2
C
opp. rechthoek - oppervlaktes van de driehoeken
D
lengte x breedte

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte in cm2? (inlijsten)
A
15 cm2
B
8 cm2
C
7 cm2
D
6 cm2

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule voor de oppervlakte van een parallellogram?
A
Opp=LengteBreedte
B
Opp=ZijdeHoogte
C
Opp=21ZijdeHoogte

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de straal van deze cirkel?
A
De straal is 4 cm
B
De straal is 2 cm
C
De straal is 1 cm

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van dit figuur?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van dit figuur?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formule hoort bij de oppervlakte?
A
Opp=4536
B
Opp=4550
C
Opp=5036
D
Opp=215036

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formule hoort bij de oppervlakte?
A
Opp=4032
B
Opp=4036
C
Opp=3236
D
Opp=3224

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van een kubus met ribben van 5 cm?

Slide 20 - Open vraag

150
Wat is de oppervlakte van deze balk?

Slide 21 - Open vraag

102
Is de afstand AM groter of kleiner dan de afstand BM?
A
AM is groter dan BM
B
AM is kleiner dan BM
C
AM=BM

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke lijnen gebruik je om het middelpunt van een ingeschreven cirkel te vinden?

Slide 23 - Open vraag

Bissectrices
Welke lijnen gebruik je om het middelpunt van een omschreven cirkel te vinden?

Slide 24 - Open vraag

Middelloodlijnen
Hoeveel van die lijnen teken je om het middelpunt van de in- of omschreven cirkel te vinden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een...
A
Middelloodlijn
B
Hoogtelijn
C
Bissectrice

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor lijn is dit?

Slide 27 - Open vraag

bissectrice/deellijn
Kleur alle punten paars waarvan de afstand tot B kleiner is dan 2
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleur alle punten paars waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B kleiner is dan 2
A
B
C
D

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke tekst hoort bij de afbeelding hiernaast
A
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B gelijk is aan 2
B
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2
C
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2
D
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B gelijk is aan 2

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke tekst hoort bij de afbeelding hiernaast
A
Kleur alle punten blauw waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B kleiner is dan 2
B
Kleur alle punten blauw waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2
C
Kleur alle punten blauw waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B kleiner is dan 2
D
Kleur alle punten blauw waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Als de  punten even ver van de benen van hoek Q liggen dan teken je de ..... 
A
middelloodlijn van QR
B
middelloodlijn van PQ
C
bissectrice van hoek Q
D
cirkel om punt Q

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het tekenen van een omgeschreven cirkel van een driehoek teken je eerst...
A
Drie parallelle lijnen met gelijke afstand tot de 3 zijden
B
de middelloodlijnen van de zijden
C
De halve lijnen die de hoeken door midden delen
D
De bissectrices van de hoeken

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de omtrek van een cirkel met een diameter van 47 cm. Rond af op één decimaal
(vul alleen een getal als antwoord in)

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte van een cirkel met een diameter van 72 cm. Rond af op één decimaal
(vul alleen een getal als antwoord in)

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte van een cirkel met een straal van 16 cm. Rond af op één decimaal
(vul alleen een getal als antwoord in)

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de omtrek van een cirkel met een straal van 27 cm. Rond af op één decimaal
(vul alleen een getal als antwoord in)

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Bereken de oppervlakte van ABCD? 

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de oppervlakte van  DEFG?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de oppervlakte van  KLMN?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


A
de rode lijnen zijn evenwijdig aan de zwarte lijn
B
de rode lijnen zijn alle punten op afstand 2 van de zwarte lijn
C
de rode lijnen liggen op afstand 2 van elkaar
D
de groene punten liggen op afstand 2 van de zwarte lijn

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je doen bij:
kleur de punten die 2 cm van lijn l liggen?
A
2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren.
B
de middelloodlijn van lijn l kleuren
C
Het buitengebied van de 2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren
D
Het binnengebied van de 2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los op met inklemmen betekent:
A
Getallen in vullen in de formule
B
Getallen invullen voor het antwoord
C
Een vergelijking oplossen

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt
de vergelijking?
A
3 + 0,10k = 53
B
53
C
3 + 0,10k

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van hieronder is een vergelijking?
A
5p + 3 = 18
B
8 + 3 = 11
C
5 x 3 + 9

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Piet verkoopt appels volgens de volgende formule:
Verdiensten in euro's= 2 + 0,10 x aantal appels

Bij hoeveel appels heeft Piet 11 euro verdient?
A
95
B
135
C
90
D
45

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies