§4.4 Het oude regime

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

§4.4 Het oude regime

Vorige leerdoelen

Hoe bestuurde Lodewijk XIV Frankrijk en wat waren de gevolgen daarvan?

Welke kritiek hadden de verlichtingsfilosofen op de absolute heersers?

Koppel de begrippen aan de juiste omschrijving.

Begrippen	Omschrijvingen
1. Versailles	a. Lodewijk XIV beperkte de macht van deze hoog geborenen.
2 . Zonnekoning	b. Het paleis van Lodewijk XIV.
3. Adel (edelen)	c. Een bestuursvorm waarbij de koning alle macht heeft.
4. Absolutisme	d. Bijnaam van Lodewijk XIV die zichzelf als het middelpunt van Frankrijk zag.
5. Verlichting	e. Een denkstroming uit de 18e eeuw die het gebruik van het eigen verstand centraal stelde.
6. Trias politica	f. Politiek systeem, bedacht door de filosoof Montesquieu: de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht.

Hoe werden de ideeën van de Verlichtings-filosofen verspreid?

Leg je antwoord uit én gebruik in je antwoord een beeldelement van de bron.

Bron - Gezelschap in een ‚salon‘.

Leerdoel

Hoe leefde de Franse bevolking aan de vooravond van de Franse Revolutie?

Neem de leerdoelen ALTIJD over in je schrift!

Frankrijk in de 18e eeuw...

Frankrijk in de 18e eeuw...

Ancien Régime

Tijdens het Ancien Régime had de koning absolute macht, gebaseerd op goddelijk gezag. 

De ongelijkheid  tussen standen leidde tot onvrede.😠

Franse standensamenleving (!)

1e stand: Geestelijkheid, rijk en invloedrijk, bezat veel land en 

                    betaalde geen belasting.⛪

2e stand: Adel, bezat land en had macht in het leger en bestuur, 

                    ook vrijgesteld van belastingen.🤺💣

3e stand: Burgerij (90% v/d bevolking), rijke burgers tot arme 

               boeren, betaalde belastingen + weinig rechten.👨‍🌾👩‍⚖️😠

Wat bepaalde in welke stand je zat?

Alle klachten worden verzameld

De 3e stand werd boos.

Mislukte oogsten en belastingen veroorzaakten onvrede, wat leidde tot de Staten-Generaal van 1789...

Laat hen cake eten.🎂

Video

Wat was de oorzaak van de Franse Revolutie?

Gebruik in je antwoord de volgende begrippen:

Verlichting - standen - goddelijk recht - belastingen 

Wat? Opdracht 52 t/m 57 + 63 (blz. 129).

Hoe? Individueel of in tweetallen.

Duur? 6 minuten daarna bespreken.

Eerder klaar? Maak opdracht 71.

Huiswerk van §4.4

Aan de slag!

Lees paragraaf 4.2 t/m kopje 'Eén koning, één geloof, één wet' op p. 82 en maak opdrachten  15, 17, 19, 20 en 22 

 van 4.2 in je werkboek.

Ben je klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen